Hoofdstuk 11

18 5 4
                                    

Na een hele middag deuren open rukken en bij kamers naar binnen gluren, kom ik uit op een gehavende vleugel. Het zijn de kamers die zich schuin boven de balzaal bevinden, als ik het goed heb. Ook hier is veel puin te vinden. De muren worden gesierd door diepe scheuren, afgebrokkelde stukken steen en gescheurde, scheef hangende schilderen. Ramen zijn gebroken en versplintert. De hallen liggen vol met glas. Er moet sprake zijn geweest van een zeldzame keer dat het serpent dieper het kasteel in getrokken is, in plaats van de omliggende dorpen in.

Ik probeer een aantal van de deurklinken naar beneden te drukken, maar veel zitten er op slot. Een aantal kamers die open zijn zien er verwaarloosd of verweerd uit. Dit móeten wel de koninklijke vertrekken zijn, beslis ik nadat ik langs een enorm schilderij loop. Het is een portret van de koning en de koningin; ik herken de gezichten van de troonzaal, herken zelfs de trekken van Ashton in hun gebeeldhouwde uitdrukkingen.

Een van de deurklinken geeft mee. Ik stap een kamer in - nee, een vertrek. Het zijn meerdere kamers die met elkaar verbonden zijn door middel van ovale doorgangen. Ze zijn overigens ook in het donker gehuld. Ik trek de gordijnen weg, waardoor een laag stof omhoog dwarrelt.

Eerst denk ik dat het de kamers van prins Ashton zijn, maar mijn onderbuikgevoel houdt die gedachten tegen. De kamer is onaangedaan. Alles in de kamer wijst erop dat deze onbewoond is.

Op de meubels heeft zich een flinke laag stof verzameld, de brokken hout in de openhaard zijn niet zwart geblakerd, de ramen lijken al jaren niet meer gezeemd te zijn, het bed is onbeslapen. Dit kán het vertrek van prins Ashton niet zijn. Ik wandel door de ruimten: de eerste kamer is een woonkamer, de kamer ernaast een badkamer, er is een kleedkamer - die wel vier keer zo groot is dan die van mij -, een kamer met daarin een verzameling aan de wapens en een hobbykamer.

Hoewel de wapenkamer me erg aanlokkelijk lijkt, beheers ik mezelf en sluip richting de hobbykamer. Een grote, luie stoel van fluweel materiaal en bezet met grote parels staat in de hoek. Naast de stoel staat een mandje, met daarin bollen wol en een haakwerk dat nog niet voltooid is. In de andere hoek van de kamer staat een gitaar. Ik strijk met mijn vingers langs de snaren, het gruis en vuil raken los, zwieren op de gespeelde noten door de hobbykamer. Mijn adem stokt bij het aanzicht van de kleine boekenplank, boven een kastje met schilderijtjes. Ik loop er snel naar toe, strijk met mijn vingers langs de verschillende titels. Het is een verscheidenheid aan genres, maar mijn hart slaat een sprong over wanneer ik twee geschiedenisboeken van de plank trek.

Ik laat een opgeluchte zucht horen. Na een hele dag besteed te hebben aan het zoeken naar de geschiedenis van prins Ashton en zijn kasteel, had ik haast de hoop verloren. Ik was bang geweest dat geëlimineerd volgens Valerio verwoest had betekend.

Ik pak twee verschillende boeken en ga in de grote fauteuil zitten. De eerste die ik opensla laat mijn longen samenknijpen. Ik hoest het stof uit en wapper het met mijn hand bij me vandaan. Mijn vingers kriebelen bij de gedachten dat ik er eindelijk achter ga komen. 

'Jaar 347,' zeg ik hardop, terwijl mijn vingertop over de inkt streelt. Mijn ogen schieten over de regels.

De familie Ivorne is al 347 jaar aan de macht. De bloedlijn van Koning Antonío Rutger Ivorne II en Koningin Arabella Valerie Ivorne is veilig gesteld met de geboorte van prins Ashton Antonío Ivorne, geboren op de 21e dag van het vorstseizoen.

Dit is geen nieuw nieuws; het omschrijft simpelweg de impact van de geboorte van prins Ashton. Vlug sla ik een aantal pagina's over, ik ga opzoek naar de data die het omkeerpunt hebben betekend.

362, 66e dag van het zomerseizoen
De uitgerekende datum van koningin Arabella nadert.
Het gaat al dagen niet goed met de koningin. Velen wijzen hun vinger naar haar geneesmagiër, Koran Belinde. Hoewel hij beweert dat hij het beste met de koninklijke familie voorheeft, blijken zijn krachten - tot de verbazing van een ieder - niet voldoende om de koningin, noch de baby te redden. Voordat de andere magiërs kunnen arriveren, overlijden beiden. Alles wijst op een complot.

Ik slik. Ik was ervan op de hoogte dat koningin Arabella - de moeder van prins Ashton - gestorven was. Maar dat ze zwanger was? Had ze dat geheim gehouden? Hadden de koning en prins Ashton na haar overlijden besloten het schandaal stil te houden? Ik tel op mijn vingers terug; dit was zo'n vijf jaar geleden. Dat betekent dat het ongeboren prinsesje... een ongelukje was geweest? Werd haar overlijden daarom verbloemd? Ik lees verder.

