Mijn eeuwige zonde - Larry St...

Galing kay Elis_x

54.7K 2.9K 390

1612 De boerenjongen Louis Tomlinson wordt geselecteerd om Comes, of zoals hij het noemt: 'bloedzak' van de k... Higit pa

Auteursmelding
1.0: Onbekende gronden
1.2: Onbekende angst
2.0: Eerste impressie
2.1: Eerste impressie
3.0: De avond valt
3.1: De avond valt
4.0: Angst vermijdt rust
4.1: Angst vermijdt onrust
5.0: Ongeriefelijk
5.1: Ongeriefelijk
6.0: Sensatie
6.1: Sensatie
7.0 :Opheldering
7.2: Opheldering
8.0 : Peripetie
8.1: Peripetie
9.0: Onledig
9.1: Onledig
10.0: Rondgang
10.1: Rondgang
11.0: Herenigd
11.1: Herenigd
11.2: Herenigd
11.3: Herenigd
12.0: Dag en dauw
12.1: Dag en dauw
13.0: Grote gevoelens, klein hart
13.1: Klein hart, grote mond
13.2: Angst
14.0 : Hou me vast
14.1: Hou me vast
14.2: Hou me vast
15.0: Nieuwe paden
15.1: Nieuwe paden
16.0: Relaties
16.1: Relaties
16.2: Relaties
17.0: Liefde, of niet?
17.1: Liefde of niet?
18.0: Convictie
18.1: Convictie
18.2: Convictie
19.0: Heisa
19.1: Heisa
20.0: (On)Stabiel
20.1: (On)Stabiel
21.0 (On)gewenste bezoekers
21.1: (On)gewenste bezoekers
22.0: Herstel
22.1: Herstel
23.0: Nieuw
23.1: Nieuw
24.0: Confuus
24.1: Confuus
24.2: Confuus
25.0: Bonje
26.0: Mist
26.1: Mist
26.2: Mist
27.0: Groen
27.1: Groen
27.2: Groen
28.0: Alleen
28.1: Alleen
28.2: Alleen
29.0: Wazig
29.1: Wazig
29.2: Wazig
30.0: Illusie
30.2: Illusie
31.0: Rendez-vous
31.1: Rendez-vous
32.0: Voordeel
32.1: Voordeel
32.2: Voordeel
33.0: Bevestiging
33.1: Bevestiging
33.2: Bevestiging
34.0: Koude
34.1: Koude
34.2: Koude
35.0: Voorbereiding
35.1: Voorbereiding
36.0: Confrontatie
Epiloog
Link's

30.1: Illusie

355 16 0
Galing kay Elis_x


Harry's lichaam is koud. Ik probeer het te negeren maar sinds mijn brandende verlangens zijn ingelost, begin ik het steeds kouder te krijgen. Het dunne laken biedt me helaas niet veel steun. De man langs me ligt met zijn ogen half open wat voor zich uit te staren - even mooi als anders. Zijn roze lippen zijn voorzichtig uit elkaar geweken en zijn frons is aanwezig.
"Har," Ik wrijf zachtjes met mijn koude vingers over zijn stevige bovenarm. Hij draait zijn hoofd en glimlacht verliefd.
"We moeten..." Hij laat de woorden in de lucht hangen, alsof ze niet gezegd geweest zijn en likt dan langs zijn lippen.
"Ik weet het. Ik ga eerst even wat aantrekken." Zijn vinger glijdt sensueel over mijn buik als hij zich dan toch terugtrekt en knikt.
"Je hebt het koud." Ik grinnik en schud mijn hoofd om die constatering terwijl ik een broek en hemd vind.
"Jij hebt het pas koud Beer." Hij merkt het zelf niet. Ik kruip terug in het bed en leg mijn hoofd op het kussen. "Zullen we gewoon...?" Vermijden wil ik niet, maar fijn is anders. Harry's ogen hebben al een oranje gloed als zijn kaken zich op elkaar zetten en hij zijn ogen over mijn bovenlichaam laat gaan - lees nek.
"Mijn controle bij jou op dit moment is-" Daarstraks had hij het ook erg moeilijk om tijdens de oplopende passie me niet te bijten. Ik heb hem toen geprobeerd te kalmeren, maar eens hij zijn tanden er daadwerkelijk in zet, is er niet veel dat ik kan doen.
"Gewoon rustig aan." Ik beweeg ongemakkelijk, de afstand tussen ons is nog te groot. "Ik weet wel niet of ik alles-" Harry knikt al, zijn kaken zo strak dat ik mijn vinger er aan kan snijden. Zijn tanden zitten eronder verborgen.
"Je kijkt maar wat lukt."
"Oké." Ik probeer zo kalm mogelijk te blijven, en dat lukt best goed, maar me laten bijten vind ik sowieso niet fijn. Laat staan als er nog eens onaangename beelden voor mijn ogen heen zullen flitsen. Harry's handen zijn nog steeds bar koud. Ik probeer er niet onder in te krimpen als hij erg voorzichtig en medelevend me dichter naar zich toe trekt, tot op zijn schoot. Half naakt als hij is werkt het even afleidend, totdat ik de koude lippen in mijn hals voel, en niet veel later de prik. "Leve-nos de volta." En weg zijn we.

