Hoofdstuk XI : Toch Niet Zo Perfect

356 23 10
                                    

    Na mijn ontmoeting met Luna besloot ik om enkele dagen wat te ontspannen; even geen mensen bang maken en geen impulsieve wraakacties.

    Die dagen bracht ik vooral door met Dylan. We luisterden naar muziek, gingen wandelen of deden een spel met Joey. Mijn illusies kwamen alleen maar tevoorschijn wanneer we alleen waren.

    Zo gingen er twee volledige dagen voorbij. Natuurlijk moest het op de derde dag wel misgaan.

    Rond vier uur in de namiddag, terwijl Dylan en ik lui in de woonkamer zaten, hoorden we ineens de deurbel.

    "Dylan, het is voor jou!" riep mevrouw Gillhard even later.

    Dylan stond op en zei: "Vast niets bijzonders. Ik ben zo terug."

    Hij liep naar de hal, waar ik hem niet meer kon zien. Plots hoorde ik vrolijk gelach en een stem die me vaag bekend voorkwam. De deur werd gesloten en ze kwamen alledrie terug naar de woonkamer. Eerst Dylan, gevolgd door zijn moeder en dan...

    Perfecte Pieter.

    Mijn mond viel open van verbazing en er kwamen massaal veel vragen in me op.

    Wat deed hij hier nou? Had zijn moeder hem gestuurd? Hoe kende hij Dylan?

    Onze blikken kruisten. Ik wist dat hij mij ook herkende, maar hij hield zich eveneens in.

    "Meredith, dit is Pieter," zei Dylan, die niets leek te merken van de plotselinge spanning. "Pieter Idelma. Volgens mij woont hij niet ver van je ouders."

    "Inderdaad," antwoordde Pieter in mijn plaats. "We kennen elkaar al van vroeger." Hij keek me strak aan, alsof hij me ergens voor waarschuwde.

    "Ja," bevestigde ik met mijn beste pokerface.

    "Wie heeft er zin in vanillepudding?" vroeg mevrouw Gillhard vanuit de keuken. "Jullie kunnen alvast aan de tafel gaan zitten."

    We knikten gehoorzaam en namen plaats aan de eettafel. Eerst was het stil, maar toen begonnen Dylan en Pieter te praten over voetbal. Ik merkte dat Pieter veranderd was. Natuurlijk was hij nu ouder en had hij niet het postuur van een kind meer -- dat was duidelijk. Nee, het was iets anders.

    Mevrouw Gillhard zette de schaaltjes met vanillepudding op tafel, waardoor het gesprek van de jongens onderbroken werd. Enkele minuten lang was het enige geluid het geklingel van de lepeltjes tegen het glas van de schaaltjes.

    Ik was als eerste klaar. Mevrouw Gillhard vroeg of ik nog een portie wilde, maar ik weigerde beleefd. Nadat ik mijn schaaltje op het aanrecht gelegd had, liep ik de trap op naar mijn kamer en sloot de deur.

    Ik besloot dat ik straks met hem zou gaan praten. Zonder Dylan, want hij wist niet wat er vroeger precies gebeurd was.

~~~~~~~

    Een uur later hoorde ik Dylan en Pieter elkaar gedag zeggen in de gang.

    Dit was het moment.

    Ik sloop de trap naar beneden en liep naar de achterdeur. Op het moment dat ik mijn hand om de klink legde, hoorde ik plots uit het niets een stem, waardoor ik minstens een halve meter omhoog sprong.

    "Wat ga je doen, Meredith?" vroeg mevrouw Gillhard.

    "Ik ga even een luchtje scheppen," zei ik met een hart dat nog steeds wild klopte van daarnet.

    "Oké. Zou je me daarna even willen helpen met de vaatwas?" vroeg ze.

    "Ja, natuurlijk. Ik ben zo terug," zei ik voordat ik de deur achter me sloot. Stilletjes ging ik tot aan de straatkant, waar ik wachtte tot Pieter langs zou lopen.

    "Tot ziens," hoorde ik een eind verderop bij de voordeur, die daarna gesloten werd. Pieter stak zijn handen in de zakken van zijn jas en stapte het voetpad op.

    Zelf hield ik me geduldig stil in de schaduw van het huis, tot hij voorbij gelopen was. Dan zette ik een spurtje in om hem in te halen.

    "Pieter," zei ik.

    Hij stopte en draaide zich rustig om. Zijn blik was niet spottend of arrogant, zoals ik altijd van hem gewend was geweest. "Ik wist dat je ooit terug zou komen, Meredith."

    "Dat lag voor de hand," antwoordde ik. "Wat zou jij doen na zes jaar gesticht?"

    Hij gaf geen antwoord.

    "Hoelang ken je Dylan al?" vroeg ik dan maar.

    "Vier jaar. Ik was erbij toen hij..." Pieter keek me opmerkelijk strak aan. Alsof hij me probeerde in te schatten. "...Toen hij het moeilijk had."

   Ik wist niet wat ik op dat moment over hem moest denken. Was het mogelijk dat die etterige buurbullebak van vroeger dan toch veranderd was? ZIjn volgende vraag deed me echter nog meer twijfelen.

    "Wat ben je van plan, nu je terug bent in Klarendal?" vroeg hij. 

    "Nou... er zijn een paar mensen die nog steeds niet gekregen hebben wat ze verdienen, dus die staan als eerste op mijn lijstje," antwoordde ik.

    Pieter ging nerveus met zijn hand door zijn blonde haar. "Ben ik ook één van die mensen?"

    Dat is nou precies wat ik me ook afvroeg...

    "Dat weet ik nog niet." Eerlijker had ik het niet kunnen zeggen.

    Pieter knikte langzaam en draaide zich dan om. Hij liep met zijn handen in zijn zakken de straat uit en uiteindelijk ging ik ook terug naar binnen om mevrouw Gillhard te helpen met de vaat.

     Afwassen was een uitstekende manier om je hoofd even leeg te maken. Hoewel er toch één gedachte was die ik maar niet uit mijn hoofd kon bannen. Ik moest er zelfs bijna van glimlachen, maar eerder op een opgeluchte dan een blije manier.

    Perfecte Pieter had misschien wel een nieuwe bijnaam nodig.

Geketend in IllusiesWhere stories live. Discover now