Deel 32: vijfde middelbaar

30 2 0
                                    

"Waarom niet?" vraag ik. "Je gaat echt niet alleen met Nora. Het is gevaarlijk", zegt mijn moeder. Ik zit al een uur met haar te discussiëren, maar ze wilt me nog steeds niet laten gaan. "Ik zal dan alles doen wat je wilt",zeg ik wanhopig. "Je hebt geen keus. Je moet sowieso doen wat ik zeg", zegt mijn moeder. Ik zucht en kijk haar aan met puppy-ogen. "Ik vraag nooit iets en dat weet je. Maar deze keer moet ik echt gaan. Nora heeft de tickets al gekocht", zeg ik. Mijn moeder zucht. "Jullie maken altijd plannen in jullie eentje", zegt ze. Na een stilte zegt ze:"Ik zal erover nadenken. Ga slapen. Het is al laat." Ik kus haar op haar voorhoofd en loop naar Younes in zijn ziekenhuisbed. Hij omhelst me en zo neem ik afscheid van hun. 

Als ik het ziekenhuis uit stap, zie ik Mustafa nog steeds aan de bushalte staan. Het is gestopt met regenen en ik hem mijn haren netjes in een dotje gedaan. Alleen jammer dat ik een pyjama aan heb, maar ach ja. Ik kan de tijd niet terug draaien. Ik loop langs de bushalte richting mijn huis als ik opeens weer mijn naam hoor. Niks is mooier dan mijn naam uitgesproken door Mustafa. "Hayat." Ik kan het wel duizend keer opnieuw afspelen in mijn hoofd.  

"Ik?"vraag ik als ik me omdraai en hem aankijk. Zijn mondhoeken gaan omhoog. "Je hebt het helemaal verkeerd. De vorige keer dat ik je sprak. Ik heb nooit gezegd dat je me stoort." Ik weet even niet wat ik daarop moet zeggen. "Ik ben druk met studeren. Ik krijg niet veel kansen om je te zien. Ik heb amper kansen om mijn familie of vrienden te zien. Ik weet dat ik zielig ga overkomen, maar ik heb vaak geprobeerd op plaatsen te komen waar ik denk jou te zien. Maar ik denk dat ik je maar 2 keer heb gezien. Die 2 keer dat ik jou heb gezien was ik echt blij en je stoort totaal niet."zegt Mustafa. "3",zei ik. "3 keer, of ben je vandaag niet blij om me te zien?" Mustafa lacht. "Je hebt gelijk, 3 keer." Ik heb hem altijd zien lachen met zijn vrienden en ik heb altijd de reden achter zijn lach willen zijn. Dat hij hier en nu lacht om mij is net als een droom die uitkomt. Op het moment dat ik iets wil zeggen, komt de bus en besluit ik gewoon het gesprek zo te laten eindigen. Een einde met een glimlach. 

De volgende dag merk ik dat iemand me een bericht heeft gestuurd. Ik lees het bericht en bel Nora direct op. "Wat is er? Waarom bel je zo vroeg?" "Morgen! Morgen, om hoe laat vertrekken we?" zeg ik. "Je mag gaan??"vraagt Nora. "Je liegt toch niet tegen me?" "Nee, mijn moeder heeft me net een sms gestuurd dat ik mag gaan en voorzichtig moet zijn. Je hebt het adres van Toufik toch?" "Ja, geen zorgen. Zodra we landen, nemen we de taxi naar zijn huis. Ik kan niet geloven dat we echt gaan!"

I like youDonde viven las historias. Descúbrelo ahora