'Louis lieverd, open je ogen.'  De stem, Harry's moeder. 'Rustig, jij controleert Louis. Enkel jij controleert wat je voelt en wat je doet. Jij kiest ervoor om je ogen open te doen.'
'Ik ben bang van de echte wereld.'
'Dat maakt het net zo mooi.' Ze is moederlijk. Je hoort de glimlach door haar warme stem heen. Net zoals bij Beer. 'Harry wacht op je.'
'Ik kan je nooit goed bedanken...'
'Dat moet niet. Vertrouw enkel je eigen verstand en hart Louis. Onthoud dat en vertel het tegen mijn zoon. Intuïtie.'

Felle flitsen, en meer.

'Pas op!' Ik schrik me te pletter door Christiaans stem en laat me dan ook aan de kant duwen. Hij vecht tegen de aanstormende man en legt hem zonder problemen neer. Iets verderop staat Harry tegenover een veel stevigere en grotere man. Ze grommen naar elkaar en draaien rondjes waarna de man de keizer aanvalt en ik mijn adem scherp vast houdt. Mag ik zelfs iets doen? Ik probeer een snelle spreuk om ze uit elkaar te halen. Het werkt niet. Het lijkt wel alsof er geen magie meer in mijn lichaam zit. Maar het moet wel! Harry! Gefrustreerd geef ik alles en alles. Een oorverdovende pijn in mijn hoofd doet me jammerend op mijn knieën zakken. Vanaf het moment dat ik ermee stop stopt de pijn ook. Wat is dit? Christiaan helpt me emotieloos overeind en trekt me weg. Weg van het gevecht. Weg van mijn geliefde.
'Nee, ik moet naar Harry toe!' Verwilderd geef ik een snok aan zijn armen maar zonder magie krijg ik de massa nooit in beweging. Oh dit komt niet goed...

Flits flits.

'Louis? Word wakker schat.' Ik kreun als ik Harry's bezorgde stem hoor, het klinkt zo ver weg. 'Komaan. Open je ogen.' Ik doe wat hij zegt en staar recht naar een smerig vies plafond. Fronsend bemerk ik dat er een klein raampje met tralies voor zit, wat is dit? Vragend zoek ik een antwoord in Harry's blik. Hij zegt echter niets en kijkt me medelevend aan. Ik kruip in zijn armen, op een andere manier opzoek naar steun. Mijn hersenen helpen me daarbij niet echt.
'Het spijt me, ik kon hem niet aan.' Zijn stem klinkt gebroken en het verbaast me zelfs dat zo'n egoïstische vampier-keizer als hij, dat toe durft te geven. Troostend kus ik zijn kaaklijn en laat ik het gebroken en vettige haar door mijn even vuile handen glijden.
'Ik kon je niet helpen.' Mijn nietige stem doet me in elkaar krimpen van schande.
'Iemand deed iets tegen je, je kon er ook niets aan doen.' Troostend wrijven zijn grote handen over mijn rug. Ik durf de volgende vraag niet meer te stellen: wat nu? Onze levens liggen niet meer in onze handen en het voelt verschrikkelijk aan. Voor even ben ik terug een onbelangrijke stip op het pad van een dictator. 'Luister naar me Louis, het feit dat wij nog leven betekent dat we te belangrijk of gevaarlijk zijn om te vermoorden.'
'De rest?' Hij zegt niets, ik zwijg en leg mijn hoofd op zijn schouder.
'Vieze vuile homo's! Laat elkaar los!' Voordat ik het besef val ik achteruit op de grond en hoor ik nog net een luide krak. Harry schreeuwt het uit van de pijn. Het is een schelle, diepe, hopeloze té echte schreeuw. Zo echt, je voelt hoe de Harry's kronkelende lichaam pijn uitspat naar je. Meteen trilt mijn onderlip en span ik mijn vuisten aan. Als ik mijn ogen van de schreeuwende Harry om een rug die in een rare positie ligt afhaal zie ik pas wie er langs de kale man staat. De man die me dit ellendige leven heeft gegeven om het ook van me te kunnen beroven, samen met dat van de machtigste keizer ooit. Jean.

'Louis, Louis. We komen voor je.' Meerdere stemmen fluisteren in mijn oor. Meerdere afschuwelijke vlijende stemmen.
"Nee!! Sto-op!" Laat het stoppen, niet nu.
'En de keizer, je familie, zijn familie. Iedereen die zich niet aansluit.' Tranen van verzet vormen zich in mijn ogen terwijl ik hevig en ongecontroleerd naar adem snak. De stemmen beroven me van zuurstof en verstand. Ze duwen me verder en verder totdat ik niet meer kan.
"Laat me met rust!"
'De vloek die op jouw naam rust zal altijd tot uiting komen. Jij zal boeten voor andermans zonden!'

De allerlaatste keer.

'Harry!' Honderden mensen hebben zich verzameld rond een houten verhoog. Mijn polsen doen pijn, als ik ze beweeg voel ik hoe er een brandend dik touw is rond geknoopt. Naast me staan mensen te joelen. De korte juten zak doet pijn. Alsof de vernedering nog niet groot genoeg is spuwen ze naar me, wat heb ik ze ooit aangedaan? Ik vecht tegen de man naast me, maar hij lacht me enkel uit. Wat me pas echt mijn adem doet inhouden is de grote brandstapel, dertig voet verder.
'Louis!' Deze keer kijk ik wel op. De krullenbol staat vol met brandwonden van de magie en schreeuwt het uit als ze hem mee sleuren richting het verhoog. Ondanks alle verwondingen ziet hij er nog steeds prachtig uit. De vastberadenheid in zijn blik is groot. Hij brandt van verlangen, hij leeft. Maar niet voor lang. Naast hem wordt een andere vrouw meegetrokken. Rood haar, dit meen je niet, ook Rune?! Zij heeft hier nog minder mee te maken God-. Lottie. Lot haar fijne betraande gezicht kijkt me aan. Een man naast haar heeft zijn arm bezitterig rond haar middel geslagen en roept enthousiast vanachter de versperringen doodsverwensingen naar mijn geliefde. Ik houd dit niet meer. Ik ben op, mijn kracht is weg. Ik schreeuw naar Lottie. Ze huilt even hard als mij, maar beweegt niet. Haar buik is dik en de man trekt onbeschoft aan haar haar als ze weigert mee te roepen. Onmiddellijk slaat hij haar vol op haar gezicht en moet ik wegkijken, mijn hart kan dit niet aan. Mijn borstkas voelt aan alsof ze in twee gaat scheuren. Groene ogen schreeuwen om hoop en moed als ze het verminkte lichaam van de eens zo sterke keizer meesleuren en vastmaken aan een paal. Zijn armen vormen een onmenselijke hoek, maar zijn gezicht verrekt geen spier.
'Harry.' Ik zeg het, hij verstaat me en glimlacht naar me. Een laatste keer voordat 'Harry!!' Mijn kreet overstemt alles als het hart van de keizer ruw op de grond ligt. Het hart dat ik gestolen had, iets waar we allemaal voor moeten boeten.

Alles is zo somber en donker. Genoeg.


