Hoofdstuk 9

1K 48 12
                                    

Getik vulde de straat, al viel het niet op tussen de muziek en geschreeuw dat uit verscheidene cafés in de straat kwam. Hoe verder de vrouw de straat in liep, hoe minder ze haar eigen voetstappen hoorde. Uiteindelijk besloot ze voor vanavond een ander café in te gaan, ze had geen zin om opnieuw herkend te worden.
Eva liet zich aan de bar zakken en bestelde zich wat te drinken, waarna ze na een blik op haar telefoon het toestel teug in haar zak schoof.
Het pas gevulde glas zette ze aan haar lippen en sloeg de inhoud achterover. Haast smakeloos gleed het vocht door haar keel, de sterke smaak deed haar niks meer. Ze staarde naar de muur tegenover haar en liet haar gedachten de vrije loop, zoals ze vaak op deze avonden deed. Vanavond zou ze gewoon naar huis gaan, had ze zichzelf beloofd. Ze zou alleen een paar drankjes doen, ze moest even weg bij Wolfs. Hij liep constant aan haar hoofd te zeuren de laatste tijd. Ze moest weg, weg uit haar huis, weg van zijn priemende, bezorgde blik.
"Nog eentje," ze gebaarde naar haar glas en de barman knikte, waarna het glas opnieuw met het goedje werd gevuld. Ze greep het glas en knikte naar de barman, waarna een deel van het vocht direct in haar mond verdween.
Met een klap zette ze het glas terug op de bar toen haar telefoon begon te trillen in haar broekzak. Kon die vent haar niet gewoon met rust laten? Het was nota bene vandaag precies een half jaar geleden dat Frank was vermoord. Vermoord voor haar ogen, aan het altaar. Ze kon zich die dag nog goed herinneren, die dag zou voor altijd op haar netvlies gebrand staan. Zijn laatste glimlach, hoe hij zijn mond opende om de woorden uit te spreken. De knal. De verwarring. Het bloed op haar witte trouwjurk toen ze zijn hoofd op haar jurk trok, hem vasthield, smeekte om bij haar te blijven.
Tranen vulde haar ogen, maar nog voordat ze over haar wangen konden rollen vermande ze zichzelf. Ze mocht niet toegeven aan het verdriet. Het mocht gewoon niet. En al helemaal niet hier.
"Hallo schoonheid," ze opende haar ogen en keek in het gezicht van een man, ze schatte hem iets ouder dan zichzelf. Zijn haren waren donkerbruin, een paar lichtgrijze strepen zichtbaar, maar hij kon het hebben. Zijn blauwgrijze ogen keken haar vriendelijk aan, een tikje bezorgd. Zijn lippen waren vol, kuiltjes in zijn wangen als hij glimlachte, zijn jukbeenderen staken ietsjes uit. Overal maakte het hem een knappe man. Haar ogen gleden kort over zijn lichaam, hij was gespierd, dat zag ze zo. Hij had een blokjes overhemd aan met zijn mouwen opgerold tot zijn ellebogen, de bovenste knoopjes waren open, een beetje borsthaar stak naar buiten. Een beetje, niet overdreven veel.
Ze probeerde een glimlach op haar gezicht te toveren, iets wat aardig lukte, meende ze zelf. "Alles goed?" Vroeg de man door na een korte stilte en ze knikte overtuigend.
"Prima, met jou?" Hij oogde aardig, zo kwam hij ook over.

Grinnikend hing ze tegen hem aan, hij sloeg zijn arm om haar heupen heen en grijnsde ook. "Nog wat te drinken? Gaan we daarna naar mij toe." Hij trok zijn wenkbrauwen een paar keer omhoog en Eva giechelde, waarna ze knikte. Dat klonk als een goed idee.
"Doe nog maar twee van deze," ze knipoogde naar de barman, die na enige twijfeling nog twee glazen inschonk.
Ook hiervan verdween de inhoud snel, waarna de man voor de twee betaalde en ze de kroeg verlieten. Opnieuw vulde getik van hakken de straat, maar dit keer samen met hard gelach.

Bij zijn huis aangekomen bood hij haar eerst nog wat te drinken aan, wat ze natuurlijk niet af sloeg. Ze stonden in zijn keuken toen de spanning oversloeg. Zijn handen verdwenen onder haar shirtje, haar handen verdwenen in haar haren. Lippen vonden elkaar en smaken versmolten, de spanning liep hoger op. De man zette Eva op het aanrecht, waar zij automatisch haar benen om zijn heupen sloeg.
Zachtjes kreunend zette het speelse spel zich voort, kledingstukken verzamelde zich op de grond. Het stel legde een weg af naar de bank, waar de sfeer al snel veranderde van speels naar opgewonden. Zachtjes hijgend viel het stel op de bank, innig verstrengeld. Het moment waarop zij zich overgaf, was het moment dat zijn hand in haar broek gleed.

Zuchtend sloot hij de deur achter zich, het gegil was vreselijk geweest, hartverscheurend om aan te horen. Hij had Emma willen troosten, maar ze wou het niet, ze wou Eva. Hij snapte het, een man had haar dit allemaal aangedaan. Op dit moment leek hij zelf te veel op haar vader om haar te kunnen helpen. Het deed pijn, maar er over lopen zeuren had geen zin. Het was zoals het was.
Opnieuw schakelde de telefoon door naar de voicemail en zachtjes vloekend gooide Wolfs het toestel op bed. Na kort te hebben nagedacht pakte hij het toestel toch maar weer op en verdween de trap af. Eva zou op een gegeven moment toch thuis moeten komen, wanneer dat was, zou hij er zijn. Ze moesten praten. Maanden had hij haar d'r gang laten gaan, nooit wat gezegd, gewacht tot zij naar hem toe zou komen. Dat was niet gebeurd. Dan was het nu zijn beurt om actie te ondernemen. Nu Emma bij hen logeerde was het tijd om ook Eva's leven terug op de rails te krijgen. Hoog tijd was het daarvoor. Het kon niet langer zo zijn dat als Emma hen nodig had, dat ze er niet voor haar waren. Hoe vervelend ook, ook dat moest ze horen.

Een Kans op GelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu