hoofdstuk 1

43 3 1
                                    

"wat is er toch altijd aan de hand met hem?" Twee simpele huisvrouwen zien -voor de zoveelste keer- een jongen, onder blauwe plekken en schammen, langs lopen. Ze maken zich zorgen en kijken vaak naar hem. De jongen weet het ook, ik weet het, ik zie er niks uit. Maar jullie hoeven niet zo naar me te kijken, denkt hij. Dit gebeurt vaak in zijn leven: blauwe plekken, schammen, bloed, en ga zo maar door. Het helpt ook niet dat er hier veel mensen zijn die het leven nog zuurder maken. Pesters, en
ze zitten weer achter hem aan. Hij weet niet eens hoe de pesters heten, maar wel dat ze achter hem aan zitten. Hij zucht en loopt verder. In het bos krijgen ze hem me pakken, zeker weten. Denkt hij. En daar gaat hij, door het bos. En als de mensen hem niet meer goed kunnen horen schreeuwen hoort hij: "HEY TOBY" Toby blijft stilstaan en draait zich om. Ik wist het, dacht hij. "Wat moeten jullie" zegt Toby terwijl hij de vier pesters aankijkt. "Dat weet je vast wel" zegt de leider. Een ander, de grootste, slaat met zijn vuist in zijn hand. Agh, ik ben teminste niet thuis, denkt hij.

Pov. Toby

Alles doet zeer, niet nieuw nieuws maar goed. Ik moet maar eens naar huis, me vader word anders wordt hij boos. Opstaan is nu echt heel moeilijk. Maar toch likt het en dan op aan de wandel, eerder wankel, naar huis. Zwaar leven.

Eindelijk thuis. Ik hoor mijn vader in de keuken. Dus is ga zacht naar me kamer. Hij hoort het niet, doet hij nooit. Me kamer stelt niet veel voor. Ik heb niet eens een bed, maar een klein kleedje op de grond. Niet dat we er genoeg geld hebben. Nou, nu niet meer maar vroeger, vroeger, toen was het anders. Toen leefde me moeder nog en was mijn vader niet verslaaft, niet zo gestoord. Sinds me moeder is overleven, dronk hij zo veel meer. En begon verschrikkelijk te doen. En nu, is mijn leven ook verwoest. Hij begon me te mishandelen, en ik moet nu alle klussen doen. En dan als kers op de taart, de pesters. wat heb ik hun ooit misdaan! Ik ken hun niet eens! Zo, ben jij op de hoogte van mijn leven. En doe alsjeblieft niet zoals alle mensen, met hun: 'wat is hij zielig. Wat is er aan de hand? Moeten we heb niet helpen?' helpen ja, nee hoeft niet. En agh niemand wilt me helpen. Ik ben er klaar mee, ontsnappen zou fijn zijn ja. Maar ik krijg nooit eens een kans, dus dat gaat lastig. Ik heb al wat verzonnen. Nu moet ik alleen afwachten tot ik het kan uitvoeren. Ik ga zitten en pak mijn boog. Nou boog, het is niet veel. Niet zo'n mooie grijze jagers boog. De meeste kinderen van mijn leeftijd, en zelfs volwassenen, vinden grijze jager maar een beetje griezelig. Ik niet, voor zover ik weet ben ik hun grootste fan. Nou, niet dat ik veel weet. Ik praat niet veel met andere, en de krops jagers houdt het liefste alles geheim. Ik weet niet eens waar ze wonen, ik stel mezelf teleur. Ik wil graag bij hun horen. De meeste vinden ze eng en griezelig. Ze zeggen dat ze aan zwarte magie doen. Maar ik denk niet dat dat waar is. Je kan het niet bewijzen. Ik vind ze juist interessant. O god, ik praat nu over hun alsof ze voorwerpen zijn. Dat bedoel ik nou ook weer niet. Ik kan mijn droom vaarwel zeggen. Ik kom nooit in die krops. Daar zal me vader wel voor zorgen.