De scherpe pijn in mijn hals stopt als de warmere Harry zich terugtrekt en me met een verwilderde blik aankijkt. Ik voel me kalm, sereen, alsof hij mijn angsten heeft weg- of overgenomen. Hij fronst en zegt niets..
"Het zijn dezelfde mensen die je bang willen maken Boo."
"Dus...Het is niet echt?" Zeg het alsjeblieft. Ik wacht al de God ganse week op deze woorden. Harry, zeg het. Ongeduldig smeek ik om zijn open blik.
"Degene die je me liet zien, zijn niet echt." Ik zucht opgelucht en laat me achteruit in de lakens vallen. "Maar goed ook." Ik slik en richt mijn kritische blik op de vampier. Hij zit ergens mee, hij is overduidelijk bezorgd. Het groen in zijn ogen is feller, heller en zo eerlijk naar me toe dat ik hem zo naar me wil toe wil trekken en speels door zijn donkerbruine krullen wil wrijven.
"Har..." Hij kijkt me aan, lijkt zo klein ineens, ondanks zijn gespierde gestalte en wilde bos krullen.
"Ik had niet verwacht dat ze het zo smerig zouden spelen." Veel meer weet ik nog niet. Spreek.
"Soms maak ik ook erge dingen mee hoor." Hij glimlacht en trekt me dan toch langzaam tegen zich aan. Zijn huid leeft terug meer en hij voelt warmer aan, levendiger. Alsof hij het leven uit mij zuigt.
"Dat weet ik Boowie."
"Nee geen Boow-"
"Boowie Boowie..." Ik kuch geïrriteerd als hij het blijft herhalen, hij lacht enkel, speels, aantrekkelijk. God, ja, zo aantrekkelijk.
"Krijg ik ook nog informatie Beerie?" Zijn gezicht bij die naam is absoluut lachwekkend. Zo'n afkeuring voor een kleine troetelnaam heb ik al lang niet meer gezien. Geweldig. Zijn lippen duiken onmiddellijk naar beneden, alsof ze het lange leven niet meer zien zitten met zo'n bijnaam.
"Natuurlijk Boowie." Ik negeer even de vrolijkheid bij de nieuwe naam en probeer me voor even op iets anders dan die verdomd mooie kuiltjes in zijn wangen te concentreren. "Rommel dus. De kale man die je eerder al bedreigd heeft. Wou bij de hervorming van het bestuur zich er in laten stemmen, maar heeft het niet gehaald. Net als vele ouderen waar ik niks meer aan had. Het lijkt er sterk op dat ze nu samenspannen en een grootmacht vormen tegen mijn regime. Net als ik denk dat ik eens iets goed doe voor het volk..." Ik onderbreek die zielige gedachten onmiddellijk. Zo zit het niet.
"Je doet iets goed voor het volk." Ik glimlach schuin en geef hem een zelfzekere blik, hier ben ik van overtuigd. "Meer waterbronnen, een betere opleiding en verdeling van het kapitaal zou ze nog beter helpen." Hij fronst. Wat ik nu van hem vraag is erg extreem en de komende honderd jaar alleen al moeilijk realiseerbaar, dat weet ik. "Je hebt eens een keer niet over je heen laten lopen Har. Jij als almachtige keizer hebt iets goed besloten, iets goed voor het volk." Ik haal traag adem, hoe moet ik dit brengen? Hoe dring ik het best tot hem door? "Maar dat betekent niet dat dat voor iedereen goed is. De ouderen zullen dit juist slecht vinden omdat zij er nadeel van ondervinden. Je kan nooit goed doen voor iedereen, maar de mensen die het al goed hadden kunnen wel hun steentje bijdragen." Harry zijn gezicht is dood-, maar dan ook doodserieus. Hij ademt niet, knippert niet, enkel die vreemde blik op zijn gezicht. Neutraal is het niet. Eerder gespannen, angstig, ik weet het niet. Ik weet niet waar hij aan denkt, maar ik hoop dat het goed is want voor een ongeschoolde boer was dat een indrukwekkende pleidooi. Al zeg ik het zelf, ik ben trots.
"Je bent echt goed met woorden." Zijn stem is zacht en ademloos, alsof hij extreem verbaasd is en dacht dat ik een of andere domme landbouwer was - misschien ben ik dat soms ook wel. "Ik snap niet dat iemand met zo'n talent een boer kan zijn." Hij schudt zijn hoofd en staart me maar aan. Hij is zo verward dat hij volgens mij het verschil tussen links en rechts is vergeten.
"Dat krijg je als armere mensen niet dezelfde kansen krijgen. Ik had wel een filosoof kunnen worden, maar nu kan ik nauwelijks lezen. Ik kan enkel mijn gevoelens vertalen naar begrijpbare en aansprekende klanken voor iedereen."
"Dat is al een behoorlijke gave hoor." Hij glimlacht en haalt terug adem. Hij is echt zwaar onder de indruk, dit wordt nog raar als hij zo blijft doen.
"Dank je." Hopelijk komt hij terug tot zijn zinnen, want een keizer-vampier die me complimenten geeft over een boers verstand is niet bepaald goed, denk ik. Het is vooral ongemakkelijk. Ook Harry merkt het, zijn mondhoeken kruipen langzaam omhoog, tot het toppunt. Heel geleidelijk aan tot hij verliefd zit te glimlachen naar me, de stoere vampier.
"Mag ik je zoenen?" Mijn wenkbrauwen schieten omhoog, mijn woordenval heeft hem een andere visie over me gegeven, hij vraagt om mijn toestemming – iets wat zelden gebeurt. Toch lijkt het me veel aantrekkelijker als hij me verrast door zijn lange sterke armen om me heen te slaan en me uit het niets zijn liefde te tonen.
"Daar heb ik niks op tegen." Ook mijn mondhoeken zijn omhoog gekropen, maar ik probeer het nog te verbergen. Als hij dichterbij leunt laat ik hem me kort kussen voordat ik hem van me af duw. Het kost veel moeite om zo'n stevige borstkas achteruit te duwen zonder pijnlijke magie te gebruiken. Onder mijn vingers klopt zijn oude hart traag en romantisch. Beer snapt het niet. "Gewoon doen Har, alsjeblieft." Zijn blik klaart op als hij grijnst en me veel dominanter kust dan daarnet. Zoals ik wil.

Tobbend lig ik op bed terwijl Harry aan zijn bureau zit. Harry is zo'n interessant persoon om te bekijken, toch blijven mijn gedachten me maar meenemen naar diepere vragen die daarnet niet beantwoord zijn. Als ik mijn ogen van het plafond los ruk en terug naar de mooie vampier wil gluren - ook al weet hij dat ik stiekem kijk, nogal vaak, staart hij me al intens aan. Een kleine glimlach rond zijn mondhoeken. God, hij is zo mysterieus.
"Louis... Vraag het gewoon." En ik heb nog niks gezegd en toch weet hij dat, hoe zelfs...? Ik zucht en draai me langzaam op mijn zij zodat ik meer naar hem toe lig. Traag en vermijdend om dingen die ik wil weten.
"Waarom?" Ik frons, mijn hoofd weegt zwaar op mijn hand als de vampier bezorgd zijn pen neerlegt en zijn hoofd lichtjes schuin draait.
"Om je aan hun kant te krijgen, tegen Jean, tegen ons. Om mij te beschermen." Dat is iets wat ik na die illusies wel zou willen doen. Weg gaan om hun te beschermen. "Dat was hun bedoeling Boo." Beer fronst en klinkt enorm gevoelig als zijn hese stem omhoog gaat. "Je bent sterker dan dat, dan hun. Het was niet echt." Ik slik en zeg niks, prullend aan zijn reine witte laken.
"Gek hoe iets onecht je hart in stukjes kan doen breken. Dat voelde toch echt hoor." Ik weiger hem aan te kijken en draai me op mijn rug, mijn stevige armen gekruist voor mijn borst. Harry is geruisloos opgestaan en heeft zich langs me gezet. Duidelijk bezorgd, maar hij respecteert mijn grenzen door me niet aan te raken.
"Het waren verschrikkelijke stukken, zeker dat laatste."
"Hij kent mijn zus." Mijn stem is troebel en trilt zwak als ik mijn droge lippen terug toe doe en deze keer wel naar de krullenbol kijk. Zijn blik geeft me precies dat waar ik op hoopte. Gevoel. Verdriet. Begrip.
"Hij kan iedereen volgen en opzoeken, net als jij. Iedereen kan in- of een gevaar zijn." Ik slik en doe vermoeid mijn ogen toe. Dit is echt raar. De wereld lijkt zo echt dat mijn hart er steeds sneller en banger van gaat kloppen. Vluchtend. Har neemt voorzichtig mijn hand vast en geeft er een kneepje in om me bij de werkelijkheid hier en nu te houden. Geen angst nodig. Kalm.
"Zijn we in oorlog?"
"Ik kan zijn hoofd er wel aftrekken." Knarsende tanden. Het is raar hoe iemand lief en open als Harry ineens zulke haatdragende woorden kan uitspreken en ze volledig menen, zonder dat ik er van schrik. "Hij heeft jou en mijn land pijn gedaan, natuurlijk is het dan oorlog."
"Ook mijn oorlog?" Ik zoek zijn blik op, maar hij lijkt even niet te willen antwoorden. Zijn krullen bedekken zijn gelaat deels als hij naar onze verstrengelde handen staart, vermijdend.
"Dat is jouw keuze, denk ik." Opnieuw een kneepje in mijn hand. Zijn grote lichaam leunt op het te kleine stukje bed, toch lijkt hij het niet op te merken.
"Ik wil geen oorlog, maar ik wil ook niet dat mensen mijn naasten bedreigen." Naasten. Een woord uit een van de boeken, erg mooi en passend bij haar betekenis. Mensen dicht bij je, rondom. Mensen die je toelaat om zo dichtbij te komen dat de schoonheid vervaagd en de littekens zichtbaar worden.
