Hoofdstuk 2. Een tijd terug

1 0 0
                                    

Makatza: Een jaar terug

'Blijf uit zijn buurt' had de elf gezegd.

'Ga er niet heen, het is het niet waard' zei de oude herbergier.

'Je graaft je eigen graf meisje' zei de oude dame waarvan ik bijna zeker was dat het een heks was.

'Als je er heen gaat red je wat je wil redden, maar wat belangrijk is voor jou verlies je.' prefelde het orakel.

'Je bent gek' verklaarde de krijger die ik had overtuigd me over de muur te helpen.

Al de mensen en wezens die het afgeraden hadden schoten door mijn hoofd terwijl ik op een grote harde steen zat. Ik had plaats genomen op de gygantische ruine die een paar uur terug nog een gygantisch kasteel voorstelde. Of ik spijt had dat ik het toch had gedaan? Dat ik alle adviesen in de wind heb geslagen en er toch voor gekozen had om naar hem toe te gaan? Ik denk het niet, al moet ik toegeven dat ik het niet meer zeker weet. Niets was meer zeker voor me. Het was een zwoele avond en de sterren stonden helder aan de hemel. Ik zat in mijn strakke krijgers outfit op de rots met mijn benen gespreid en mijn onderarmen op mijn bovenbenen. Ik had een kromme rug en mijn lange bos haren die eerst nog in een strakke paardenstaart zat was half losgeschoten en danste mee met de wind. Ik moet er verslagen uit hebben gezien maar er was hier niemand. Niet meer. Ik wilde niet naar mijn handen kijken want ik wist dat deze vies waren van het bloed dat langzaam aan het opdrogen was. De pijn van de wonden die ik had voelde ik niet. Het enige wat ik voelde was een leeg gat in mijn borstkas. Mijn leven, mijn leven zoals het goed was was weg. Het was niet perfect, maar het was van mij. Ik was gewaarschuwd kwam er steeds door mijn hoofd. En toch stond ik op die verdomde avond op het bal.

Vier jaar terug:

Met een zwaar gevoel in mijn buik ging ik de balzaal in. Daar stond ik dan, als enig 'mens' in de zaal. Wat ik voelde? Doodangst, het gevoel dat ik enorm hard weg moest rennen en het idee dat ik ieder moment heel die zaal onder zou spauwen. Maar dat was niet mijn doel vanavond. Al zou dat wel een goed verhaal zijn bij de borrel. Maar als ik dat zou doen is de kans groot dat er geen borrel meer zou zijn. Ik nam een grote teug lucht in en blies hem uit terwijl ik mijzelf bij elkaar zou rapen. Het was enorm lang geleden dat er een ambassadeur in Invidia was geweest en daar kwam nu verandering in. Het had een jaar geduurd voor ik de eerste roddels hoorde. Invidia was van plan de muur af te breken. Invidia was groter dan het mensen rijk maar het volk scheen barbaars te zijn. De ambassadeur was een jaar geleden overleden en hij was de enige die de fea tegenhield niet gelijk heel het mensen rijk over te nemen. Niemand had zijn plek in durven nemen. Nu ik hier was, begreep ik waarom. Ondanks dat ik niets te verliezen had, ondanks dat mijn leven niets betekende, had ik nog mijn twijfels over wat ik nu aan het doen was. Als dit mijn dood werd, hoopte ik maar dat het snel gebeurd was. Al deed ik het alleen om mijn miserabele familie te beschermen en daarmee mijn fouten goed te maken. Al wist ik dat wat ik had gedaan onvergefelijk was. Daarnaast was ik altijd enorm nieuwschierig geweest wat zich achter de muur bevond. Dus hier was ik. In de enorme balzaal van de fae koning. Ik had geen idee wat ik kon verwachten. De balzaal zelf was enorm, het had enorme kroonluchters die gevuld waren met kaarsen. De muren waren hoog, zo hoog dat er een reus in had kunnen staan zonder te hoeven bukken. Aan twee kanten waren tientallen muur hoge deuren bevestigd die allemaal openstonden, er hingen witte gordijnen voor die mee dansten op de wind. Ik vermoede dat achter die gordijnen een prachtig balkon was waar ik me op zou kunnen verstoppen. Maar ik riep die gedachte terug en rechtte mijn rug. Ik concentreerde me op het houden van een charmante glimlach  en observeerde mijn omgeving. Met daarbij nadrukkelijk de beste ontsnappingsroute. 

Voor een feest met fae moest een mens altijd op passen had ik gehoord. Fae zijn enorm sterk en de puur bloed fae schijnen zelfs krachten te hebben. Het ijzere mes dat ik onder mijn jurk droeg brande op mijn been. De diepe split in mijn jurk zorgde ervoor dat ik er snel bij kon als ik het nodig had en dat maakte me iets zelfverzekerder. Ik was beter met een mes dan met politiek. Ik pakte een glas champagne van een dienblad die een bediende die langsliep. Ergens verbaasde me het dat het een fae was en ik keek nadrukkelijk op zijn reactie op mij. Maar die kwam niet. Dit stelde me gerust, gaf me zelfs moed. Mijn glimlach werd breder, dit is het domste idee ooit maar gelukkig is er champagne. Het gezelschap was enorm bond. Enorm knappe fae, vrouwelijk en mannelijk danste in de zaal. Ze hadden stuk voor stuk enorm indrukwekkende kleding aan in alle kleuren. Ik had zelf gekozen voor een strakke donkerblauwe glinsterende jurk. Simpel maar elegant. Het liet mijn goed gevormde figuur zien zonder enorm op te vallen. Maar ik had het idee dat door minder op te vallen ik juist meer opviel. Alle fae waren gehuld in felle kleuren. In hun hoge kapsels zaten veren, stokken en soms zelfs hoorns. Hun jurken en pakken bestonden uit bonte kleuren die leken te veranderen wanneer ze danste. 

Chegaste ao fim dos capítulos publicados.

⏰ Última atualização: Jul 01, 2023 ⏰

Adiciona esta história à tua Biblioteca para receberes notificações de novos capítulos!

Het gedoemde rijkOnde as histórias ganham vida. Descobre agora