De Belofte (DE OVERGAVE #3)

By trinetterenard

2.6K 121 51

Het slot van "De Overgave"-trilogie. OPGELET: DIT VERHAAL IS OOK TE LEZEN ALS EEN LOSSTAAND DEEL "Ik kan alle... More

voorwoord
1A • 3011 dagen na H.F.O.
1B • 575 uren voor H.F.O.
2A • 3027 dagen na H.F.O.
2B • 358 uren voor H.F.O.
3B • 97 uren voor H.F.O.
4A • 3046 dagen na H.F.O.
4B • 47 minuten voor H.F.O.
5 • 3049 dagen na H.F.O.

3A • 3045 dagen na H.F.O.

221 10 5
By trinetterenard

In de studeerkamer lag Drew languit op de donkergrijze sofa die een beetje was doorgezakt. Zijn witte lederen sneakers bengelden net buiten het bereik van het bijzettafeltje, waar een grote vaas met witte hortensia's op stond.

Hij was verdiept in een minder bekend werk van Nietzsche, die een oude studievriend van hem had uitgeleend. In zijn eerste jaren op de universiteit had Drew enkele introductielessen tot de filosofie opgenomen, maar daar was het ook bij gebleven.

Terwijl hij een bladzijde omdraaide, voelde Drew hoe zijn oogleden zwaar werden. Hij knipperde verwoed.

De voorbije nacht had hij elk uur op zijn wekker zien passeren. Te veel gedachten raasden door hem heen. Meerdere keren was hij opgestaan om de vensters open te zetten of hij schopte het donsdeken aan de kant, om een paar minuten later de vensters te sluiten en het donsdeken tastend te zoeken.

Ergens in het grote Georgiaanse landhuis sloeg een deur toe.

Drew gooide het boek neer op een crèmekleurige fauteuil die schuin naast de sofa stond en stond op. Hij rekte zich uit en kraakte zijn nek.

"Kan je ophouden om dat te doen? Je weet hoezeer ik dat haat."

Bij het horen van die stem draaide Drew zich razendsnel om.

In de deuropening stond een opvallende schoonheid, met goudblonde lokken die tot over haar welgevormde borsten vielen, terwijl haar grote grijsblauwe ogen hem met een onpeilbare blik opnamen vanuit een hartvormig gezicht dat lichtjes door de zon gebruind was.

"Cece. Wat doe jij hier?"

Cece gooide haar haren over haar schouder en rechtte haar bovenlichaam, terwijl ze één wenkbrauw optrok.

"Ik hoorde van Reny dat je thuis was," antwoordde ze kil, voordat ze zich het boek uit de fauteuil nam en ging zitten. "Vreemd. Ik had niet gedacht dat je Nietzsche zou lezen. De oude Grieken passen beter bij je, vind ik."

"Je bent hier niet gekomen om filosofie te praten, Cece." Ergens was Drew onder de indruk dat Cece niet alleen Nietzsche kende, maar genoeg wist van de filosoof om te weten dat hij het omgekeerde van het oude Griekse filosofen was. Dat had hij niet achter Cece gezocht.

De lippen van Cece persten zich eventjes samen, voordat ze het boek op een bijzettafeltje legde en haar ogen terug op hem richtte.

"Mag ik geen oude vriend komen bezoeken?" vroeg ze onschuldig. Haar wimpers knipperden liefjes.

Langzaam liet Drew zich in de sofa tegenover haar zakken. "Natuurlijk wel, Cece. Hoe gaat het met je? Waar heb je afgelopen maand gezeten?"

Sinds Cece was afgestudeerd aan de universiteit van Vanderbilt, reisde ze de wereld rond voor haar vader, Trent Hoffman, de CEO van Hoffman Hotels.

Cece was slechts een maandje jonger dan Drew en de twee waren praktisch onafscheidelijk geweest toen ze klein waren. Hun vaders waren goede studievrienden en woonden vlak bij elkaar. Pas toen ze beide naar een aparte kostschool werden gestuurd, brokkelde hun vertrouwensband langzaam af.

Toen Drew jonger was, had hij altijd gedacht dat hij op een bepaalde moment gevoelens voor Cece zou krijgen, maar die gevoelens waren anders geëvolueerd dan hij had gehoopt. Drew wilde vrijheid en hij kende Cece goed genoeg om te weten dat ze dat niet wilde.

Het liet hun vriendschap in een woelig vaarwater achter.

Of eerder, een vergelijking die treffender was: een explosief mijnenveld.

Cece sloeg haar benen over elkaar. "Papa wilt de Zuid-Amerikaanse markt verder exploiteren. São Paulo was prachtig, en het hotel is veruit de beste in de regio. Maar veel meetings en onderhandelingen, zoals altijd. Godzijdank mocht ik daarna naar het resort in Costa Rica, om bij te komen. Hoewel, er is veel ruimte voor verbetering, hoor."

