~Deel 2~

2 0 0
                                    

Op eens sta ik stil. Het geritsel wordt harder en harder. Ook hoor ik voetstappen mijn kant op komen. Mijn lichaam wilt maar al te graag wegrennen maar ik kan geen stap verzetten. Het voelt alsof ik vastgenageld zit aan de grond. "Aivy, ren nou weg!" zegt een stemmetje in mijn hoofd. Maar met die woorden hakken mijn voeten nog dieper de grond in. De voetstappen zijn nog steeds te horen en nog even en ze staan voor mij. Inmiddels had  ik mijn ogen dicht gedaan. Ik vond het te eng om te blijven kijken. Waar zijn je ouders als je ze nodig hebt? O wacht, die hebben me natuurlijk verstoten. "Hallo, vreemdeling." hoor ik in eens in mijn rechter oor. Meteen kreeg ik de rillingen. Ook voelde ik mijn hart in mijn keel bonzen. Het was een diepe, donkere mannenstem. "Praat tegen mij." zei hij veel te rustig. Ik hield mijn mond. Denk maar dat ik ga luisteren naar een of andere vreemde man die gaat zeggen dat ik tegen hem moet gaan praten. Het bleef even stil.  Op eens hoorde ik zijn adem veranderen, en voelde zijn hoofd naar mijn andere oor gaan. Ik had immers nog steeds mijn ogen dicht. "PRAAT!" schreeuwde hij keihard in mijn andere oor. Ik hield het niet meer. Langzaam deed ik mijn ogen open en keek de man diep aan in zijn ogen. Hij heeft groene, maar ook veel te donkere ogen.  Het was een grote man, ik schat hem ongeveer 1,90m. Ook heeft Hij grijs-bruin haar met kleine krulletjes er in. Het leek al heel lang niet gewassen. Daarnaast had hij slonzige kleding aan. In zijn geblokte vestje zaten gaten en de broek had ook zijn beste tijd wel gehad.  En wat ik eerder al had bevestigd, hij stonk. Heel erg. 

"Ik zeg het nog ÉÉN keer, PRAAT!" 

The Mate matchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu