p r o l o o g

14 1 2
                                    

Afriël hield de baby in zijn armen. Het was een meisje. Een diepe snee liep door haar buik en ze had raven zwart haar. Hij liep door de starende menigte naar het stadhuis van Nioleana. Vele mensen weken uit toen Afriël steeds dichterbij kwam. Hij duwde de deur open en liep met grote passen naar binnen. Terwijl hij naar de kamer van de raad liep kraakte de grond onder hem. De deur van de raadkamer vloog open en Afriël stond oog in oog met de zeven belangerijkste engelen Michael, Gabriël, Raphael, Uriel, Zarachiel, Jophiel en Chamuel.

Afriël kwam meteen ter sprake. "Heren, ik heb haar gevonden bij de rivier van genezing, alleen en gewikkeld in een zwart doek. Ik kon haar zo niet laten liggen en heb ik haar meegenomen. Ik weet dat zij van de duistere bloedlijn is, maar als zij zuiver en onschadelijk is zouden wij haar kunnen opvoeden?"

De zeven engelen waren sprakeloos. Ze wisten dat de duistere kant haar niet op zouden halen. Eens weggelegd, niet meer welkom. De engelen keken elkaar aan en namen een besluit.

Het zuiveringsproces was begonnen.

Zwarte Veer - on holdWhere stories live. Discover now