Onwillekeurig grijnsde Drew. Cece had altijd al van luxe gehouden en het verbaasde hem niet dat ze zelfs in een vijfsterrenhotel een puntje van kritiek kon vinden.

"Dus je bent binnenkort weer weg?" vroeg Drew, terwijl hij achter zijn rug zijn vingers kruiste.

Cece zakte iets dieper weg en de blik in haar ogen beviel Drew absoluut niet.

"Nee. Ik ben de hele zomer thuis," zei ze, haar stem zachtjes en aangenaam.

Het duurde even voordat die woorden tot Drew doordrongen.

"Oh, wauw, leuk," wist Drew uit te brengen. De blik in Cece's ogen verried niets. Haar vingers tikten op het glanzende blad van het bijzettafeltje, terwijl haar ogen de zijne vasthielden als een ratelslang.

"Drew? Cece? Waar zijn jullie?" Vanuit de hal klonk de stem van zijn zusje.

"In de studeerkamer!" riep Drew. Godzijdank voor jongere, vervelende zusjes.

"Aha, hier ben je. Ik kon wel weten dat je bij Drew was. Klaar om naar de stad te gaan?" vroeg Reny, zodra ze de studeerkamer binnenkwam, gekleed in een witte gestreepte wikkeljurk en hoge hakken.

Drew was nog nooit zo blij geweest met het aanzicht van twee vrouwen die duidelijk winkelintenties hadden. Cece kon geen nee zeggen tegen een middagje wapperen met haar zwarte creditcard.

Soepel stond Cece op en streek haar witte jeans glad. "Natuurlijk", zei ze gladjes, met een laatste blik op Drew.

"Tot straks. Veel plezier met je suffe boeken," zei Reny, terwijl ze Cece's arm nam en haar mee naar buiten nam.

"Dag Reny. Tot de volgende, Cece," zei Drew, die het boek weer naar zich toehengelde en met heel zijn hart hoopte dat de volgende keer dat hij Cece zag, ergens ver in de toekomst lag.

"Wij eten vanavond in de stad, maar Cece blijft hier de hele vakantie logeren, hoor," riep Reny vanuit de gang, voordat de meisjes de voordeur achter zich toesloegen.

Verbouwereerd bleef Drew zitten. Cece, zijn vroegere beste vriendin, zou hier logeren? Hier, terwijl haar ouders zelf een uitstekend, gigantisch landhuis bezaten dat maar een paar straten verderop lag?

Zijn vingertoppen streken over de bladzijden van het boek.

Het was niet zozeer Cece die dit gevoel bij hem had losgemaakt. Hij wist gewoon niet wat hij deze zomer wilde doen.

Of misschien wel. Rondom Cece wist Drew zich nooit hoe hij zich moest gedragen. Bij de meeste meisjes was hij de zelfzekerheid zelve, maar rond Cece werd hij weer een stuntelige zevenjarige.

Ergens was het normaal, troostte Drew zich. Cece had hem immers zijn hele leven gekend, tot aan zijn diepste geheimen toe die hij op achtjarige leeftijd met haar in hun boomhut had verteld die zijn vader voor hen had gebouwd.

En daarbij, dat loste zijn probleem van rusteloosheid niet op.

Het enige dat hij wist, was dat hij niet de hele zomer hier zou blijven en lijdzaam zijn lot zou ondergaan om eindelijk uit te vissen waar zijn vriendschap met zijn oudste vriendin momenteel gestrand was.

Zijn beste vrienden hadden stageplaatsen gevonden in de stad, of wilden niets anders doen dan overdag bijkomen van een kater en 's avonds vrouwen versieren.

Maar daar had Drew genoeg van. Zijn ontmoeting met Cece had hem doen inzien dat er iets moest veranderen, maar hij wist nog niet wat.

Hij had ruimte nodig. Tijd om na te denken.

Drew sloot het boek van Nietzsche en gooide het in de fauteuil, waar enkele minuten eerder nog Cece had gezeten. Haar parfum hing zelfs nog in de lucht.

Met een grimas stond hij op.

Zijn vader was in Washington D.C., opgeslorpt door de presidentscampagne. Eventjes speelde Drew met het idee om te gaan helpen, maar daar zag hij al vlug vanaf. Als zoon van zou hij onvermijdelijk in schijnwerpers worden geplaatst. Dat was het laatste waar hij zin in had.

Hij slenterde de grote veranda in en plofte in één van de sofa's die her en der verspreid stonden. Zijn grootouders brachten de zomer zoals altijd door in Maine, waar het vakantiehuis van de McGees vanop de rand van de kliffen uitkeek op de oceaan. De familie had er haar eigen schiereiland. Drew herinnerde zich de eindeloze zomers waarin zijn grootvader hem mee zeilen nam, enkel de mannen onder elkaar.

