☽ ⋆ 10 ⋆ ☾

168 21 5
                                    

'Nou, duh: voor Halloween natuurlijk!'

'September is pas net voorbij?'

We staan buiten, in de groentetuin. De dag is grauw en grijs en de bladeren aan de bomen vlammen nog steeds in hun zonnige kleuren. Het heeft vannacht geregend. Het water is in de zompige bodem getrokken en laat nostalgische geuren los die me doen denken aan de mistige herfstdagen van Schotland: regen, nat hout, brandhout en aarde.

Voor mijn voeten, staat een grote, oranje pompoen.

'En eh- waar is dit nuttig voor?'

Tillie puft moeizaam terwijl ze een pompoen van de grond raapt. Hij is even groot als haar gehele romp. Haar krullen hangen in pluizige pieken van haar hoofd en haar gezicht is rood van inspanning.

'We gaan ze snijden!' zegt ze vrolijk.

Ik frons.

'Wat?'

'Schiet op! Kies er één uit- o, doe die: ik heb die gekweekt!'

Ik kijk om me heen. Er roepen en gillen enthousiaste bosheksen in de tuin. Sommigen bekijken kleine, schattige pompoentjes en anderen rollen enorme, uit de kluiten gegroeide wielen van pompoenen voor zich uit. Ruth staat bij Lady Pembroke. Zoals verwacht, heeft zij dit jaar de grootste pompoen weten te kweken: hij is even groot als dat ze zelf is.

'Best,' zucht ik.

Ik zak door mijn knieën heen en snijd de pompoen voor mijn voeten los van zijn steel. Tillie heeft een paar prima pompoenen weten te kweken: ze zijn niet groot, maar ook niet klein: ze hebben een mooie ronde vorm en een gladde buitenkant. De pompoen is zwaarder dan hij lijkt als ik hem optil.

'En niet vallen. Vorig jaar zijn er wel tien pompoenen gesneuveld omdat we die onhandige waterheksen lieten meehelpen met sjouwen.'

Ik loop achter Tillie aan het kleine, gammele stenen trapje op op de platformen van de tuin. Hier en daar ligt er een steen los, schiet er een salamander weg tussen de groeven, loert er een slangenhol naar onze enkels. Verderop, onderaan de heuvel, drijft er nog wat mist op de bladerbodem tussen de dichte bomen.

Tillie kreunt moeizaam als ze de pompoen bij de andere pompoenen neer zet. Er ligt al een hele stapel aan pompoenen bij de achterdeur van de school. We zijn de hele ochtend al bezig.

'En dan... zometeen,' ze is een beetje buitenadem, 'zometeen gaan we ze conserveren. Meestal blijven ze wel goed tot Halloween als we ze nu plukken, maar je weet maar nooit! En we willen niet met te weinig zitten, want dan zijn we er geweest.'

Ze loopt langs me heen en klopt haar handen aan haar jurk af.

'Hoezo?'

Ze draait haar hoofd naar me toe. 'Nou, wat denk je zelf? We willen geen invasie. Die hebben we vier jaar geleden al gehad en-' ze lacht, fluit, 'laat ik zeggen dat het een chaotisch eerste jaar was. Maar zoiets kunnen we nu niet laten gebeuren. Volle maan valt op halloween.'

'Ik snap het niet.' Ik frons. 'Invasie? Komen er zoveel kinderen langs?'

Nu is zij degene die fronst. 'Kinderen?'

'Om snoep te halen?'

Ze lacht. 'O, dat belachelijke feest.' Ze schudt haar hoofd. 'Nee, wij doen niet aan die nep-versie. Halloween is de dag van de dood. We oogsten, we zeggen het jaar vaarwel en we laten de doden heengaan naar de dodenwereld. Op Halloweenavond zullen ze in hun geestenverschijning opstaan uit hun graf en nog eenmaal door de stervelingenwereld wandelen. Omdat we heksen zijn, voelen ze zich vaak aangetrokken tot onze energie omdat ze weten dat ze contact met ons kunnen zoeken. Maar ze zijn lastig, vervelend en irritant. Daarom zetten we de hele school vol met behekste pompoenen vol beschermende spreuken. We dragen maskers om te doen alsof we zelf monsters en geesten zijn en hopelijk laten ze ons dan met rust.'

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu