Deel 38: zomervakantie

29 2 1
                                    

Ik en Nora praten aan één stuk door terwijl we langs alle winkels gaan. Als we moe zijn, lopen we naar een bekende restaurant en zoeken plaats helemaal vanachter. "Ik heb zoveel honger!" zegt Nora en pakt direct het menu. "Ik heb ook honger maar ik heb altijd honger", zeg ik. Nora lacht. "En wanneer ging je Mustafa precies zien?"vraagt ze. Ik haal mijn schouders op. "Ik ben degene die zei dat ik hem wel ergens hier zou tegenkomen. Dus we zullen zien. Die zal sowieso komen", zeg ik. Nora kijkt me lang aan zonder iets te zeggen. "Is er iets ahha?" vraag ik ongemakkelijk. "Je klinkt zo kalm", zegt ze. Ik kijk haar schuin aan. "Moet ik panikeren?" Nora knikt. "Ja, zo was je altijd al als er nieuws was over Mustafa", zegt ze. "Nora, ik ben gewoon wat ouder en wijzer geworden", zeg ik slechts.  Dat is ten minste wat ik denk. Waarom heb ik mezelf zo voorgelogen? Had ik het niet eerder kunnen opmerken?

Na het eten besluiten we om even in het parkje naast het restaurant te zitten. "Ben je niet nieuwsgierig?" vraagt Nora nadat we plaats hebben genomen op een bankje onder een gigantische boom. "Nieuwsgierig naar wat?" "Toufik." Even lijkt mijn hart te stoppen, maar na 2 seconden herpak ik me. "Hoezo, is er iets met hem gebeurt?" vraag ik nonchalant. "Ja", zegt Nora. "WATT??? Wat is er met hem?? EN JE ZEGT ME DAT NU?!" Nora lacht om mijn reactie. "Je hebt zijn hart gebroken, weet je nog?" doet ze me herinneren. "Klopt.. pff", zeg ik en even ben ik in de war. Even weet ik niet wat ik moet zeggen. "Hij komt zeker niet meer terug, hé?" vraag ik. "Hayat, je weet toch dat ik je al heel lang ken? Ik ken jou beter dan jij jezelf kent", zegt Nora. "Dus?" Nora is stil. "Heb je goede herinneringen aan mijn broer? Betere herinneringen dan Mustafa?" vraagt ze.  "Ik heb heel veel meegemaakt met Toufik, echt gekke dingen ahah maar Mustafa snap je, ik heb nooit de kans gehad om hem te spreken ofzo om echt herinneringen te hebben", zeg ik. "Oké stel je voor dat mijn broer jou wilt zien, maar op dezelfde dag wilt Mustafa jou ook zien. Wie kies je?" Ik hoef niet eens na te denken en antwoord meteen: "Mustafa." Nora lacht. "Waarom heb ik de vraag zelfs gesteld?" 

Niet veel later krijg ik een bericht van Mustafa dat hij onderweg is. "Amai, die vertrekt nu pas ofwa?"vraagt Nora. "Nee, hij is al onderweg", probeer ik Mustafa te verdedigen. Niet veel later wordt Nora gebeld. "Ben je hier al? ... Waar? ... Ik ben met Hayat... Ik denk niet dat je haar vandaag kunt zien? " zegt Nora tegen iemand aan de telefoon. "Wie wilt me zien?" vraag ik nieuwsgierig. "Toufik... ". "Is hij hier?!"vraag ik. "Hij is bij ons huis", zegt Nora. "Waarom wilt hij me zien?"vraag ik. "Gewoon, omdat het lang geleden is." "Pff, misschien vanavond, als we terug zijn", zeg ik. Nora schudt haar hoofd. "Hij vertrekt vanavond naar Marokko", zegt Nora. "Ah, maar nu zal ik Mustafa zien dus ... ".

Ik krijg weer een bericht van Mustafa of ik naar de bib wil gaan. Ik denk lang na. Na lang nadenken, vertrek ik. Ik neem afscheid van Nora en we gaan beide onze eigen kant op. 

I like youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu