Proloog

761 34 11
                                    

Het was alsof de herfst dat jaar extra vroeg inviel. De ochtend van 1 september was even fris en goudgeel als een appel, en terwijl het gezinnetje haastig overstak naar het enorme, beroete station, glinsterden de uitlaatgassen van de auto's en de ademwolken van de voorbijgangers in de koude lucht. Boven op de afgeladen bagagekarren die de ouders voortduwden, rammelden twee grote kooien. De uilen in de kooien krasten verontwaardigd en het roodharige meisje sjokte snikkend achter haar broers aan en hield zich aan haar vaders arm vast. "Nog even en dan mag jij ook," zei Harry. "Nog twee jaar," snotterde Lily. "Ik wil nú gaan!" De forenzen in het station keken nieuwsgierig naar de uilen terwijl het gezin naar het hek tussen perron 9 en 10 liep. Boven al het lawaai in het stationsgebouw uit hoorde Harry de stem van Albus; zijn zoons hadden de ruzie die in de auto was begonnen hervat. " Nietes, ik kom niet in Zwadderich!" "Hou nou eens op James! zei Ginny. "Ik zei alleen misschien," zei James en hij grijnsde naar zijn jongere broer. "Dat mag toch wel? Misschien komt hij in Zwad-" Maar James zag zijn moeder kijken en hield vlug zijn mond. De vijf Potters liepen naar het hek. Met een pesterige blik op zijn jongere broer nam James de bagagekar van zijn moeder over en begon te rennen. Een ogenblik later was hij verdwenen. "Jullie schrijven toch wel hè?" vroeg Albus aan zijn ouders, de tijdelijke afwezigheid van zijn broer benuttend. "Iedere dag als je wilt," zei Ginny.
" Nou, iedere dag hoeft ook weer niet," zei Albus vlug. "Volgens James krijgen de meeste leerlingen maar een keer per maand een brief van thuis. "Vorig jaar hebben we wel drie keer per week geschreven, aan James" zei Ginny.

Even later zien ze ook Ron en Hermelien met Roos en Hugo. Roos had haar gewaad al aan en glimlachte richting Albus. James komt intussen met 'spectaculair' nieuws. Teddy zou Victoire gezoend hebben. Lily is opgetogen en zegt:" Dan hoort hij echt bij onze familie," Waarop Harry zegt:" Waarom laten we hem niet inwonen?" James zegt:" Ja ik deel wel een kamer met Albus, dan krijgt Teddy mijn kamer." Harry antwoordt: Nou, pas als ik wil dat het huis gesloopt wordt, slapen jullie in een kamer, eerder niet. O, het is tijd. Stappen jullie in?" Hij zegt tegen Albus:" Dag Al!" Albus kijkt nog een beetje bang naar Harry en vraagt:" Wat nou als ik bij Zwadderich kom?" Die vraag was alleen voor zijn vader. Harry ging op zijn hurken zitten en zei: "Albus Severus, je bent vernoemd naar twee schoolhoofden van Zweinstein. Een van hen was een Zwadderaar, en waarschijnlijk de moedigste man die ik ooit heb gekend." "Maar stel nou?" " Dan heeft Zwadderich er een uitstekende leerling bij. Maar als het je echt uitmaakt, kun je Griffoendor verkiezen. De sorteerhoed houdt rekening met je keuze. Tenminste, dat was bij mij." Harry had dit nog nooit verteld. Albus ziet mensen staren en vraagt in het algemeen:" Waar staren ze toch naar?" Ron antwoordt:" Maak je niet druk, ze kijken naar mij. Ik ben namelijk ontzettend beroemd. Albus, Roos,Hugo en Lily lachen. Daar gingen ze. Harry liet ze gaan en wreef over zijn litteken. Hij deed al 19 jaar geen pijn meer en alles was goed. Nu was het zijn beurt.

Albus Potter en de nieuwe vijandWhere stories live. Discover now