"Je moet nu niet kiezen, maar wees wel standvastig." Geen idee wat dat is, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Ik knik en geef hem voor het eerst een kneepje terug als onze blikken elkaar weder kruisen.
"Je zult wel merken wat ik doe op dat moment." Harry fronst en haalt zijn tong over zijn roze lippen.
"Zulke beslissingen zijn nooit goed, Boo." Dat voelde ik aankomen. Mijn hart begint ook meteen een versnelling hoger te slaan, om mezelf te verdedigen.
"Beslissingen waarbij ik mijn hart volg?" Ik trek mijn wenkbrauwen op. Misschien is dat weinig doordacht en maak ik op die manier de domste keuze uit mijn leven, maar het kwaad is toch al geschied. Ik en Harry drijven samen hervormingen door. Ik zucht en kus teder zijn kaak. "Wat was je aan het doen?"
"Plannen voorbereiden." Zijn groene ogen lijken zo onschuldig, maar zijn woorden doen iets heel anders. "Niet lang meer en de nieuwe raad komt samen. We zullen het hier over hebben." Ik knik traag. Een bijeenkomst zonder mij over plannen waar ik en een groot deel van zijn grondgebied mee in betrokken zijn. Hoe kan ik me daar in godsnaam van afleiden; zodat ik me braaf bezig houd met andere dingen? "Het zal wel goed komen Louis. Ik zal er toch alles aan doen om het goed te krijgen. " Ik glimlach en buig naar hem toe om hem teder te kussen.
"Het moet goed komen Har." Ik slik en kijk hem even aan voordat ik me losmaak uit onze greep. "Ik zal je voor een keer laten werken dan." Hij glimlacht, zijn ogen fonkelen ondeugend.
"Het maakt niet uit waar je bent, ik ben toch altijd afgeleid." Is het normaal dat ik dat precies niet zo erg vind ? Hij doet hetzelfde bij mij dus...
"Alsof jij niet hetzelfde effect op mij hebt." Weer zo'n slim woord uit dat boek. Effect. Een (uit)werking van iets, het klinkt zo mooi. Betekent dit dat ik vervreemd van mijn familie? Nieuwe woorden zijn goed, toch? Ik besef pas dat ik voor me uitstaar als Beer zijn wijsvinger langs mijn wang laat afglijden.
"Opstaan, klopt." Hij is verrassend geduldig met me vandaag, misschien nog onder de indruk van de niet echte beelden die ik getoond kreeg. Ik kus hem opnieuw zachtjes voordat ik mijn kleding van de grond op raap, aan doe en mijn weg uit zijn kamer vind.


Een rustiger stukje, op het einde toch dan. Wie kan raden wat Louis gaat doen?

Ipagpatuloy ang Pagbabasa

Magugustuhan mo rin

1M 12.9K 52
Raven is een doodnormaal tienermeisje, oké doodnormaal kun je het niet noemen. We zullen zeggen een 18-jarig tienermeisje met een lichte obsessie vo...
1.6K 65 20
Louis is een knappe jongeman. Hij is 16 jaar. Louis komt erachter dat een zware crimineel vrijgekomen is, maar hij had nooit verwacht dat hij naar h...
9.1K 488 27
"Ik wil alles, maar dan ook alles met je delen zonder dat iemand het ziet." Matthy en Robbie hebben nu al twee jaar een relatie. Alleen weet niemand...