1.

212 13 3
                                    

Maandag, een dag waar volgens mij niemand ooit naar uitkijkt. Het is avond en de hemel is paars. Op een van de laatste mooie septemberdagen zit ik na het eten op het balkon te genieten van de rust. "Hey lief." Hoor ik achter me. Ik kijk om, recht in de ogen van mijn vriend Robbie. Met een glimlach pak ik zijn hand en trek ik hem naar me toe. "Hey." Zeg ik zachtjes als hij naast me zit. Door de ondergaande zon en het paarse licht, lijkt zijn bruine haar ineens een andere kleur te hebben. Zonder iets te zeggen, kijk ik hem aan. Iets in me zegt dat ik dit beeld in me moet opnemen. Zo'n uitzicht krijg ik niet vaak te zien. "Wat is er?" Giegelt Robbie als hij merkt dat ik hem aankijk. Ik schud mijn hoofd. "Niks, ik genoot van mijn uitzicht." Knipoog ik. Zelfs met de opkomende schemering kan ik zien dat zijn wangen langzaam rood kleuren. "Zelfs na vier jaar kan ik je nog laten blozen." Fluister ik en ik buig naar hem toe om een kus op zijn wang te drukken. Op dit moment draait Robbie zijn hoofd en belanden mijn lippen op die van hem in plaats van op zijn wang. Lang duurt de kus helaas niet. "Ik kwam je eigenlijk halen voor de was." Zegt Robbie na de kus. Zuchtend laat ik mijn hoofd achterover vallen. "Ik had gehoopt dat je het vergeten was en dat ik het morgen kon doen." Beken ik. Vandaag was het mijn taak om de was  te doen omdat Robbie heeft gekookt. "Jij probeert elke keer onder de was uit te komen. Ik trap er niet meer in Matthyas." Zegt Robbie serieus, maar ik zie dat hij een speelse grijns niet kan onderdrukken. "En wat als ik de was niet doe?" Vraag ik. Robbie wrijft even met zijn duim en wijsvinger over zijn kin terwijl hij bedenkelijk omhoog kijkt. "Dan krijg je niet eerder weer een kus tot je de was hebt gedaan." Zegt hij uiteindelijk. Mijn ogen vergroten bij het horen van die woorden. "Ik ga al!" Roep ik en ik sprint naar binnen, richting de wasmachine. Ik hoor dat Robbie achter me aan komt. "Ik weet heus wel hoe ik de was moet doen hoor." Ik hoor hem grinniken. "Oh dus jij mag wel tijdens het koken mij komen afleiden maar als ik je gezelschap wil houden terwijl jij de was doet, is het niet goed." Zegt Robbie. Hij leunt tegen de deurpost van ons kleine washok. Het appartement waar we wonen is niet mega groot, maar groot genoeg voor ons tweetjes. We hebben een ruime woonkamer/keuken en zelfs een extra slaapkamer die vooral dient als gameroom. Het is de plek waar onze computers staan en de overige kasten die we nergens kwijt kunnen. Ik zet een lege wasmand voor de machine en open het deurtje. De inhoud trek ik uit de machine en laat ik in de mand vallen. "Dit is zeker geen was voor de droger?" Vraag ik en ik draai mijn hoofd. Ik zie Robbie al lachend zijn hoofd schudden. "Sorry schat, je zult het echt moeten gaan ophangen." Met een zucht sta ik op en haal ik het wasrek tevoorschijn. "Maar, als je daarmee klaar bent, kunnen we wel een film gaan kijken?" Stelt hij voor. Ik knik glimlachend naar hem. "Zoek jij maar vast eentje uit." Zeg ik tegen hem en ik druk een vlugge kus op zijn lippen. "Eerst die was, Mat!" Roept Robbie voor hij het washok verlaat. Met tegenzin begin ik met de was ophangen terwijl ik vanuit de keuken allemaal lawaai hoor komen.

