C H A P T E R I (Nederlands)

103 5 0
                                    

" Jealously is the tie that binds, and binds, and binds

Ups! Ten obraz nie jest zgodny z naszymi wytycznymi. Aby kontynuować, spróbuj go usunąć lub użyć innego.

Jealously is the tie that binds, and binds, and binds"
- James Howell

Krelsa kon de kou door zijn dikke laag kleren voelen bijten, alsof het zo in zijn botten sijpelde. De sneeuw, die het bos in een wit deken hulde; was de eerste sneeuw geweest die ze dit jaar haden gezien in zijn klein dorpje. Als het aan hem lag hopelijk ook de laatste. Krelsa had een hekel aan de winter.

"Is het nog ver?" Krelsa werd uit zijn trance gehaald door de blondharige jongen die achter hem door de sneeuw ploeterde. Josje, zijn stiefbroer keek hem afwachtend aan als Krelsa diep zuchte en zijn schouders ophaalde.

"Ik heb geen idee, Josje. Volgens mij-" Krelsa keek op door het bladerdak naar de lucht die stillaan donkerer werd
"zijn we verdwaald." Gaf hij eerlijk toe. De kaart die hij in zijn handen had was al zo goed als doorweekt door de sneeuw en onbruikbaar geworden.

Zijn stiefvader had hem en Josje eerder deze ochtend erop uit gestuurd om in het donkere woud te gaan jagen. Wat ze niet voorzien hadden was dat het ging sneeuwen. Al hun herkenningspunten in het bos waren ondergesneeuwd en elke boom leek op elkaar.

Met goede moed waren ze begonnen met zoeken naar de weg naar huis, maar zonder geluk. Intussen was al de warmte uit hun lichamen verdwenen net zoals hun energie en begon de avond te vallen.

"Dit is allemaal jouw schuld." Snauwde Josje. Krelsa snoof en gaf Josje een veelbetekende blik.

 Krelsa snoof en gaf Josje een veelbetekende blik

Ups! Ten obraz nie jest zgodny z naszymi wytycznymi. Aby kontynuować, spróbuj go usunąć lub użyć innego.

"Mijn schuld?" Vroeg hij ongelovig. "Ik doe tenminste iets. Het enige wat jij doet is klagen over hoe koud je het hebt en vragen hoe ver het nog is." De vermoeide ogen van Josje bleven op Krelsa rusten terwijl hij in zijn handen wreef om een beetje warmte op te wekken.

"Dat is niet waar." Mompelde Josje als hij tegen een blok sneeuw trapte. Bomen kraakte door de kille noordenwind die door het bos raasde. "Ik-ik geef je emotionele steun."

Krelsa moest moeite doen om niet met zijn ogen te rollen. Liefst van al zou hij de kaart die inmiddels een natte vod was geworden in Josje's gezicht gooien, maar dat kon hij niet doen. Zijn stiefvader zou hem vermoorden. Josje was zijn favoriet en Krelsa? Die kwam altijd op de tweede plek en mocht niets.

Zonder nog een blik op Josje te werpen wandelde Kresla verder door de sneeuw vastberaden om voor de nacht thuis te geraken. Sneeuwvlokken hadden zijn krans van bruine haar al doorweekt waardoor het in slappe slierten aan zijn voorhoofd plakte. Zijn verlseten mantel deed amper iets tegen de kou. Hij moest moeite doen om niet te klappertanden.

"Hé, wacht op mij" Jammerde Josje, die al struikelend achter hem aan kwam.

-

Lange en koude minuten vlogen voorbij totdat Krelsa bijna een kreet van vreugde slaakte. In de verte zag hij licht. Licht betekende leven. Het was hun gelukt, ze hadden het dorp bijna bereikt. Tenminste dat dacht hij. Toen hij Josje praktisch door de sneeuw vooruit had gesleurd en ze het licht naderde was het niet het dorp dat ze zagen.

Een reusachtig kasteel doemde op van tussen de bomen. Waterspuuwers keken op hen neer vanaf de toppen van de torens. Het lichte marmer van het kasteel zorgde ervoor dat het bijna opging in de sneeuw. Naast Krelsa stond Josje met grote ogen en open mond te staren naar het bouwwerk. Krelsa volgde zijn voorbeeld.

"Ik wist niet dat er een heer woonde in het bos?" Krelsa slikte, zijn keel rauw van de dorst. De poort van zwart-ijzer, die het kasteel beschermde volgde rare kronkels versierd met stekels als de doornen op een roos. In het midden van de poort stonden twee letters, AJ. Initialen gokte Krelsa, maar van wie?

"Ik ook niet, Krelsa." Josje keek zijdelings naar Krelsa "Maar er brand licht, we kunnen hier buiten blijven en doovriezen of vragen of we er mogen overnachten." Spoorde Josje aan. Krelsa kreeg de rillingen van de plek, maar wist dat Josje gelijk had. Hij had liever een warm bed dan slapen in de sneeuw en riskeren opgegeten te worden door de wolven die door het woud dwalen.

Josje wou de poort al naderen toen er een schaduw achter de poort verscheen. Een lange gestalte kwam dichterbij. Krelsa kneep zijn ogen tot spleetjes om de schaduw beter te zien. Vuil blond haar dat netjes in model was gebracht leek bijna licht te geven in de donkere nacht. Felle ogen observeerden hen vanachter de poort.

"Kan ik jullie helpen, heren?" Een zelfvoldane grijns speelde rond de gestalte zijn lippen. Krelsa kreeg de kriebels van de man en zette onbewust een stap naar achteren.

Kresla en Josje keken elkaar twijfelend aan. Krelsa wou tegen Josje zeggen dat het beter was dat ze verder gingen omdat hij de vreemde man eng vond, maar Josje had zijn mond al open gedaan.

"We zijn verdwaald." Ongemakkelijk wreef Josje in zijn nek "Heeft u toevallig een kamer vrij, het is maar voor één nacht. Als de zon opgaat zijn we verdwenen" Smeekte Josje bijna.

De man keek traag van Josje naar Krelsa, zijn blik bleef even langer hangen bij Krelsa.
"één nacht zei u?" De man leek bijna geamuseerd. "Nou ik denk dat mijn meester jullie maar al te graag welkom heet." hij lachte "Hij is heel gastvrij, weet u."

Josje leek meer dan blij en straalde bijna.
"Oh danku, danku." herhaalde hij opnieuw en opnieuw toen de man een grote sleutelbos van achter zijn rug haalde en de grote poort niet veel later met een gekraak openging. Josje walste direct door de grote poort het kasteel tegemoet, maar Krelsa bleef wantrouwend staan.

De man schonk hem een wolfachtige grijns, die zijn veel te witte tanden onthulde.

"U bent toch niet bang?" De man zijn blauwe ogen leken recht door Krelsa heen te kijken. Hij ademde een keer diep in voordat hij zijn wantrouwen over boord gooide toen hij in de verte een wolf kon horen huilen.

De sneeuw kraakte onder Krelsa's voeten als hij door de poort wandelde. "Nee, moet ik dat zijn  dan?" De man grijnsde opnieuw.

"Als ik u was zou ik dat wel zijn." Voordat Krelsa het doorhad sloot de poort met een luid gekletter zonder dat de man ook maar een hand had uitgestoken naar de poort. De haren op zijn armen gingn rechtop staan, achter hem kon hij Josje hard horen ademen.
"Volgt u mij heren?" Ging de man verder alsof er niks gebeurt was als hij hen wenkte.

Krelsa en Josje wisselde veelzeggende blikken als ze hem volgde. Het pad naar het kasteel was slecht onderhouden in tegenstelling tot het kasteel. Onkruid kwam zelfs de sneeuw te boven. Enkele beelden stonden als versiering langs het pad, maar vele daarvan hadden hun beste tijd al gekend. Ze hadden de deur van het kasteel bijna bereikt toen de man hen over zijn schouder aankeek.

"Voor ik het nog vergeet," De man glimlachte. "Welkom op het landgoed Sainte Rita."

Krelsa wist niet was het was, maar hij voelde zich alles behalve welkom.

Krelsa wist niet was het was, maar hij voelde zich alles behalve welkom

Ups! Ten obraz nie jest zgodny z naszymi wytycznymi. Aby kontynuować, spróbuj go usunąć lub użyć innego.
The Other Woman (Krelsa x Josje x Arjen)Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz