Hoofdstuk 1

3.7K 89 40
                                    

Hey Allemaal  

Wat leuk dat jullie mijn verhaal lezen! Ik ben een echte Harry Potter fan en ik ben dol op schrijven dus daarom dit verhaal. Maar dit verhaal was er nooit geweest zonder de hulp van mijn vrienden. Ze zijn me nauw aan het hart en ik wil ze erg graag bedanken dus: bedaaaaankt!!!  

Dit is mijn eerste verhaal dus tips zijn altijd welkom en sorry als er spellingsfouten in staan (Ik ben niet echt goed in spelling :c ) Maar het belangerijkste voor mij is dat jullie er plezier aan beleven.  

En om dit boek echt te laten beginnen wil ik graag het volgende zeggen: Ik zweer dat ik alleen snode plannen heb!  

Veel plezier.

Albus kijkt naar Rose die al een hele tijd met haar neus in haar boek zit.

'Dat boek heb je toch al gelezen?' vraagt Albus. Rose knikt alleen maar. 'Wordt het dan niet saai?' vraagt hij verder. Rose schudt haar hoofd. Albus zucht en kijkt door het raampje naar de voorbijrazende weiden. Zijn eerste jaar op Zweinstein, wat gaat hem dat brengen? Hij is op van de zenuwen sinds gisteren en de grapjes van zijn oudere broer James maakte het er niet beter op. Zijn grootste angst voor vandaag is de sorteerceremonie. Hij wil zo graag in Griffoendor, zoals de rest van zijn familie, maar hij wil echt niet in Zwadderich. Zwadderich, de afdeling waar de meeste slechte tovenaars vandaan komen. De afdeling waar de ergste moordenaar uit de tovenaarsgeschiedenis en de grootste vijand van zijn vader zat, Voldemort. Zijn vader, de beroemde Harry Potter, had tegen hem gezegd dat het hem niet uitmaakte in welke afdeling Albus terecht ging komen. Dat het niet erg is om in Zwadderich te belanden, want zijn tweede naam, Severus, kwam van een tovenaar die zijn vader één van de beste tovenaars vind. Maar wat als zijn vader tegen hem had gelogen? Wat als hij teleurgesteld zou zijn als Albus in Zwadderich komt? Hij zou zijn familie niet meer onder ogen willen komen.  

Albus staat op, pakt zijn gewaad en andere schoolkleren en loopt de cabine uit. 'Ik ga mij omkleden,' zegt hij nog tegen zijn lezende nicht en hij stapt de gang van de Zweinsteinexpress op. In gedachten verzonken ontwijkt hij de babbelende, lachende kinderen en duikt de toiletten in. Hij trekt zijn splinternieuwe gewaden aan. Welke kleuren zullen er morgen opstaan: rood, blauw, geel of het gevreesde groen? Hij verlaat het toilet en hij wil terug naar zijn cabine maar opeens zoeven twee zachte ballen langs zijn benen. Albus verliest zijn evenwicht en valt hard op de grond. De twee katten, een pikzwarte en een grijs-zwarte rennen in cirkels achter elkaar, met Albus als middelpunt.

'Ow nee,' zegt een meisjesstem.

Albus kijkt op. Twee meisjes komen op hem af. Het eerste meisje heeft lang, golvend, lichtblond haar. Haar ogen zijn gifgroen en amandelvormig en haar huid is wit, heel wit. Het meisje dat achter haar aanloopt heeft lang bruin haar en groene ogen, maar donkerder dan die van de eerste. Beiden kijken ze bezorgd van hem naar de katten.

'Ow Witje, hou nou toch eens op!' zegt het meisje met het bruine haar met een wanhopige klank. Het blonde meisje pakt dan iets vanonder haar mantel dat lijkt op een doosje. Ze rammelt ermee en opent het. De pikzwarte kat is de eerste die haar rondrennende actie stopt en ze kijkt naar het doosje. Ook de zwart-grijze kat stopt en staart naar het doosje. Het meisje dat haar kat Witje heeft genoemd pakt de zwart-grijze kat op en terwijl geeft het blonde meisje een snoepje aan de zwarte. Daarachter geeft ze ook een snoepje aan Witje die het vrolijk opeet. Het blonde meisje stopt het doosje weg en steekt haar hand naar me uit.

'Het spijt me zo dat we u zoveel last hebben bezorgd maar mijn kat liep opeens deze achterna,' zegt ze met een gemeende, enorm beleefde toon.

Albus pakt haar hand en trekt zich recht. 'Het geeft niks,' zegt hij. 'Dat gebeurd wel eens met katten.'

Albus Potter : de reünieWhere stories live. Discover now