16. Zeg dat het goed komt

405 20 7
                                    

POV Robbie

Slapen heb ik amper gedaan. Ik heb liggen draaien en woelen in Matthy's bed maar ik heb bijna geen oog dicht gedaan. Telkens als ik mijn ogen sloot, schoten mijn gedachten naar Matthy en hoe hij daar in zijn eentje in dat grote ziekenhuis ligt. "Binnen." Zeg ik als ik iemand op de deur hoor kloppen. De deur wordt langzaam geopend en Koen komt binnengelopen. "Heb je een beetje kunnen slapen?" Vraagt hij en hij komt op het bed zitten. Ik schud mijn hoofd terwijl ik tegen het hoofdeinde ga zitten. "Heeft het ziekenhuis al gebeld?" Weer schud ik mijn hoofd. Ik hoor Koen zuchten. "Wat als jij vast gaat douchen? Dan regel ik met Raoul het ontbijt en kunnen we daarna naar het ziekenhuis. Ik knik dit keer en sta op van het bed. Ik heb nog maar één woord gezegd, veel meer zal er ook niet uitkomen de eerste tijd. Stilzwijgend loop ik richting Matthy's badkamer, een schone boxer in mijn handen. Koen is inmiddels naar de keuken gegaan. Ik draai de kraan van de douche open en trek mijn kleding uit. met mijn hand voel ik of de temperatuur van de douche goed is, en zodra deze op de temperatuur is dat ik hem wil hebben, stap ik er onder. De warme stralen glijden over mijn schouders en rug. Ook mijn haren zijn inmiddels doorweekt. Ik pak de shampoo uit het rekje, zijn shampoo. De shampoo die zijn haar liet glanzen in het zonlicht waardoor ze een gouden gloed kregen. De haren die gisteren bedekt waren met het rode bloed. Ik slik bij de gedachte aan het beeld van gisteren. Matthy die zo hulpeloos op dat bed lag, de artsen die hem met spoed onderzochten. Ongemerkt glipt er een traan van mijn wang, waarna er meer volgen. Door het water van de douche merk ik amper dat ik huil. Ik was mijn haren waarna ik ook mijn lichaam was. Ik probeer de beelden van gisteren aan de kant te zetten. Het helpt niet om hier zielig te gaan zitten doen. Daar heb ik niks aan en daar heeft Matthy niks aan. Ik draai de douche uit en stap uit de cabine. De koude lucht van buiten de cabine doet me rillen. Het is dan nog maar oktober, maar het is al aardig fris. Ik droog mezelf af en als ik mijn boxer aanheb, loop ik terug naar de slaapkamer.

Zuchtend sta ik voor de kast van Matthy. Ik heb zelf geen kleding meegenomen dus moet wel iets van hem aan. Ik trek een zwarte joggingbroek uit de kast en richt me daarna op zijn hoodies en sweaters. Ik laat mijn hand over de zachte stof van de verschillende truien glijden voor ik er eentje uithaal. Een gele Tommy Hilfigger trui. Eentje die hij altijd zo graag droeg, draagt. Hij is niet dood, Robbie, hij ligt in het ziekenhuis. Ik zucht nogmaals en trek de trui over mijn hoofd. Hij is een beetje te groot voor mij omdat Matthy een kop groter is dan dat ik ben. De trui ruikt naar hem, maar niet heel sterk. De geur van wasmiddel overheerst. Als ik ook sokken en schoenen aangedaan heb, pak ik mijn telefoon en loop ik richting de keuken. Raoul en Koen zitten al aan de eettafel. Waar Milo is, weet ik niet. Maar het kan me eigenlijk niet schelen. "Goedemorgen maatje." Hoor ik Raoul zeggen. Ik mompel zachtjes een goedemorgen terug en neem plaats naast hem aan de eettafel. Hij schuift een kop koffie en een bord met daarop een boterham naar mij toe. Ik weet dat ik moet eten maar het nare gevoel in mijn maag zegt iets anders. Het is een soort misselijkheid gecombineerd met een steen in je maag en een brok in je keel. Die combinatie maakt het onmogelijk om ook maar een hap door je keel te krijgen. "Eet alsjeblieft iets." Zegt hij en hij legt zijn hand op mijn schouder. Ik kijk hem aan en knik. Hoewel de geur van koffie me momenteel misselijk maakt, neem ik toch een slok. Met een vies gezicht zet ik de mok terug op tafel. "Ik krijg echt geen hap door mijn keel, sorry." Zeg ik tegen Raoul. Hij kijkt me meelevend aan, maar knikt begrijpend. "Wil je zo al naar het ziekenhuis?" Vraagt Koen. Ik kijk even naar mijn telefoon en zie dat het twintig voor acht is. Ik knik als antwoord. "Bezoekuur is van acht tot half 10." Zeg ik. "Ik ga wel met je mee, Koen moet nog iets doen voor school" Zegt Raoul. Ik kijk hem dankbaar aan. Hij drinkt zijn koffie op en staat dan op. "We bellen zodra we iets weten." Zeg ik tegen Koen als ik hem omhels. "Let jij een beetje op hem?" Vraagt Koen aan Raoul, die op zijn beurt knikt. Koen glimlacht naar ons beide. Ik trek snel mijn jas aan voor ik achter Raoul aan de deur uitloop.

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu