Hoofdstuk 31

326 19 3
                                    

Aangezien ik toch nog wat slaperiger ben dan ik dacht, en nog steeds met mijn hoofd bij die verwarrende droom zit van vannacht, mompel ik maar wat dat ik zelf nieteens kan verstaan. Pap zucht en staat op, vanuit mijn ooghoek zie ik dat Nicole hem volgt. Ze lopen samen naar de voordeur, ik neem aan dat Nicole mijn vader even gaat uitzwaaien.
Dit betekent dat het in één keer stil is aan de keukentafel, waarbij ik bijna direct in een dagdroom beland. Ik weet niet hoe, maar al snel merk ik dat dit precies dezelfde droom is als afgelopen nacht. Dat zal wel komen doordat ik er ook de hele tijd mee in mijn achterhoofd zit.

'Mijn zicht is wazig, maar al snel kan in zien waar ik ben beland. Ik lig in een bed, een bed waar ik nog nooit eerder in heb gelegen.
Het is wit en er zitten lage, ijzeren hekjes aan de zijkanten. Links van neem ik een groot raam waar, en rechts van mij een wit gordijn dat net boven de grond aan zijn einde komt. Wanneer mijn zicht wat preciezer wordt zie ik dat er iets op mijn hand zit, een witte pleister. Onder deze pleister vandaan verschijnt een slangetje, maar ik voel me niet goed genoeg bewegen om te kijken waar dat slangetje naartoe gaat. Ik kijk voorzichtig om me heen om de witte kamer waarin ik me bevind in me op te nemen. Ik zie in mijn ooghoek dat de lichtbruin gekleurde deur, die waarschijnlijk naar een gang lijdt, voorzichtig wordt opengemaakt. Er verschijnt iemand in de deuropening waarvan een een warm gevoel krijg, Thomas. Zodra hij de kamer heeft betreden sluit hij zwijgend de deur en loopt naar me toe. Pas wanneer hij naast mijn bed is komen zitten, kijkt hij me aan. Ik draai langzaam mijn hoofd, zodat ik terug kan kijken. Ontdanks dat we beide geen woord uitspreken raast er een achtbaan van emoties door me heen. Thomas' ogen zien zien er waterig uit, maar ik weet niet waarom. Net zoals ik niet weet waar ik ben en wat ik hier doe. Ik weet alleen wie ik ben, en wie Thomas is.
Thomas's mooie ogen kijken recht in de mijne. En het blijft stil in de kamer, totdat Thomas deze doorbreekt; "Het spijt me Isa," Zegt hij. "Het spijt me."
Hij kijkt me met nog steeds waterige ogen aan, terwijl zijn warme hand de mijne pakt.
"Wat is er gebeurt?" Vraag ik, terwijl ik mijzelf probeer rechtop te duwen. Ik hoor Thomas slikken voordat hij antwoord geeft, "nadat je hoorde dat de uitslag negatief was, ben je flauwgevallen. Weet je dat nietmeer?" Ik hoor aan Thomas's stem dat hij er moeite mee heeft. Ik kreun en knijp met mijn ogen, waar ben ik in vredesnaam beland.
Meteen verschijnt er een dikke traan op Thomas's wang.
Na nog wat gesnik en gestaar leunt Thomas naar voren, zodat hij met zijn hoofd dichter bij de mijne komt. "Ik hou van je, Isa." Zegt hij, terwijl hij nog steeds strak in mijn ogen kijkt. De emotie-achtbaan in mijn lichaam gaat nog sneller razen, hoewel ik mijn lichaam niet kan goed bewegen. "Ik wil je niet kwijt." Langzaam komt hij nog verder naar voren, zodat onze hoofden steeds dichter bij elkaar komen. Wanneer Thomas op het puntje van zijn stoel zit, en onze voorhoofden elkaar raken, glijdt Thomas's hand naar mijn middel. We kijken elkaar in de ogen totdat ik opeens zeg: "Ik hou ook van jou, Thomas." Onze hoofden draaien een beetje schuin, en onze lippen zijn nog maar enkele centimeters van elkaar gescheiden.'

"Isaa?" Hoor ik hard in mijn linker oor, terwijl iemand met zijn of haar hand voor mijn gezicht zwaait. Het is Nicole, die mij onschuldig uit mijn dagdroom laat ontwaken. "Ah, je bent er weer," zegt ze. "Sorry dat ik zo lang wegbleef, maar we moeten nu echt beginnen."

Replay {DUTCH}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu