💌•11

17 2 74
                                    

Zowat iedereen zit al in de bus. Iedereen is erg opgewonden om naar de Efteling te gaan. Het is dus ook een erg kippenhok in de bus met iedereen die uitbundig aan het praten is met zijn vrienden. Samen met Leon, Ciska, Cato en Rens zitten we een beetje vooraan. Daar is het meestal het minst een kippenhok.

Ik zit naast Leon die zowat weer helemaal de oude is. Hij is nog steeds wel een beetje moe maar na het dutje van gisteren is hij erg opgeknapt, waar ik blij om ben. Ik vond die Leon die alsmaar moe was maar niks.

Voor ons zitten Ciska en Cato. Ze zitten al helemaal de route te plannen die we vandaag gaan afleggen. Achter ons zit Rens. Een nogal zenuwachtige Rens. Marnick was blijkbaar de hele dag niet op school en hij was ook niet ziek gemeld dus bezorgd waarom Marnick er niet is.

De bus start op om weg te rijden en Rens tuurt alsmaar door het raam op zoek naar zijn beste vriend.

"Je flipt 'm zowat helemaal. Doe eens rustig", zeg ik als ik me omdraai naar Rens.

"Rustig? Rustig!", roept Rens boos. "Nog even en de bus rijdt weg zonder Marnick!"

"Je lijkt net zijn bezorgde vriendje of zo", zegt Leon met een grijns als hij zijn hoofd tussen onze stoelen perst om naar Rens te kijken.

"Ik vind de Leon van gisteren veel leuker toen het leek alsof je de hele tijd dood reageerde!", zegt hij geïrriteerd. Ik duw Leon terug in zijn stoel voordat Rens nog besluit Leon in zijn gezicht te meppen.

"DAAR IS MARNICK!", roept Rens net als de bus wilt wegrijden. Een docent zegt wat tegen de buschauffeur en de deuren van de bus gaan open zodat Marnick naar binnen kan. Iedereen staart naar Marnick om te zien wie de reis naar de Efteling liet vertragen.

Marnick gaat naast Rens zitten. Hij heeft een zwarte lange broek aan met een zwarte hoodie helemaal over zijn hoofd getrokken.

"Mar waar was je gisteren? Gaat het goed?", vraagt Rens bezorgd.

"A-alles gaat prima", hoor ik Marnick zeggen. Samen met Leon prop ik mijn hoofd tussen de stoelen en we gluren naar achter ons.

Rens inspecteert Marnick en opeens trekt hij de hoodie van Marnicks hoofd en een grote blauwe plek komt tevoorschijn op zijn linkerwang.

"Oh my god, Marnick", zegt Rens en slaat een hand voor zijn mond. Even is het stil bij ons terwijl iedereen in de bus luid verder praat.

"Ik viel van de trap echt heel stom van mij", zegt Marnick met een lach. Een niet zo zeer overtuigende lach als je het mij vraagt. Ik kijk naar Leon die zijn schouders op haalt, maar in zijn ogen is te zien dat hij het ook niet helemaal gelooft. Ik kijk naar Rens die zijn lippen op elkaar drukt. Rens laat zijn duim langaam over de blauwe plek gaan.

"Dit is gisteren gebeurd zeker", zegt Rens. Marnick knikt.

"Een trap? Hoe dom is dat haha", zegt Marnick en kijkt uit het raam en negeert ons bestaan verder. Rens kijkt tien keer zo bezorgd als hij deed voordat Marnick er was. Zo te zien gelooft hij ook niet wat Marnick zei.

Leon en ik trekken onze hoofden weer weg en we kijken elkaar aan.

"Vreemd", zeg ik en Leon knikt.

ж

"Eerst naar De BoB!", roept Cato blij als de poorten net open zijn gegaan.

"De Bob is al dicht Caat", zegt Ciska.

"Oh fuck". "Dan wordt het de Fata Morgana!", roept Cato en we beginnen met zijn alle te rennen. Ciska en Cato beginnen te rennen en ik ren mee.

"Mijn conditie is niet zo goed", roept Leon als hij achter komt te liggen.