Op 362, 67e dag van het zomerseizoen, wordt de geneesmagiër Karan Belinde terecht gesteld voor het vermoorden van de koningin en de prinses. Hij wordt gevierendeeld. Zijn lichaamsdelen worden verspreid over het land tentoongesteld, ter waarschuwing voor andere magiërs.

362, 73e dag van het zomerseizoen.
Het wetsvoorstel.
De kroonprins komt met zijn eerste wetsvoorstel, die door zowel de koning als door de hoge heren wordt goedgekeurd. Vanaf deze dag zullen magiërs vogelvrij verklaard zijn. Mensen die magie in hun bloed hebben en daarmee enige vorm van elementaire kracht kunnen gebruiken, móeten aangegeven of vermoord worden. Op de aangifte van elke magiër staat een prijs van vijftig goudstukken.

Met open mond staar ik naar mijn handen. De aders onder mijn huid kloppen mee met mijn hart, dat ook magie door míjn lichaam pompt. Om te lezen hoe wij - mijn mede magiërs - verkocht worden, vermoord worden, voor goudstukken maakt me misselijk. Het is niet iets dat me onbekend was, maar om het in dit boek te zien staan werkt confronterend op me. Hoewel het in de Topaswoestijn, ver bij kasteel Ivor Thorn en de soldaten van de koninklijke familie vandaan altijd veilig was, word ik me met de regels die ik lees steeds bewuster van het feit dat ik me in het hol van de leeuw begeef. Als er iemand hier ook maar achter zou komen dat ik magisch bloed heb, maakt het bloed dat ik afsta voor het serpent niet meer uit. Ik durf te wedden dat de prins er geen twee keer over na zou hoeven te denken om me te vermoorden.

362, 5e dag van het vorstseizoen.
De kroondag van prins Ashton Antonío Ivorne.
Hoge leden uit heel Helvyasa hebben zich verzameld in kasteel Ivor Thorn om de kroning van de kroonprins te kunnen bijwonen. De kroonzaal is uitgerust voor vijftig van de meest dierbare edellieden, degenen die het dichts bij de kroon staan. Hertogen en hertoginnen die provincies uit de naam van de koning helpen besturen, zullen vandaag toekijken hoe de oudste en enige zoon van de koning Antonío Rutger Ivorne II op vijftienjarige leeftijd de kroon zal ontvangen.

362, 5e dag van het vorstseizoen.
De vloek wordt over het koningshuis uitgesproken. Sterfdag van Koning Antonío Rutger Ivorne II.
De kroning van kroonprins Ashton Antonío Ivorne wordt onderbroken door een jonge magiër, die ondanks de strenge veiligheidsmaatregelen het kasteel binnengedrongen is. Uit de naam van zijn rebelse organisatie, Hydra, spreekt hij de vloek over de jonge toekomstige koning uit: een serpent verschijnt en valt de koning aan.
Gespeculeerd wordt dat de magiër wraak neemt uit de naam van alle magiërs in het land. Een andere mogelijke verklaring is het voltooien van de doodsaanslag op de Koninklijke familie, het afmaken waar jaren geleden Koran Belinde aan begonnen is.

'Hydra.' Ik fluister de naam die Joa in mijn oor had uitgesproken hardop. Een rebelse organisatie. Wat houdt dat in? Het heeft sowieso te maken met de magiërs. Het heeft te maken met Joa en zijn windmagie.

De woorden op het papier duizelen voor mijn ogen. Ik probeer alles voor mezelf op een rijtje te zetten: de koningin ging dood en verloor daarbij haar baby. Koran Belinde, haar genezersmagiër, werd ervan verdacht haar vermoord te hebben. Zijn dood zette een nieuw wetsvoorstel in gang, dat ervoor zorgde dat magiërs in Helvyasa nooit meer veilig zouden zijn. Ter wraak heeft een magiër een vloek uitgesproken over prins Ashton, wat resulteerde in een dode koning en een prins die plots wees geworden was.

Ik voel me misselijk. Al die tijd had ik geweten dat magiërs - mijn volk - een schietschijf hadden gedragen. Maar nooit had ik me gerealiseerd dat het prins Ashton was geweest die het wetsvoorstel opgesteld had, die was gekomen met het idee om honderden, zo niet duizenden onschuldige mensen te vermoorden. Was de magiër, die de vloek over hem uit had gesproken, uit op wraak, op boetedoening vanwege het wetsvoorstel? Of lag er meer aan ten grondslag? De Topaswoestijn bevindt zich ver van het kasteel en het koninklijke drama af, maar ik weet zeker dat mijn ouders hiervan op de hoogte zijn. Ik voel me enigszins verraden dat ze mij - de toekomstige leider van het woestijnvolk - dit niet verteld hebben.

Mijn gedachtengang wordt onderbroken door een woedende stem. 'Wat doe jij hier?' buldert prins Ashton, die in de deuropening staat.

Chegaste ao fim dos capítulos publicados.

⏰ Última atualização: Aug 17, 2023 ⏰

Adiciona esta história à tua Biblioteca para receberes notificações de novos capítulos!

Het lot van het serpent Onde as histórias ganham vida. Descobre agora