Hoofdstuk I : Het Gesticht

812 44 6
                                    

Zes jaar geleden

De regen kletterde woest tegen het raam van mijn slaapkamer. Ik lag languit op mijn bed met gesloten ogen en genoot van het rustgevende geluid.

De trap kraakte en enkele seconden later duwde iemand de deur open.

"Meredith, maak je klaar om te vertrekken. Je hebt vijf minuten," zei mijn moeder.

"Waar gaan we heen?" vroeg ik, maar ze was alweer weg.

Ik greep Kleine Yisha, mijn knuffelkonijntje, van mijn nachtkastje en holde naar beneden voor mijn schoenen en jas. In de hal kwam ik mijn vader tegen, die meer stress leek te hebben dan normaal. Hij merkte Kleine Yisha op die tussen mijn vingers geklemd zat en trok haar uit mijn hand.

"Die knuffel gaat niet mee," zei hij afkeurend. "Je bent al tien jaar oud, Meredith. Alleen kleine kinderen nemen hun knuffel overal mee."

"Oké, laat me haar dan op mijn kamer leggen," zei ik, quasi gehoorzaam.

"Haast je," zei hij en hij gaf Kleine Yisha weer terug.

Ik holde naar mijn kamer, maar ik was echt niet van plan om haar hier achter te laten. In de plaats daarvan nam ik een sweater met een kap uit mijn kast. Ik verstopte Kleine Yisha in de kap en ging weer naar beneden.

"Ik ben klaar."

∞ ∞ ∞ ∞ ∞

"Waar gaan we heen?" vroeg ik. Mijn moeder had alleen maar oor voor de radio en mijn vader deed alsof hij zich moest concentreren op de weg. Ik werd keihard genegeerd.

"Mam?" vroeg ik.

"Ja?" zei ze.

"Waar gaan we heen?"

Ze zuchtte. "Dat zul je straks wel zien, Meredith."

"Waarom mag ik het niet weten?"

Geen antwoord.

"Is het een verassing?"

Opnieuw een zucht.

"Mam, ik wil gewoon -"

"Meredith!" snauwde ze plots woedend. Ik hield mijn mond. Voor de rest van de rit zei ik geen woord meer.

Na anderhalf uur -- wat in mijn gedachten wel als een eeuwigheid voelde -- kwamen we bij een groot gebouw. Het zag er nogal ouderwets uit en allesbehalve gezellig. Het deed me een beetje denken aan een klooster. Mijn vader parkeerde de auto en samen stapten we uit. Mijn moeder hield mijn hand zo stevig vast dat het bijna pijnlijk was, alsof ik zou vluchten zodra ze me los liet. Misschien zou ik dat zo meteen ook wel doen, want ik had hier echt geen goed gevoel over. In de inkomhal werden we verwelkomd door een vrouw die eruitzag als een verpleegster en ze verwees ons door naar een kantoor. Daar liet een belangrijk uitziende man mijn ouders eerst heel wat papieren ondertekenen. Volgens het naambordje op zijn bureau heette hij Mr. Kosnakov.

Elke keer dat ik mijn mond opende om één van mijn talloze vragen te stellen, wierp mijn moeder of vader me een waarschuwende blik toe. Dus draaide ik maar wat met mijn vingers. Ik had geen idee waar het gesprek over ging, want Mr. Kosnakov had een vreemd, sterk accent dat ik niet goed begreep.

"Meredith?" vroeg Mr. Kosnakov opeens.

Ik keek op. Ik wist maar al te goed dat mijn ogen een interessant, indringend effect hadden op mensen. Ook Mr. Kosnakov leek even zijn woorden kwijt te zijn, maar hij raapte zichzelf snel weer bijeen.

Geketend in IllusiesWhere stories live. Discover now