hoofstuk 3

44 4 2
                                    

Ik loop nu al dagen, me benen doen zeer. Normaal loop ik niet zo ver en lang. Logies, me vader liet me niet gaan. Ik weet ook niet meer waar ik ben. Al die bomen en paden lijken op elkaar. Verdere dorpjes heb ik ontweken, niet dat ik er veel zie. Er zijn ook een paar boerderijen. Maar nu een pauze nemen, ik ga zitten tegen een boom en me maag rammelt. Dat is ook een probleempje, ik heb geen eten meer. Dus ik moet gaan jagen, maar daar heb ik nu weinig zin in. zucht, nooit gedacht dat ik ook honger zou krijgen, ik overleefde het al op niet heel veel eten. Ik moet wel toegeven dat ik meer doe. ik hoor de vogels fluiten, het is een mooi gezang. Nog een rede waarom ik niet op wild wil gaan schieten, het is mooi.  ik vind het niet erg om geen mensen om me heen te hebben, dit is genoeg. bizar eigenlijk, de natuur is veel mooier dan de meeste dingen die de mensen maken. Zullen Grijze jagers dat ook vinden? ze moeten wel wat met de natuur hebben, ze hebben tenslotte paarden en verstoppen zich in de natuur met die mooie mantels. Maar over die zwarte magie, kom ik maar weinig te weten. Maar dan ook echt heel weinig. Niet dat ik echt veel te weten kom over de jagers zelf, maar ik had wel verwacht dat ik meer te weten zou komen. Agh ja, je kan niet alles weten, als je maar genoeg weet. En wat ik weet is dat ik zo snel mogelijk een schuilplaats moet vinden. Er komen wolken aan, die er niet zo prettig uitzien. Dus tot zover me kleine pauze, ik sta op en loop verder. Deze keer oplettend, naar een schuur of huis waarin ik kan schuilen. 

Moet je een kijken! dit is gewoon perfect. ik sta bij een huisje, gewoon midden in het bos. Het is prachtig voor me. ik sta al op de veranda, ik hoop dat er niemand thuis is. Maar voor ik inbreek klop ik aan, het zou stom zijn om in te breken als er iemand is. Dan heb je garantie dat je niet mag blijven. Ik wacht even maar er doet niemand open. Ik klop nog eens, maar weer niks. of er is iemand in diepe slaap, of er is niemand thuis. En dan hoop ik het tweede. Het is een lastig slot, dat zie je meteen. Maar ik kan het wel breken uiteindelijk. Thuis heb ik dat zo vaak gedaan, en ik ben zo slim geweest om  mijn spullen mee te nemen. Ik kijk nog eens goed naar het slot voor ik aan de gang ga. Dit word wel een klusje vaan een tijdje. Nooit gedacht dat zo'n huis zo'n slot had. misschien zit hierachter wel iets waardevols. Oh nu ben ik nieuwsgierig, nu is het niet eens meer om te schuilen, nu wil ik weten van wie het is en wat er achter deze deur zit. Nu komt mijn thuissituatie wel van pas. Ik moest vaak sloten open maken, als me vader me ergens opsloot. die waren niet zo mooi als deze, maar wel handige oefening.

hehe, het is gelukt hoor. Ik sta er al een tijdje maar het is gelukt, en er is onderweg niemand lang gekomen of er binnen geluid geweest. Voorzichtig doe ik de deur open, er lijkt niemand te zijn. Toch moet je dat niet vertrouwen. Ik sluip rond tot ik alle kamers gecontroleerd heb. Er is niemand, waarom blijft er dan zoveel knagen. Het is een mooi huis, geen schatkamer. er zijn genoeg zit plekken en genoeg plekken voor mijn spullen, toch vraag ik me af. Wie woont hier? Het is goed onderhouden dus die persoon is niet lang weg. Zeker niet. Het kan zijn dat hij vandaag weg is gegaan, mooi voor mij. Behalve dat ik niet weet wanneer degene terug komt. Ik kijk rond in de kasten en dan zie ik iets wat mijn oog trekt. Koffie, geloof me ik ben verslaaft aan dit spul. Niet dat ik het vaak kon drinken, want ja, mijn vader. Die kocht alleen maar bier en wijn. En dat is nou het gene wat ik haat. Mijn vader word er helemaal gek van, en ik wil mijn hoofd graag houden. Ik had een keer koffie, en dat was toen een oudere dame hulp nodig had, Nou, zo zag het eruit. Ze had een enorme stapel was, en ik hielp haar ermee. In de ruil mocht ik na het werk koffie en een paar koekjes. Man, wat was dat lekker. Die vrouw was erg aardig en vertelde me alles over al haar kinderen. Hoe hete ze ook alweer? Wat maakt het uit, het was een grote blije familie. Ik ben vaker bij die vrouw langs geweest, tot ze stierf. Ze is gestorven in haar slaap, dat is op zicht wel fijn. Ze had waarschijnlijk geen pijn geleden. Het was wel jammer, ik mocht die vrouw echt, en de koffie ook! Ze heeft me geleerd hoe je het doet, en wat ben ik haar dankbaar.

Nu ik mijn koffie heb ga ik op een stoel de veranda zitten. Het is prachtig hier, de bomen en de zingende vogels. Ik snap waarom je hier een huis zou bouwen. Waar ik het nog niet over heb gehad is de stal, ja er is een stal hiernaast. Ik heb niet heel veel verstand van paarden, maar er kunnen makkelijk twee paarden daarin. Mooi, want als de persoon van wie het huis officeel is niet meer thuis komt. Dan is dit huis voor mij. En dan kan ik werk gaan zoeken en een paard kopen. Want, die Grijze jager droom kan ik wel opgeven. Wees realistisch, de kans dat ik een Grijze jager ontmoet, en dat die ook nog zegt dat ik zijn leerling mag worden. Staat gelijk aan de kans dat ik de koning kan ontmoeten. Nooit dus. Behalve, nee, Als die echte eigenaar van het huis me laat oppakken ga ik natuurlijk niet naar de koning, die heeft het vast al druk genoeg.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Apr 16, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Grijze jager, De jongste leerling.Where stories live. Discover now