"TOBY ETEN!" roept me vader van benden. Als je denkt dat hij roept omdat het eten klaar staat. Denk nog eens. Ik moet het maken. Dit is het teken dat me vader honger heeft. Ik verstopt mijn 'boog' weer en loop naar de keuken. Me vader staat in de weg en kijkt chagrijnig. Ik weet wat er gebeuren en ik heb gelijk. Een paar seconden later voelde ik een klap. Het doet niet veel pijn meer. Me wang is er aan gewend. Me vader loopt langs me naar zijn stoel. Ik loop naar de keuken en maak een uitgebreide maaltijd voor me vader. Hij wilt dat. Zelf gun ik me drie sneden brood met wat jam. Eigenlijk mag ik helemaal niets eten van mijn vader. Maar hij heeft het toch niet door. Hij maakt nooit zijn eigen eten, en hij is zowat altijd dronken. Gore zuiperd. Zelf denk ik niet. Om meerdere reden. Ik mag dat niet, en ik hou er niet van. Geef mij maar vers water met wat fruit erin. Dat is tenminste wel lekker.

Ik geef het eten aan me vader en duik dan weer de keuken in om zelf me brood op te eten. Als me vader klaar is schreeuwt hij me naam, zoals gewoonlijk. Ik krijg nog eens een gehoorbeschadiging. Ik loopt naar hem toe en begin aan de afwas. Ik hoor me vader weggaan. Waarschijnlijk naar ergens waar hij kan drinken en zijn geld verspillen met dobbelen ofzo. Nu heb ik het huis voor mezelf. Snel alles kijken of ik genoeg gespaard heb. Ik heb lang gewacht op deze dag. De dag dat er genoeg eten en geld is om mee te nemen. Om te ontspannen. Ik vul een grote tas met spullen. Geld, kleding en wat eten. Ik haal mijn boog en pijlen weer te voorschijn. Ook mijn pijlen stellen niet veel voor. Maar het is wat. Nu moet ik het alleen nog kijken dat ik boven ben. Zoveel mogelijk tijd winnen door me vader af te leiden. Ik zet drank en nog wat te eten op tafel. Hij roept me elke dag daarvoor, maar als het al klaarstaat hoeft het niet.

Alles gepakt en klaargelegd. Nu hopen dat ik ver genoeg kom. Niet dat me vader echt aan me denkt. Maar toch is dit al twee keer mislukt. Maar toen vergat ik ook dingen. Maar nu ben ik zeker dat ik alles heb. Vallen en opstaan. Ik ga via de achterdeur. Dan valt het minder op. Ik heb me bruine, vieze, mantel om me heen geslagen en doe me kap over me hoofd. Voorzichtig loop ik de eerste paar meters van het huis vandaan. Met me hart in me kil. Ik doe het echt. Ik doe het echt. Dit plan heeft zoveel risico's. Maat het moet lukken. Anders ben ik echt verdoemd. Ik loop het woud in. Zover mogelijk komen, dat is mijn doel. Ervoor zorgen dat niemand die me kent me vind en me naar huis brengt. En daarna, daarna. Poep. Ik wist dat ik iets miste. Wat ga ik daarna doen? Ik denk, helpen bij mensen op een boerderij en zo de kosten verdienen. Of ik maak zelf een huis in het bos. En zoek naar een baantje. De tweede is het prettigst. Maar het is altijd goed voor een plan B. Ik dit geval is plan B dus een boeren familie zoeken. Ver weg van mijn huis.

🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺
De wolvenleerlingen breiden zich uit tot leerling-jagers! Welkom in het eerste hoofdstuk van me grijze jager boek! Ik blijf ook uploaden bij 'wolvenmeester' natuurlijk. Maar ik heb ook hoop voor dit boek. Ookal is dit nog maar het eerste hoofdstuk.

Ik hoop dat jullie genieten van dit boek!
-bye bye leerling-jagers!

Ps: foto erboven is van de kleine boog van toby.
Pss: ik ben niet goed in wij-vorm schrijven zoals de orginele sirie. Ik doe het lekker op mijn manier😝.

Grijze jager, De jongste leerling.Where stories live. Discover now