Na de dood van zijn moeder, Gabrielle McGee, hadden zijn grootouders langs vaderskant de opvoeding van Drew en zijn zusjes op zich genomen.

Maar Maine zei Drew op dit moment niets. Op het schiereiland was niets te beleven en Drew wou geen maanden weg van de beschaving zijn.

"Godverdomme."

Van boven klonk de stem van zijn jongste zusje, die tussen haar tanden siste, voordat iets zwaars op de grond plofte.

"Meg?" riep Drew, terwijl hij met twee treden tegelijkertijd de trap opliep. "Meg, is alles oké daar?"

Drew duwde de slaapkamerdeur van zijn zus open. Meg zat op haar knieën een gevecht op leven en dood te leveren met een grote, vuurrode koffer. Rondom haar was de grond bezaaid met bikini's, T-shirts en boeken.

"Ik leef nog," antwoordde ze, zonder op te kijken. "Wil je die biografie over Julius Caesar aangeven, alsjeblieft? Hij ligt aan je voeten."

Met een frons gaf hij het gevraagde boek aan zijn zusje. "Wat ben je in godsnaam aan het doen?"

Meg rolde met haar korenblauwe ogen. "Heeft mama je na jouw geboorte op de grond laten vallen? Wat denk je dat ik aan het doen ben? Ik ben koffers aan het maken."

"Ja, dat kan ik zien," antwoordde Drew, die zich tegen de deurstijl liet leunen. "Een concreter vraag dan. Waarom ben je koffers aan het pakken?"

"Grandmère de la Roche heeft gebeld. Ze vroeg of ik de zomer bij haar aan de Westkust wilde doorbrengen. En aangezien ik al een hele tijd wil leren surfen, heb ik toegezegd. Ik vertrek vanavond naar haar."

Drews mond zakte open. Dat was het laatste dat hij verwacht had dat Meg zou zeggen.

Hij kon zich niet herinneren de laatste keer dan hij zijn grootmoeder langs moederskant had gehoord. Of zelfs maar gezien.

Het enige moment dat hij zich kon herinneren, was de begrafenis van zijn moeder geweest.

Op het kerkhof regende het. Het was alsof de hemel de gevoelens van Drew perfect had weerspiegeld.

"...waaruit wij zijn genomen, wij zijn stof en tot stof keren wij terug." De nasale stem van de priester dreunde terug in zijn oren, terwijl hij de kluiten aarde op de beukenhouten kist hoorde vallen.

Hij herinnerde het gezicht van zijn grootmoeder. Grandmère de la Roche had zoveel op zijn moeder geleken, en toch weer niet. Waar moeder zacht en vriendelijk was, was Grandmère hard en statig. De lichtgrijze ogen hadden onder de zwarte rouwsluier geen enkele emotie getoond. De lippen waren samengeperst in een dunne streep. Het leek alsof Grandmère uit marmer was gebeeldhouwd.

Niet lang na die herinnering was zijn Grandpère gestorven. Drew was niet op de begrafenis aanwezig geweest.

Zijn ogen registreerden nauwelijks dat Meg hem vragend aanstaarde.

"Nou? Wat sta je daar nog te doen?" De geïrriteerde stem van zijn zusje deed hem opkijken.

Waarom niet? Het laatste dat hij wilde, was hier de hele zomer gevangen zitten.

"Welke vlucht neem je vanavond?"

"Die van acht uur. Hoezo?" vroeg Meg, die fronste.

Drew had zich al omgedraaid. "Omdat ik met je meega. Ik ga nu meteen mijn koffer maken."

Dit is geen goed idee, broertjelief.



**********************************************

Drew is dus echt wel een kind van zijn moeder en zijn vader. Ja, we gaan terug naar de bron van al het kwade en de doos van Pandora wordt geopend!

Wat vinden jullie van CeCe?

Continue Reading

You'll Also Like

151 16 6
Jill is een serieuze student. Haar vrije uren brengt ze door in de winkel waar ze werkt. Wanneer er een nieuwe jongen naar haar stad verhuisd, verand...
2.4K 19 33
dit verhaal gaat over een 14 jarig meisje alana ze is een nederlands meisje opgegroeid in amerika haar ouders hebben een eigen bedrijf waar alana als...
20.8K 270 21
Jij woont samen met je twee beste vriendinnen Hannah en Lieke. Als Lieke een leuk nieuwtje verteld dat ze een vriend heeft, Raoul, gaan jullie langs...
15.1K 861 51
Sharon verhuist naar de andere kant van Amerika, zonder dat ze het wil. Ze moet nieuwe vrienden maken, en dan loopt ze prompt tegen de borst van badb...