11. Het besluit (van Gerard)

68 7 3
                                    

Gerard

Ik vrees dat hetgeen ik nu doe, precies dát is, waar Louise zo tegen is. Ervan overtuigd zijn dat ik het bij het rechte eind heb en zij daarom dus niet. Haar dwingen mijn weg te volgen in plaats van haar vrij te laten en haar ding te doen - zonder mij.
Het verschil is alleen dat ik haar heel goed snap, zij begrijpt mij en de connectie die ik met haar heb niet. Het is voor mij geen vrijwillige keuze om haar te laten gaan en haar leven te leiden - zonder mij.

Nu ik weet van haar bestaan, is zij onlosmakelijk met mij verbonden, of zij dat nou wil of niet. Zij kan heel makkelijk zeggen dat ik me eroverheen moet zetten, maar zo werkt dat niet. In ieder geval niet nu onze band is bezegeld. En bezegeld is hij. Twee keer.

Nu moeten we beiden leven met de gevolgen. Een angstige opwinding bouwt zich op bij mij. Dit gaat een gigantisch verbaal en (misschien ook wel) fysiek gevecht worden en ik kijk er op een masochistische manier naar uit. Vervelen zal ik me de komende tijd niet.

Ondertussen heb ik Blue Haven verlaten en ik ga in gedachten na of ik alle punten in mijn hoofd naar tevredenheid heb uitgevoerd.
Stap één was het lastigste. Dat was Louise overtuigen om bij mij te blijven. Het is waarschijnlijk overbodig te zeggen dat die stap al schromelijk is mislukt. Ik hoop dat ze geen hoofdpijn heeft als ze weer bijkomt. Gelukkig weegt ze niks - tenminste, niet in verhouding met mijn wolvenkracht - en ze ligt al enkele uren over mijn schouder terwijl ik in mensengedaante zoveel als mogelijk kilometers tussen Blue Haven en onszelf wil hebben voordat zij ontwaakt.
Ik probeer zo regelmatig als mogelijk te lopen, zodat zij niet te kampen krijgt met allerlei ongemakkelijke schokken. Waarschijnlijk beseft zij dat niet - ook niet achteraf - maar het helpt mijn eigen schuldgevoel te temperen.

Het is me wel gelukt om haar vriendinnen te laten weten waar ze haar over pak 'm beet een week kunnen vinden. Ik heb het zelfs mondeling over kunnen brengen. Ze waren beiden niet heel blij met mijn uitleg en ik weet niet of ik ze helemaal heb kunnen overtuigen van mijn intenties, zo zonder een aanwezige Louise om mijn woorden kracht bij te zetten.
Maar ze hebben de adresgegevens opgeschreven en mochten zij eerder in Moonlight zijn dan ik, dan is de sleutel van mijn huis - en wat voor één -, voldoende bewijs van mijn vertrouwenwekkende inborst, toch? De brief aan mijn vader die zij af gaan leveren (ik had het hart niet om hem nu al telefonisch te informeren over mijn zielsverwant, niet nu de uitkomst zo onzeker is) haalde ze uiteindelijk over de streep.

Ik heb de rugzak van Louise gevuld met haar kleding en dergelijke en die hangt nu over mijn schouders. Ze zal het vast niet erg vinden dat ik mijn schamele bezittingen erbij heb gevoegd. Ze zal andere dingen veel erger vinden. 

De hotelkamer is opgezegd en feitelijk waren dat de stappen. Dat ik midden in de nacht met een jonge bewusteloze vrouw wenste te vertrekken, deed de eigenaar niet meer dan een wenkbrauw optrekken. Ik hoop dat het aan mijn Alfa-status ligt en niet dat iedere vagebond zo'n streek uit zou kunnen halen. Misschien wel een dingetje dat ik aan Vince voor moet leggen. Al kwam het mijzelf natuurlijk wel erg goed uit.

Ik hijg niet terwijl de kilometers zich aaneen rijgen en ik mijn weg vervolg in een rustig tempo. Het is goed dat ik haar langzaam laat wennen aan het feit dat weerwolven bestaan en dat zij in mijn mythische wereld wordt gezogen. Ik verwacht de eerstkomende tijd nog niet thuis te zijn. Het Duistere Woud zorgt voor voldoende ruimte om elkaar door en door te leren kennen. Louise kan geen kant op - zal niet weten waarheen ze zou moeten gaan - en dat zal ze absoluut niet leuk vinden. De adrenaline neemt toe.

Er spiekt wat daglicht door de bomen wat mij doet beseffen dat ik de hele nacht door heb gehaald. De activiteiten en het gezelschap waren voortreffelijk en gelukkig kan mijn lijf wel wat hebben, maar ik weet niet hoe verstandig het is om niet meer helemaal scherp te zijn als Louise zo wakker wordt. Haar ritme is ook onderbroken, niet te vergeten haar eventuele hoofdpijn die ze door mij zal hebben. Dit zal een roerig ochtendje worden.

De spanning bereikt een hoogtepunt als ze kreunt. Dat is de eerste reactie sinds ze als een zoutzak het Woud in werd gedragen.
Ze beweegt nu en het wordt tijd om te stoppen met lopen. Ik kijk zuchtend om me heen. Overal zijn bomen te zien (dat is natuurlijk niet zo gek, in een bos) en de zon weet wel wat stralen op de grond te krijgen, maar ze zal straks vooral heel veel boomkruinen en ander groen om zich heen zien. Iets heel anders dan haar verwachting, kan ik me zo voorstellen.

Terwijl ik haar op een zacht stukje grond leg, stap ik een paar meter van haar vandaan om haar alle ruimte te geven tijdens het wakker worden. Mijn hart bonst luid.

De kapingKde žijí příběhy. Začni objevovat