"Doe er dan iets aan", mopper ik. Ik pak Leons hand vast en trek hem mee.
We halen de rest in en gaan in de rij staan voor de attractie. Het valt op zich best mee met de drukte, maar misschien komt dat omdat het nog vroeg is.

"Heb je nog een brief gehad vandaag?", vraagt Cato.

"Nee", antwoord ik. Eigenlijk had ik daar nog niet zo bij stil gestaan.

"Caat, hoe kon hij nou een brief krijgen? Hij is niet eens bij zijn kluisje gekomen en hij heeft zijn tas de hele tijd vast dus dat meisje kan ook niet even onopgemerkt er een brief in stoppen", zegt Ciska.

"True", antwoordt Cato.

"Dat meisje kon dus ook niet bij de kluis", zegt Ciska.

"Dus dat betekend..", zegt Cato.

"Dat het meisje sowieso in ons jaar zit!", zegt Ciska.

"Ik dacht ook echt dat een 11 jarig meisje mij brieven zou sturen. Wat jammer nou dat dat nu niet mogelijk meer is", zeg ik en rol mijn ogen.

"Het meisje zou een jaar onder ons kunnen zitten", zegt Ciska.

"Tegenwoordig komt het niet meer op een paar jaar aan hoor", zegt Cato. Ik haal mijn schouders op en zie dat we bijna aan de beurt zijn. Ik kijk naar Leon en zie dat hij met een glimlach naar de bootjes aan het staren is. Yup, Leon is bijna weer de oude. Vervolgens kijk ik naar Rens en Marnick die niet zoveel hebben gezegd de afgelopen tijd.

Als we aan de beurt zijn zitten we samen in een bootje met chinezen en Leon zou Leon niet zijn als hij domme grappen zou maken daarover. We gaan naar allerlei verschillende attracties. De vliegende Hollander, De joris en de draak, De python en uiteindelijk gaan we richting De baron 1878.

"Dit is echt één van mijn lievelingsattracties!", roept Ciska blijf en Cato knikt heftig.

"De allereerste keer dat ik hierin ging was met mijn vriendje! Ik wang zo bang, maar hij was bij mij en alles ging goed", zegt Cato blij.

"Pff opschepper", zegt Ciska lachend. Samen lopen ze de rij in. Iedereen volgt en na een tijdje sluiten we aan bij anderen.

"I-ik weet h-het niet", zegt Leon opeens als we als een kwartier in de rij hebben gestaan.

"Leon je gaat er gewoon in", zeg ik nu.

"Het ziet er echt heel eng uit", zegt Leon.

"We zijn al bijna aan de beurt", zeg ik geïrriteerd.

"Ik kan er uitvallen, of zelfs doodgaan. Wat nou als er opeens een vogel tegen mijn hoofd aanvliegt als ik daar hang!", zegt Leon en verbaasd kijk ik naar hem op. Hij grijnst van hier tot Tokio. Hij neemt mij in de maling.

"Ha ha ha Leon wat grappig", zeg ik.

"WE ZITTEN OP RIJ 1 GOZERS!", roept Cato blij en iedereen kijkt haar vreemd aan. "LET'S GO MY FELLAS!", roept ze en rent naar de ingang.

"Ik kan haar een paar van mijn pillen lenen", zegt Ciska.

"Dat is misschien wel handig", zeg ik met een lach als we naar binnen lopen. We luisteren het hele riedeltje af en uiteindelijk zitten we in de attractie. We klimmen omhoog en uiteindelijk hangen we over de rand.

"Het is eng", zegt Leon opeens en ik kijk hem aan en hij ziet er een beetje bleekjes uit. Ik zucht en haal mijn rechter hand van de stang en hou hem naar hem uit. Hij pakt mijn hand stevig vast en opeens vallen we naar beneden en iedereen begint opeens te schreeuwen en dan kom ik met mijn domme gelach.

Ik zit in een pretpark met mijn vrienden en mijn beste vriend. Beter dan dit kan het echt niet worden.

ЖЖЖ

✈︎

Mister UnknownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu