Ik red me wel

27 2 0
                                    

Ik red me wel.

Ik zag haar naar me kijken en voelde hoe mijn blik veranderde, hoe mijn ogen smekend werden. Ze smeekten haar te zien wat ik voelde, ze smeekten haar te zien hoe mijn hart, wat zo breekbaar was als glas en al duizenden keren gebroken en gerepareerd was, opnieuw uiteen viel. De lijm die de stukjes bij elkaar moest houden, was niet sterk genoeg, het kon de barsten niet onzichtbaar maken. Mijn ogen smeekten haar te luisteren naar het gehuil van mijn ziel, te zien hoe alles waar ik ooit zo van gehouden had, wat ik gekoesterd had, als zand tussen mijn vingers door was geglipt. Ik droeg duizenden littekens met me mee, maar niemand zag ze en ook zij dit keer niet..

Ze glimlachte naar me en haar hele gezicht straalde. Langzaam liep ze naar me toe en met elke stap die ze zette, voelde ik hoe het bloed sneller door mijn aderen pompte. In mijn hoofd hoopte ik, in mijn hart smeekte ik dat dit alles vandaag zou eindigen. Dat zij, degene die mij zo goed kende, en me tegelijkertijd totaal niet kende, zou zien wat ik dacht, wat ik voelde, wat ik hoopte, wat ik wilde en wat ik wenste, maar toen ze voor me stond en vroeg of ik meeging, viel ik met een klap terug op aarde. De realiteit kwam hard aan, wanneer al je hoop in een keer werd weggevaagd alsof het niks was en misschien was het dat ook wel niet. Misschien..

Nadat ik als antwoord geknikt had, liepen we samen weg. De zon scheen, de vogeltjes floten vrolijk en de omgeving was perfect voor een scène uit een cliché romantische film. Zo'n film waarvan je in het begin al wist dat het goed zou komen, dat de jongen en het meisje elkaar zouden vinden aan het eind. Zo'n film met een happy end waar je als klein kind van droomde, maar net als alle dromen die ik door de jaren heen had gehad, was deze ook vervlogen. Hoe kon ik nog dromen? Nog hopen? Nog wensen? Ik wist dat ik nooit zou krijgen wat ik wilde, hoe graag ik het ook wilde..

'Je bent zo stil.' Het was geen vraag, maar een constatering en ze klonk verbaasd, terwijl ze niet anders van mij gewend was. Ik zei nooit veel, ik praatte nooit veel en toch klonk ze verbaasd. Ze keek me even vluchtig aan toen ik geen antwoord gaf op de vraag, die geen vraag was. 'Er is iets.' Opnieuw geen vraag, maar een constatering en weer gaf ik geen antwoord. Wat moest ik zeggen? Wat wilde ze horen? Ze wist het zelf toch allemaal zo goed..?

'Alsjeblieft, zeg eens iets. Wat is er?' Haar ogen weerspiegelden een bezorgdheid, die ik al vaker had gezien, maar hoe snel die blik kwam, ik wist hoe snel hij weer zou verdwijnen als ik de woorden zei die ik altijd zei. 'Niks om je druk over te maken. Ik red me wel' antwoordde ik en even hield alles binnenin me stil, terwijl ik hoopvol, waar ik de hoop nog vandaan wist te halen, wist ik ook niet, naar haar keek. Ze leek even te twijfelen, maar toen bewogen haar lippen. 'Als jij het zegt.' en met die vier woorden, was ons gesprek afgelopen en keerde de pijn terug. Ik wilde dat ze door zou vragen. Ik wilde dat ze niet op zou geven, zoals ieder ander persoon dat al had gedaan. Ik wilde dat ze me zou dwingen om te zeggen wat er was, maar ze deed het niet. Ze deed niks van wat ik hoopte dat ze deed, ze accepteerde mijn woorden gewoon, terwijl ik wist dat ze niet gerust gesteld was. Terwijl ik wist dat dit haar kapotmaakte..

'Ik red me wel', het waren vier woorden net zoals 'ik hou van je' vier woorden waren. Ze hadden een verschillende betekenis, maar konden beide mensen, soms zelfs levens kapotmaken als ze niet waar bleken te zijn. Wat was er pijnlijker dan je realiseren dat de persoon die zei van je te houden, niet van je hield? Dat deed pijn, zo vreselijk veel pijn, maar zeggen dat je het wel redde, terwijl alles binnenin je schreeuwde dat dat niet zo was, terwijl je bang was om morgen niet eens te halen, terwijl je bang was dat je domme dingen zou gaan doen, was nog pijnlijker dan dat. Het vrat aan je, het verwoeste je en je liet het toe, alleen maar omdat je niet wilde dat mensen die om je gaven zich zorgen over je zouden maken. Alleen maar omdat je niet wilde dat ze zagen hoeveel pijn jij had, wetende dat het hen ook pijn zou doen. Alles voor degenen die je liefhad, maar niets voor jezelf, terwijl je dat zo nodig had..

'Ik red me wel', de woorden weergalmden in mijn hoofd, toen ik mijn tranen de vrije loop liet gaan. Uren geleden was het al weer, dat ik afscheid van haar genomen had. Alleen wist zij nog niet dat dit een afscheid voor altijd betekende. De brief die ik op bed had neergelegd was het afscheid aan de rest, het mes zou mijn bevrijding zijn..

Mijn geschreeuw was niet gehoord. Mijn smekende blikken waren niet gezien. Mijn tranen waren niet gevangen. Mijn wonden waren niet geheeld en mijn held was me niet komen redden..

Ik voelde hoe het koude ijzer door mijn huid sneed en het tapijt kleurde langzaam rood. Het bloed vermengde zich met mijn tranen, de snee werd steeds dieper, maar ik was te verdoofd om ook maar iets te voelen. Ik was gehypnotiseerd, ik was verloren, maar toen werd ik gevonden..

Ze rukte het mes uit mijn hand, ze huilde. Ze omhelsde me, ze hield me stevig vast en we huilden samen. Ze probeerde de wond dicht te drukken, maar ik wist niet zeker of ze nog op tijd was. Ik keek haar aan en zij keek mij aan. Ze was bang, ze trilde en haar ogen smeekten me om de waarheid..

'Ik kan mezelf niet redden' fluisterde ik, terwijl ik voelde hoe ik langzaam slap werd en haar greep verstevigde. 'Je hoeft jezelf niet te redden, ik zal je redden' antwoordde ze en haar stem trilde, maar ik wist dat ze het meende. Ze huilde, voor ons beiden. Ze bleef sterk, voor ons beiden. Ze vocht, voor ons beiden en ik wist dat ik het zou halen.

Mijn geschreeuw was eindelijk gehoord. Mijn smekende blikken waren eindelijk gezien. Mijn tranen waren eindelijk gevangen. Mijn wonden waren eindelijk geheeld en mijn held was me eindelijk komen redden..

ShortstoriesМесто, где живут истории. Откройте их для себя