3

945 40 1
                                    

De volgende ochtend maakt de baas me wakker. 'Sta op' zegt hij 'we moeten gaan.'

'Hoe laat is het?'

'Vijf uur. Maar je moet er om acht uur zijn dus... sta op en trek dat uniform aan.'

Ik ga rechtop zitten. 'Uniform?'

'Ja' zegt hij terwijl hij opstaat. Hij gebaart naar mijn bureau stoel. Er ligt een uniform op. 'Over tien minuten in de hal' zegt hij terwijl hij de deur uitloopt. Ik sta op, was me in de badkamer en doe daarna het uniform aan. Ik loop met mijn tas naar beneden. Hij wacht in de hal op me. 'Laten we gaan' zegt hij, 'hoe eerder jij daar bent hoe eerder ik terug ben.'

'Ik krijg de indruk dat u van me af wil.'

'Ik wil niet van je af' zegt hij terwijl hij de voordeur open doet, 'ik wil dat je mijn zonen gaat beschermen.'

Hij loopt naar de auto en doet de bijrijdersportier open. 'Zit' zegt hij.

Ik ga zitten. Hij gaat achter het stuur zitten en begint met rijden. 'Hoe weet u het' vraag ik.

'Wat' vraagt hij.

'Dat iemand uw zonen wil doden.'

'Ze kregen een briefje. Daarop stond dat iemand die ze wat leerde ze uit de weg wou ruimen.'

'Dus een leraar?'

Hij knikt en geeft me een mapje. Ik open het en bekijk de papieren. Allemaal leraren staan erop. 'Alle leraren van school' vraag ik.

'Ja' zegt hij 'en jij moet ze nog wel allemaal even natrekken op ruzies met mijn zonen.'

'Was ik al van plan.'

De rest van de weg zijn we stil. Ik kijk naar buiten en wanneer we op de kostschool komen bijt ik op mijn lip. Het is net een oud kasteel. 'Kom op' zegt hij.

We stappen uit en ik volg hem naar binnen. Er staat een vrouw op ons te wachten. Ze ziet er gemeen en streng uit. Haar grijze haar zit in een strakke knot. Haar ogen zijn groen en ze draagt een brilletje half op haar neus. 'Meneer Agnelli' zegt ze glimlachend 'en juffrouw...'

'Black' zegt hij voordat ik ook maar antwoord kan geven.

'O ja. Volgt u mij.'

We lopen achter haar aan naar een groot kantoor. Ik kijk om me heen. Er hangen veel schilderijen van de school en ik denk ook oude schoolhoofden. 'Dus je heet Rebecca Jane Isabella Black' zegt de vrouw.

Ik kijk haar aan. 'Dat klopt mevrouw.'

'En je bent het stiefzusje van de Agnelli broertjes.'

'Dat klopt' zegt hij.

'Wat voor les kreeg je hiervoor' vraagt de vrouw.

'Thuis les' zeg ik.

'Waarom ben je dan nu hier?'

'Die reden weet ik ook niet helemaal.'

'Je moeder vond het tijd dat je vrienden kreeg.'

Ik knik langzaam, 'dan weet ik de reden nu ook.'

Er wordt geklopt. 'Binnen' zegt de vrouw.

De drie zonen komen binnen. Mario, Benigno en Nicolai. 'Hey padre' zegt Mario.

'Goedemorgen padre' zeggen de twee anderen.

'En Rebecca natuurlijk ook' zegt Mario.

'Hey' zeg ik 'stiefbroer.'

De drie kijken naar hun vader. 'Dopo' -later- zegt hij.

'Wijzen jullie haar de weg jongens' vraagt de vrouw 'ik heb nog iets te bespreken met jullie vader.'

'Welke kamer mevrouw' vraagt Mario.

'Tweede verdieping, rechtervleugel kamer twintig.'

'Dank u' zeg ik 'mevrouw.'

Ik loop achter de drie broertjes aan. 'Problemen' vraagt Benigno.

'Neeh' zeg Nicolai 'vader boeit het niet dat we kattenkwaad uithalen.'

'Jongens' horen we roepen.

'Dus wel' zegt Benigno 'rennen.'

Ze sprinten weg. Mario blijft bij mij. 'Dus' zegt hij 'waarom noemde je me stiefbroer?'

'Omdat ik blijkbaar opeens jullie stiefzus ben.'

'Dekmantel' zegt hij 'dat weet je hé?'

'Ik moet mee spelen hé.'

'Grote mond dus... mag ik wel.'

We komen bij een kamer waar de twee andere broertjes hijgend tegen de muur staan. 'Wat een conditie zeg' zegt Mario.

'We besparen het voor gym' zegt Benigno 'en jouw conditie is niet heel veel beter hoor broer.'

Mario doet de deur open en zegt: 'welkom in je nieuwe kamer dan Rebecca.'

Ik loop naar binnen. Er staat weinig in de kamer. Een bed, een bureau en een kast. Ik gooi mijn tas bij de kast neer en draai me om. 'Dus' zeg ik 'de leraren? Ruzie gehad?'

'Wanneer niet' zegt Benigno.

'Ik heb geen ruzie' zegt Mario.

'Omdat jij een goede leerling bent' zegt Benigno geërgerd.

'Ik heb wel eens ruzie met een leraar' zegt Nicolai 'maar dat gaat erover dat ik het niet snap en hij het niet wil uitleggen. Daarom heb ik bijles.'

Ik knik. 'Oké, en hoe laat beginnen de lessen?'

'Half negen' zegt Mario 'en vader stond erop dat jij bij mij in de buurt blijft.'

'Ik vind het best als je me maar met rust laat als school is "afgelopen". Tenzij ik natuurlijk vragen voor jullie heb over leraren.'

Hij knikt, 'nou kom op. We moeten naar het ontbijt en daarna naar Nederlands.'

Benigno opent de deur en schrikt zich een ongeluk. Zijn vader staat namelijk voor de deur samen met de vrouw. 'Ben' zegt hij boos 'uitleg.'

'Waarover padre ' vraagt Benigno.

'Je weet best waarover' zegt zijn vader boos.

Benigno slaat zijn ogen neer.

'Spiegazione figlio. Ora!' -Uitleg zoon. Nu!-

'A volte ho proprio quello che male' zegt Benigno zacht, 'mi dispiace.' -Ik haal soms gewoon wat kattenkwaad uit, het spijt me.-

'Chiedere scusa a tutti gli insegnanti e gli insegnanti che hai molestato. Non voglio sentir parlare di che "male" zegt de baas boos 'chiaro?' -zeg sorry tegen alle leraren en leraressen die je hebt getreiterd. Ik wil niks meer horen over dat "kattenkwaad", duidelijk?-

'Sì padre.' -ja vader-

Hij kijkt mij aan, 'avere success.' -slaag-

'Farò del mio meglio' zeg ik. -ik zal mijn best doen-

Hij knikt kort en loopt weg. De vrouw loopt snel achter hem aan. 'Je kan Italiaans' vraagt Nicolai verbaasd.

Ik knik, 'Stafano leerde het me. En nog twee mensen daarvoor.'

'Wie' vraagt Mario.

'Mijn vermoorde ouders.'








little spyWhere stories live. Discover now