Het begin

371 22 18
                                    

De volgende dag zit je naast je vader achterin het aftandse koekblik dat voor een auto doorgaat, terwijl je broers voorin geforceerd een gesprek op gang proberen te houden. Ze hebben het onderhand opgegeven om jou erbij te betrekken.
Je drukt je voorhoofd tegen het glas en negeert ze allemaal nadrukkelijk terwijl je de weg onder je voorbij ziet flitsen, en de zon langzaam op ziet komen, tussen de tranen door.
Met een schok kijk je pas echt op als de auto vaart mindert en uiteindelijk stopt.

De omgeving is bosrijk, zoals verwacht. Een grote onaantrekkelijke uitziende haag van meer dan drie meter hoog bevindt zich rechts van je en gaat oneindig door - voor je gevoel - met slechts één enkele opening in zicht.

Voordat je kunt ontdekken wat zich daarachter bevindt, word je afgeleid door de mensen die in groepjes her en der verspreid staan.
De aanwezige vrouwen - je schat dat het er een stuk of twintig zijn - zien er bijna allemaal jong uit, de zestienjarige meisjes voelen zich duidelijk anders dan jij gezien hun stralende gezichtsuitdrukkingen en opgewonden gebaartjes.

Caleb zegt, terwijl je zijn ogen ziet stralen: "Wauw, dat ziet er goed uit!"
Hij geeft Bryan een boks en ziet jou dan kijken. Hij kijkt snel weer voor zich uit, opgelaten. Maar aan zijn profiel bemerk je nog steeds dat hij zich verlekkert aan het lieflijke beeld voor hem.

Je vader zucht even en schudt zijn hoofd. Toch kan je merken dat hij zich beter in zijn zoons dan in zijn dochter kan inleven gezien zijn toegevende lachje.
Voordat hij zijn portier opent, zegt hij: "Jongens, adem inhouden. Jullie spel begint straks pas. De dames hebben een voorsprong nodig."
Daarbij kijkt hij je lachend aan, om dan kuchend zijn ongemak te verbergen door dit keer wel uit te stappen.
Je draait je vuurspuwende ogen weer naar de heg.

Jouw deur heeft kinderslot en quasi-gelaten wacht je af tot je vader je uit de auto helpt. Vanuit je ooghoeken zie je een vrouw bij een ontzettend grote hoorn staan. Haar voorkomen is beduidend ouder dan de rest.
Dan zeg je met terneergeslagen ogen: "Nou, dag jongens. Happy hunting."
Ze brommen wat terug, Bryan zwaait nog even. Maar ze houden nog steeds trouw hun adem in, dus je sluit het portier maar.
De auto rijdt van je vandaan en je voelt je gemoed als een steen in je maag terwijl je het gevoel hebt dat alles wat veilig was van je weg valt.

Er komt een oudere man op jullie af en hij zegt opgewekt: "Dag, jij moet Ana zijn?"
Voor één keer wordt je vader genegeerd en ben jij de belangrijkste. Je wilde maar dat dat niet zo was.
Je knikt een enkele keer.

Hij laat zich niet uit het veld slaan door jouw minieme reactie maar praat vrolijk verder: "Geweldig! Je bent de laatste, bij deze zijn we compleet. Dat betekent dat we nu snel kunnen beginnen."

De paniek grijpt je bij de keel en ongewild kijk je je vader met grote ogen aan, op dit moment is hij nog je enige houvast.
Hij laat het zich even aanleunen en pakt je stevig beet. Dankbaar laat je zijn armen even om je heen, om dan te snel zijn verraad weer te voelen.
Toch onwillig loop je bij hem vandaan en komt bij een groepje meisjes in de buurt waar net opgewonden wordt gepraat.

Enkele meisjes zien er meer dan mooi uit. De haren zijn keurig gekruld, hun make-up zit vlekkeloos. Toch kan je niet anders dan licht misprijzend kijken naar de onpraktische strakke en vooral korte jurkjes en hoge hakken die diegenen dragen. Jouw eigen gympjes en simpele spijkerbroek steken er ongunstig bij af.
Gelukkig ging het zelfs je vader te ver om je in bepaalde kleding te dwingen, maar je merkt aan zijn geschuifel dat hij dit volgend jaar niet zo makkelijk laat gaan - mocht er een volgende jaar komen voor jou. Wat je betwijfelt.
Gelukkig zijn er anderen die net zo wijs gekleed zijn als jijzelf, maar op dit moment sta je dicht bij de eerste soort.
De twee adolescenten zijn schril met elkaar in gesprek. Het vervult je met weerzin, maar om bij je vader te blijven staan vind je nog erger.

"Hij komt dit keer echt! Hij is twintig geworden dus het kan niet anders."

Het klinkt alsof dit al enkele keren is besproken, maar té groot nieuws is om daarna niet meer te benoemen.
Je kijkt blijkbaar vragend genoeg want degene die aan het woord was, een blondine met ontzettend grote en blauwe ogen, zegt verklarend: "Als zoon van de Alpha mag je pas meedoen vanaf je twintigste om de kans op je mate te vergroten en gelijk te kunnen regeren met je mate. Daarom is deze jacht een maand uitgesteld, Zane is vorige week net jarig geweest."

Je knikt ongemakkelijk, maar besluit daarna dat je eigenlijk geen zin hebt om te doen alsof je daarom geeft. Bovendien wist je dat al. Zelfs in het gat waar je woont worden zulk soort nieuwtjes bekend gemaakt en de huidige wetten verteld, bijvoorbeeld door je hoopvolle vader.
Je keert je van ze af, net op het moment dat de oudere man zijn speech begint.

"Lieve dames, de jaarlijkse jacht gaat over enkele ogenblikken van start. Jullie zijn bekend met de regels, maar ik noem ze nog even: je krijgt een uur voorsprong waarna we de heren op jullie loslaten. Die mogen zich, net zoals jullie, niet veranderen in hun wolf, maar gebruiken wel al hun zintuigen, op zoek naar hun zielsverwant.
Behalve deze poort is er geen andere uitgang, je kunt dus via de randen altijd weer hier uitkomen en daarom niet verdwalen."

Hoewel hij het als een pluspunt benoemt, klinkt de dreiging door voor jou.
Je balt je vuisten in onmacht.
De man praat door.

"Als iemand zijn mate vindt, gaan zij ook naar de uitgang. Dat zijn de geslaagden."

Er klinkt wat gelach, de man kijkt met glinsterende ogen rond, een tevreden lachje om zijn mond. Vervolgens dempt hij zijn stem wat en weet er wat droefenis in te leggen.

"Mocht de schemering vallen en nog niemand heeft je geclaimd, dan zat je mate er helaas niet bij."

Zijn stem wordt weer luider, blijer: "Maar volgend jaar is er weer een kans. Weet dat als het donker wordt, je je naar de uitgang mag begeven. Je bent dan vrij om weer naar huis te gaan."

Terwijl voor jou de hoop in zijn laatste woorden liggen, praat hij door over tasjes met eten en drinken voor onderweg.

Bijna gedachteloos neem je jouw deel aan en keert vervolgens terug naar je vader.
Hij staat je met tranen in zijn ogen aan te kijken en spreidt zijn armen.

Ondanks alles loop je in zijn warme veilige haven en laat jezelf knuffelen. Verstikt doe je een laatste poging: "Pap, alsjeblieft. Ik wil niet."

Je voelt hoe hij verstijft en jou dan op een armlengte voor zich houdt. Hij zegt - en je bent ervan overtuigd dat hij het liefdevol bedoelt: "Lieverd, jij denkt dat dit vreselijk is, maar zie het als het spel wat het is. Het komt allemaal goed, ik beloof het."

"Met mijn leven als inzet?"

Maar je verontwaardigde vraag valt in het niet, als de gigantische hoorn zijn diepe geluid kenbaar maakt.
Het zeer mannelijke gejoel niet al te ver weg doen je de haren ten berge rijzen.

Als je opkijkt, zie je hoe de andere meiden afscheid nemen van hun ouder en richting de poort lopen, de meesten giechelen en lachen. Je veegt je plotseling klam geworden handen af aan je dunne oversized shirt, volgens jouzelf een verstandige keuze in deze omgeving met dit weer. Eronder draag je nog een hemdje.
Langzaam volg je de anderen onder de doornige haag door, zonder ook maar een laatste blik op je vader te werpen.

De JachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu