vast in een cirkel

de val door liefde

Tess is de volgende dag gewoon op stal zoals altijd. Ze is iets later dan normaal omdat ze zich verslapen had. Als ze aankomt is het druk op stal maar een ding valt haar al gelijk op. Tom en Lisette rijden samen in de bak. Tess is natuurlijk jaloers maar ze kan niet rijden en ze kan moeilijk Lisette van het paard af duwen dan vind Tom haar nooit leuk. Ze besluit gewoon langs de bakrand te gaan staan kijken. Er staan hindernissen in de bak maar Tess weet dat lisette niet kan springen maar toch rijd ze op een hoge hindernis af om zich uit te sloven bij Tom maar het gaat fout en haar paard smaragd weigerd de hindernis en Lisette hangt aan haar nek. In een beweging staat smaragd stil en Lisette beland met een klap op de grond. Terwijl Tom van zijn paard af springt belt Tess een ambulance. Na nog geen half uur word Lisette mee genomen door de ambulance en Tom en Tess zadelen smaragd af. Ze zeggen geen woord tegen elkaar omdat ze nog een beetje geschokt zijn over wat er gebeurt is maar uiteindelijk lachen ze al weer. Ze doen samen alle stal klusjes en vraagt Tom of Tess met hem mee wil komen. Zonder dat Tess weet waarheen ze gaan stap ze op haar fiets. Ze fietsen een stukje naar een bankje. Het bankje staat midden in een bos en er is nooit iemand. Tom en Tess gaan op het bankje zitten en dan begint te praten. Hij verteld hoe bijzonder hij Tess vind terwijl hij met zijn hand door haar bos met krullen streeld. Hij verteld dat hij zijn paard bliksem heeft genoemd omdat hem liet denken aan tess omdat haar haar eraltijd uit zag alsof het getroffen was door de bliksem. Tess voelt zich voor even het gelukkigste meisje op de wereld. De populaire en knappe stal jonge vind haar leuk en ze kan het nog steeds niet geloven. Zelf nadat Tom het 20 keer had gezecht wilde ze het nog niet geloven. Dan is het tijd voor Tess om naar huis te gaan maar zodra ze daar aan komt staat haar moeder op de oprit met haar auto sleutels in haar hand. Tess zet haar fiets weg en stapt bij haar moeder in de auto. Ze rijden opweg naar het ziekenhuis om te kijken hoe het met Lisette is. Tess wilde eigenlijk niet maar omdat haar moeder en de vader van Lisette zo goed bevriend zijn vond haar moeder het netjes als ze even langs zouden gaan. Ze lopen de wachtkamer in en gaan zitten. Ze moeten nog een half uur wachten tot het bezoek uur is en de moeder van Tess pakt er een tijdschrift bij. Terwijl ze leest kijkt ze af en toe even naar Tess. Tess kan niets anders dan geïrriteerd kijken omdat ze een half uur moet stil zitten op een plek waar ze niet wil zijn. Dan zet de moeder van Tess en serieuze stem voor en verteld dat ze een beetje vrolijker moet kijken omdat dat Lisette niet erg gewond is geraakt en dat het netjes is om je stief zusje te bezoeken als ze in het ziekenhuis ligt. Dan springt Tess van haar stoel. STIEFZUSJE schreeuwd ze en iedereen in de wachtkamer kijkt haar kant op. Haar moeder trekt haar terug en laat haar verlovings ring zien. Tess kijkt vol verbazing naar de ring. Ze wist dat haar moeder en de vader van Tess vaak dingen samen deden maar ze had nooit verwacht dat ze ooit zouden trouwen en zij en Lisette stiefzusje zouden worden. Ze wil boos weg lopen maar dan word er omgeroepen dat het bezoek uur is begonnen en haar moeder trekt haar mee naar de kamer waar Lisette ligt. Als ze de kamer in loopt kijkt Lisette gaar vol afschuw aan. Ze had het grote nieuws blijkbaar ook al gehoord. Ze kijkt Tess straks aan met haar grote blauwe ogen vanuit haar ziekenhuis bed. Lisette had alleen haar been in het gips en leek voor de rest gewoon op zichzelf. Tess en haar moeder lopen naar het bed toe en Tess geeft het bosje bloemen die ze hadden mee genomen. De vader van Lisette en de moeder van Tess beginnen gelijk de praten maar Tess zegt geen woord tegen Lisette en andersom ook niet. Na een heel uur stil op een stoel gezeten te hebben wil Tess graag naar huis en gelukkig is het bezoek uur voorbij. Als ze met haar moeder terug rijd bedenkt ze opeens iets, als ze morgen op stal is dan is Lisette er niet door haar been. Ze word blij van die gedachte en kijkt uit naar de volgende dag.