CHAPTER 4: The boy with the green hair.

48 3 3
                                    

'Kom op, het gaat leuk worden!' fluisterde Adam en trok mij bij mijn pols de grote, verlichtte gebouw binnen.

'Jij bent echt een idioot,' siste ik terug naar Adam die maar stompzinnig begon te grinniken.

'Ghehe, jij of ik?'

'Waarom zou ik de idioot wezen? Jij sleurt ons een casino binnen om hier alles te saboteren en geld te winnen!'

'Schreeuw het maar nog harder, sukkel,' jammerde Adam vervolgens en liet mij los om mij vanonder zijn wenkbrauwen aan te kijken.

'En jij bent de idioot omdat jij zo'n grote kans misloopt! Het gaat goed komen, Silas, ik beloof het.'

Met dat draaide hij zich weer om en liep naar de eerste en beste gokapparaat die hij zag staan. Ik stond nog stomverbaasd op mijn plek staan en keek rond. Normaal gesproken zou ik niet zo hard gaan staan twijfelen, maar deze keer wel omdat ik de vorige keer een hell op aarde creëerde toen we al de geldautomaat op straat probeerden te saboteren. Ik keek rond in de gebouw waar we in stonden en merkte dat het niet al te groot was, maar het was ook niet al te klein. We stonden in een grote hal met donker rode muren waar felle, witte lampen eraan hingen. Allemaal spellen en gok apparaten stonden wel tegen de muren aan en allerlei mensen in grote groepen stonden wel om zo'n apparaat heen. In het midden van het zaal stond een soort mini-fontein waar om de vijf secondes de kleur van het water veranderde. Eerst was het wit, toen rood, en daarna groen. Allemaal gekleurde lichtjes flitsen voor mijn ogen net als de "blieps" en andere geluiden drongen mijn oren binnen. Mensen die aan het lachen waren, aan het schreeuwen waren.. aan het schelden waren.. geluiden die aangaven dat je verloren had, geluiden die aangaven dat je gewonnen had. Hoe overleefd een mens in zo'n plek? Het is zo fel en luid hier!

'Beloof je me,' begon ik met mijn eerste hap naar adem en liep naar Adam toe die onze gewonnen muntjes in de gokautomaat liet glijden, 'Dat je na dit al mijn vragen gaat beantwoorden?'

Ik kon zijn gezicht niet zien maar wel wist ik dat hij wezenloos naar het schermpje begon te kijken tot hij zachtjes met zijn hoofd knikte en zich omdraaide.

'Oke, oke, ik weet dat je nul zelfvertrouwen hebt op dit moment. Denk even niet aan de vorige keer, alsjeblieft. Het was jouw schuld niet, kom er eindelijk overheen, alsjeblieft.'

'Het WAS mijn schuld. Ik gebruikte mijn verdomme krachten voor zo iets kleins en het doodde een heleboel mensen. Door mij. Het is duidelijk dat het mijn schuld was!'

'Maar zo iets konden we niet verwachten. Maar kijk: je bent nu ouder en wijzer. Het gaat wel goed komen,' zei hij en stak zijn handen naar mijn gezicht uit.

'Je.. moet het gewoon even niet zien,' zei hij en pakte mijn bril van mijn neus af en trok die terug. Al de kleuren voor mijn ogen verdwenen in een mum van tijd en alles verdween in een hele grote klodder inktzwarte vlek.

'Heei!' riep ik, nu nog gestrester en stak mijn armen naar een willekeurige richting uit tot poging mijn bril terug te krijgen. Maar alles wat ik voelde was Adam die naar mijn pols greep en die naar het automaat bracht waar hij bijstond.

'Vertrouw mij. Toen je nog zonder bril was, was je net een lopende pot goud. Reken op je instinct en als er wat gebeurd, dan zie je tenminste niet wat er gebeurd. Houd jou tenminste uit een tweede trauma.' De laatste fluisterde hij zo afschuwelijk zachtjes, maar ik hoorde het alsnog.

'Ik weet niet wat jij met dit wilt gaat bereiken, en daarom verwacht ik ook niets goeds en vertrouw ik jou niet. Geef mijn bril terug!'

'Vertrouw mij maar!' riep hij maar. Ik hoorde zijn voetstappen rond galmen waardoor ik de gedachte kreeg dat hij achter mij ging staan en een hand op mijn schouder legde.

Flaming EyesWhere stories live. Discover now