lu•ci•de bijvoeglijk naamwoord 1. klaar, duidelijk een lucide kijk op iets hebben Waarin vier tieners met een duizelingwekkende snelheid op hun ondergang afstevenen - omdat ze zich onbegrepen en ongeliefd voelen. Waarin we niets anders kunnen doen dan hopen dat het niet erger wordt - omdat het altijd erger kan. Waarin niemand het einde zal halen - 𝘯𝘪𝘦𝘮𝘢𝘯𝘥. In deze wazige versie van de realiteit staat duidelijkheid gelijk aan onzekerheid.