☽ ⋆ 9 ⋆ ☾

Start from the beginning
                                    

Dan gooit Tillie het papiertje naar de jongens.

Hij landt tegen Dragomirs achterhoofd aan, de jongen met de lange, leeuwachtige lokken die vaak bij Sybil en Evander te zien is.

Tillie heft haar kin triomfantelijk op. Dragomir kijkt geïrriteerd om.

'Wat doe je?' fluister ik.

'Ik heb er opgezet dat je Evander leuk vindt,' fluistert ze dan. Ze wendt haar gezicht van me af.

'W-' ik kijk paniekerig naar Dragomir op, die zich al weer omgedraaid heeft en het papiertje nog achter zijn stoel, op de grond heeft laten liggen. Ik draai me naar Tillie toe, fluister, snauw. 'Wat?'

'Ja,' zegt Tillie, met opgeheven kin. 'Want ik ben boos op jou.'

Ik staar haar ongelovig aan.

'Ben je- ben je serieus?' sis ik.

Ze wendt haar hoofd naar de andere kant van de klas alsof ik niet besta.

Ik draai mijn hoofd pissig weg, staar naar dat propje op de grond en kijk dan op naar Evander, die helemaal voorin in de klas zit en met zijn rug naar me toe zit. Ik aarzel. Ik kijk naar de deur, die nog half open staat en zie mijn leven aan mijn ogen voorbij flitsen: Zephyr die het propje ziet, oppakt, open vouwt, leest...

Dan sta ik op. Tillie kijkt naar me op. Ik sluip vluchtig naar het propje toe, raap het van de grond en wil me weer omdraaien om weg te lopen.

'Hebben jullie geen straf?' vraagt Dragomir dan. 'Ga weg of zo.'

'Dat was ik ook van plan,' zeg ik terug. 'Maar Tillie gooit haar rotzooi overal neer en ik wil meneer Zephyrs lokaal graag netjes houden.'

Hij snuift en schudt zijn hoofd terwijl hij zich weer naar zijn tafel draait en iets neer pent. 'Jullie vervelen je gewoon en gaan ons dan afleiden om aandacht te trekken.'

'O, geloof me: jij bent één van de laatste personen op aarde waar ik aandacht van wil.'

Er beginnen een paar jongens te gniffelen. Dragomir kijkt me bitter aan en ik werp in een kleine hoop een blik op Evander, die tot mijn teleurstelling nog steeds over zijn werk gebogen zit.

'Grappig,' zegt Dragomir. Hij zakt tegen de rugleuning van zijn stoel aan en knijpt zijn ogen naar me samen. 'Moet ik tegen Zephyr zeggen dat jij je stoel verlaten hebt om tegen jongens te gaan praten?'

'Jouw woord tegen het mijne.'

'En wiens woord denk je dat hij gaat geloven?'

Het antwoord is vrij duidelijk en dat lijkt iedereen in de ruimte te weten.

'Nou, misschien moet ik wel iets heel belangrijks tegen een jongen zeggen,' zeg ik dan. 'Iets vragen over het vak. Omdat ik een domme heks ben. En niks zelf kan snappen totdat een jongen het me uitlegt.'

'O?' Dragomir lijkt niet onder de indruk te zijn. 'Ik wist niet dat jij überhaupt dingen kon snappen?'

Ik kijk Tillie aan, grijns. Ze staart ongelovig terug.

'Jawel,' zeg ik.

Misschien doe ik het niet eens om Tillie; misschien wil ik gewoon eens zien hoe Evander op me reageert in situaties waarin hij me juist zo graag lijkt te willen negeren. Ik loop langs Dragomirs tafel heen; naar de voorste rij.

Ik ga voor Evanders tafel stil staan.

Hij kijkt wel met zijn ogen naar me op, maar doet er een paar seconden over om ook de rest van zijn houding uit zijn concentratie te laten ontdooien. Hij kijkt me vragend aan.

Het ElementWhere stories live. Discover now