Hoofdstuk 13 Lily en James

312 19 2
                                    

James,Lily, Ginny,Hermelien,Ron en alle anderen van de familie Wemel/Potter zitten rond het bed. Albus ligt al 2 dagen in coma en zelfs Mevrouw Pleister kan er niets over zeggen. Harry is er niet bij. Hij moest naar het buitenland en hij was er al en kreeg daar geen toestemming. Iedereen blijft hopen op een goede afloop

Ondertussen vecht Albus voor zijn leven. Hij is plotseling in een soort wolkenhemel, waar hij allemaal geesten ziet! Albus denkt: Ben ik dood? Hij gaat verder door de hemel, want hij is erachter dat dit de hemel is en ziet Remus Lupos en Nymphadora Tops. Remus schrikt wn zegt: "Albus! Ben je dood of leef je nog ?" "Weet ik niet,sorry." En hij loopt verder. Remus roept hem nog na:" James en Lily zijn daarachter!" Albus begrijpt het in eerste instantie niet maar begrijpt dan plotseling dat hij zijn overleden opa en oma bedoelt.

Hij loopt naar achter en ziet iemand die ongelooflijk veel op zijn vader lijkt, zijn opa. Hij rent- zo ver hij kan rennen- naar zijn opa en oma en zegt:" Zijn jullie James en Lily Potter?" James en Lily knikken en vragen:" En wie ben jij?" "Ik ben Albus, de zoon van uw zoon Harry." "Kom hier! Ben je dood? Of leef je?" "Ik weet het echt niet. Ik leef volgens mij nog maar ik ben of bijna dood of dood anders zou ik hier niet zijn." "Maar als je niet dood bent ga je over 2 uur terug. En dat kunnen we testen. Hou je wijs en middelvinger op je hals naast je luchtpijp en als je bonken hoort leef je nog" Zo, Albus deed het en zei:" Ik leef!" Lily was ook blij voor Albus, maar vooral voor Harry, haar zoon. Na 2 uur gekletst te hebben zegt Albus:" Ik moet voor nu gaan, maar als ik alsnog sterf dan kom ik naar jullie!" Lily geeft hem een knuffel en zwaait. Ze is toch een beetje van hem gaan houden.

Albus Potter en de nieuwe vijandWhere stories live. Discover now