Na ongeveer twintig minuten ben ik eindelijk klaar met de was. Al zuchtend laat ik me op de bank vallen. Robbie is niet langer in de keuken en ook niet in de woonkamer. Wel hoor ik zijn stem vanuit de slaapkamer komen. Wat hij zegt, weet ik niet. Het gaat me ook eigenlijk niks aan. Als het belangrijk is, zal hij het vast vertellen. De zon is inmiddels volledig achter de horizon verdwenen en de maan heeft haar plaats ingenomen, net boven de lijn van de horizon. Langzaam maar zeker vindt ze haar weg naar het hoogste puntje van de hemel. Het sterrenstelsel, en dan in het bijzonder de maan, is iets wat me altijd weet te fascineren. Doordat er in de woonkamer maar één klein lampje aan staat, kan ik de donkere hemel goed bestuderen. Er zijn deze avond geen sterren zichtbaar vanaf deze plek. Ik hoor de deur van onze slaapkamer open gaan en nog geen twee seconde later ook weer dichtgaan. "Sorry, ik moest die even nemen." Verontschuldigt Robbie zich. "Rob, wanneer leer je nou dat je daar echt geen sorry voor hoeft te zeggen. Dat we samen wonen betekent niet dat je geen privacy meer hebt." Robbie laat zich naast me op de bank vallen en kruipt tegen me aan. Mijn arm sla ik rond zijn schouder terwijl hij zijn hoofd op die van mij laat vallen. "Dat weet ik." Zegt hij zacht. Hij legt zijn arm over mijn buik. Ik druk een zachte kus op zijn hoofd en pak de afstandsbediening van de tafel. "Had je al nagedacht over een film?" Vraag ik hem en ik voel hem knikken. "Marly and me." Zegt hij. Ik heb ooit wel van die film gehoord maar heb hem nog nooit gezien. Ik zoek de film op en voel hoe Robbie nog dichter tegen me aan kruipt, als dat al mogelijk was.

"Godver Rob, dit had je best kunnen zeggen." Snik ik als de laatste beelden van de film langzaam wegvagen van de tv. Ik had niet verwacht dat de film zo zou eindigen. "Ik wist dit ook niet." Zegt Robbie zachtjes. Hij kijkt me aan met betraande ogen. "Ik moet eerlijk zeggen, ik had niet verwacht dat uitgerekend jij zou huilen om deze film." Gaat hij verder. Ik wrijf de tranen uit mijn ogen en kijk hem vragend aan. "Je huilt bijna nooit om films." Hij gaat rechtop zitten, zijn ene been gekruist onder zijn andere. "Ik kijk bewust gewoon geen zielige films met jou." Gaap ik terwijl ik me uitrek. "Kom, bedtijd voor jou, opa." Grapt Robbie. "Je begeeft je op glad ijs, van de Graaf." Zeg ik. Robbie staat op van de bank en sprint naar de slaapkamer. Ik zet de tv uit, check snel of alles verder uit is en doe de laatste lamp uit voor ik hem volg. Als ik in de slaapkamer aankom, zie ik Robbie ineengedoken op bed liggen. "Gaat het?" Vraag ik als hij niet reageert op mijn binnenkomen. "Gewoon een beetje duizelig." Zegt Robbie. "Waarschijnlijk te snel opgestaan net." Ik knik begrijpend. Dat heeft hij de laatste tijd wel vaker, als hij te snel opstaat. "Misschien toch maar een keer een test doen voor bloedarmoede?" Vraag ik hem. Hij schudt zijn hoofd. "Geen naalden in mijn lichaam als het niet nodig is. Ik moet gewoon wat meer gaan letten op wat ik eet, hoeveel ik slaap en misschien iets meer gaan sporten." Antwoordt hij simpel. Hij staat op van ons bed en loopt richting de badkamer. Ik volg hem en in stilte poetsen we onze tanden. "Nou, hup. Je bed in." Met een tik op zijn billen stuur ik Robbie richting de slaapkamer. Robbie heeft echter andere plannen. Zonder enig woord te zeggen, draait hij zich om en springt hij in mijn armen. Ik heb weinig tijd om hem op te vangen maar weet toch op tijd mijn armen om hem heen te slaan. "Jezus." Robbie lacht, waarschijnlijk te hard voor dit tijdstip. "Die is hier niet. Nou, hup. Lopen." Beveelt hij en hij slaat zijn armen om mijn nek. Zijn benen heeft hij rond mijn middel geklemd. Net een soort aapje. Ik doe wat hij me vraagt en til hem naar de slaapkamer. Zodra ik bij het bed sta, laat hij zichzelf achterover vallen. Ik schud al lachend mijn hoofd. "Jij bent soms zo vreemd." Lach ik en ik trek mijn trui over mijn hoofd. Robbie ontdoet zichzelf van zijn kleding zonder het bed te verlaten. Als enkel zijn onderbroek is overgebleven, kruipt hij diep onder de dekens. Ik pak zijn kleding van het bed en gooi het met mijn eigen kleding in de wasmand. Ons grote slaapkamer licht doe ik uit, waarna ik naast hem in bed ga liggen, ook diep onder de dekens. "Draai je eens om." Hoor ik Robbie fluisteren. Ik doe wat hij vraagt en voel niet veel later zijn armen rond mijn middel en zijn hoofd tegen mijn rug. "Ik wil ook af en toe de grote lepel zijn." Zegt hij en ik voel hoe hij een kusje op mijn schouderblad drukt. Met een tevreden glimlach sluit ik mijn ogen. "Welterusten." Fluister ik. "Welterusten, lief."

Eeuwig en AltijdWhere stories live. Discover now