Hoofdstuk 3

11 1 0
                                    

Een Griffin, ja ik was dat maar niet een slechte. Het kleine meisje luisterde niet naar de woorden van Rin en stapte langzaam op mij af, haar blonde lokken waren lang en mooi net zoals haar gezicht; ze leek op een engel. ''PERSIA!'' Rin schreeuwde opnieuw maar het meisje had geen gehoor en stopte recht voor mij, ze hield haar hand uit en gaf een glimlach. Ik verlaagde me naar haar hoogte en pakte haar hand vast, zachtjes schudde ik haar hand op en neer, het meisje was niet bang- niet van mij. Rin zuchtte en plaatste zijn handen voor zijn gezicht, ik mijn ooghoek zag ik het gebeuren, de oudere man plaatste een hand op Rin zijn rug en wreef op en neer. ''Ze is een boek Rin, die moet je lezen. Net zoals ieder ander persoon, zij die de achternamen dragen dragen niet de zondes van een ander.'' De man had wijze woorden waar ik tevens heel weinig van snapte, het enige wat ik wel snapte was dat hij me probeerde goed te praten. Het kleine meisje genaamd Persia kwam in mijn armen en knuffelde me zachtjes, ''Niet bang zijn.'' Zei ze tegen mij, mijn hart ging sneller op dat moment, de lieve woorden maakte me eventjes weer sterk. Ja ik was bang, bang dat de waarheid pijn deed. 

Nadat we het misverstand hadden uitgepraat mocht ik blijven slapen, voor een bepaalde tijd en dat was een opluchting. Ik sliep samen met Rin op een kamer, hij was bang voor me en daarom wou hij me het liefst weg hebben. Ik rolde op mijn zij en keek naar de witte muur, hij sliep op een ander bed aan de andere kant van de kamer ''Tempest, Sorry dat ik je ineens zo aanviel. Ik zou het fijn vinden als je mij vergeeft voor mijn foute daden. Je broer is een slecht persoon, maar dat is mijn gedachtes over hem. Ik kan jou niet vertellen hoe of wat.. Begrijp dat.'' Ik rolde op mijn andere zij terwijl ik het deken van me af sloeg, ik zat op op het bed en keek naar de andere kant van de kamer. ''Ik vergeef je, vertel me wat hij heeft gezegd en waarom ben je bang van mij..?'' Nadat ik mijn vraag stelde ging hij rechtop zitten en sloeg het deken van zichzelf af, een lichaam met littekens verscheen en het verblindde mijn ogen. ''Al je wonden..-'' 'Hij stond op en keek me aan, ''Praat er niet over, Ik kleed mezelf even aan.'' ik knikte als antwoord en keek hem aan, hij trok een shirt over zich heen om zijn littekens te verbergen en zat terug op zijn bed. Kijkend naar de grond begon hij weer te praten met samen gevouwen handen en een koude lucht dat van hem afkwam. 

''Toen jou broer en ik nog vrienden waren, waren we onafscheidelijk, ik vertelden hem dingen in vertrouwen en dat deed hij ook terug. Maar niets is wat het lijkt, achteraf blijkt alles gelogen te zijn, hij vertelde dat hij krachten had en dat ook in mij zag, krachten is iets wat je niet mag hebben op deze wereld. Bovennatuurlijk zijn is een zonde die men niet wilt hebben. Meeste mensen worden opgepakt en publiekelijk vermoord, mijn vader en ik zijn bovennatuurlijk. Jou broer wist daarvan en we hadden samen gezworen om het geheim te houden, op een nietsvermoedende avond kwam hij mishandeld en gewond naar mij toe, huilend dat de WOTR hem achterna zat. Ik hield hem bij me en diezelfde nacht werden we aangevallen, ze gingen op mij af en niet op hem. Toen ik eenmaal gevangen was kwam mijn vader thuis, hij werd ook in een kooi gestopt, op dat moment had jou broer zijn rug naar mij toegekeerd, zijn wonden waren nep. De WOTR gaf hem een zak geld en toen verdween hij uit het niks, ik was nog jong en ik had nog geen ervaring met mijn krachten dus ik was een verloren zaak. Mijn vader nam het lot in zijn handen en haalde ze over dat ik geen krachten bezitten en ik hier volledig buiten hoorden. Zij namen mijn vader mee en dat was de mooiste daad die mijn vader ooit voor me heeft gedaan, een paar dagen later werd hij publiekelijk opgehangen. Mijn broer en ik waren verslonden en gebroken maar we hadden het verwacht en onze emoties opzij gezet, Ren is trouwens mijn oudere broer, geboren als een blinde jongen. Hij bezit geen krachten, maar hij is net als ik. Iemand die niet mag leven op deze wereld.''

Mijn mond stond wagenwijd open toen ik zijn verhaal aanhoorde, mijn broer was geen hebberig persoon, maar wel iemand die er alles aan zou doen om anderen hun leven af te pakken. Mijn leven zou die nooit willen afpakken, ik ben zijn zusje. Ik stond op en liep op Rin af, hij keek omhoog en kort erna had ik mijn armen om hem heen, een zachte knuffel.  ''Sorry.. mijn broer zou mij nooit pijn doen, en als hij dat wel zou willen doen waarom zei hij tegen mij dat ik weg moest rennen?'' Ik liet hem los en deed een stap naar achteren, zijn gouden ogen staarde naar mij en uit het niets werd alles wit, hij vervaagde en verdween. Ik draaide rond en langzaam werd het weer normaal, dat is wat ik dacht. Na een paar seconden realiseerde ik me dat ik zijn geheugen zat, ik kreeg een blik op zijn verleden. Alles wat hij had gezegd speelde zich af voor mijn ogen, mijn enige echte broer, ik kon mezelf niet bewegen totdat alles weer vervaagde en ik terug kwam in de normale wereld. Ik viel op mijn knieën, armen voor mijn gezicht, handen op mijn hoofd en huilend brak ik los van de pijn. 

''Wat hij jou ook heeft verteld, hij wilt wat jij hebt en dat is onsterfelijkheid.'' Ik keek omhoog naar Rin en schudde mijn hoofd, ik begrijp het allemaal niet meer. ''Ik voelde het al van het begin, jij hebt iets wat bijzonder is; jouw bloed. Hij wilt het hebben en het innemen zodat hij onsterfelijk word. Hij is je aan het testen, iemand die onsterfelijk is draagt veel pijn met zich mee en heeft nog meer dan alleen onsterfelijk bloed. Neem je nacht rust, morgen gaan we naar een man die meer weet over bovennatuurlijke mensen. En wees niet bang, zolang we blijven lopen komen ze nooit te dichtbij.'' Ik wreef in mijn ogen en stond op, een zwakke glimlach verscheen op mijn mond en ik keerde terug naar mijn bed. 

De nacht was lang, ook al was het bijna ochtend, zijn woorden drongen binnen en dat maakte me van slag, ik was één van hun. Dat was dus de reden dat ik geen pijn voelden tijdens de val, en dat mijn schaafwonden zo snel weg waren, ik had twee zondes op me, ik was een drager na een gever en een bovennatuurlijk persoon. 



---------------------------------------------------------

Hoofdstuk 3 alweer, wat gaat het toch snel ._.

Groetjes ~

Als jij het maar niet bentWhere stories live. Discover now