Hoofdstuk 1

5 0 0
                                    

Gehaast trok ik mijn jas van de kapstok. Dit kan ik niet maken! Vorige keer was ik ook al te laat... Ik stapte op mijn fiets en daar ging ik dan. Het was koud en kil buiten. Ik had zo een wedstrijd, de belangrijkste van dit seizoen. En uitgerekend dan gaat mijn wekker niet af. Ik zucht en trap nog altijd stevig door. Hopelijk zijn ze niet zonder mij begonnen.

Eenmaal aangekomen zag ik dat de wedstrijd al begonnen was. Na mijn recordtijd omkleden stapte ik het veld op. In mijn ooghoek zag ik de boze blik van mijn trainer al. Wat ik trouwens al verwacht had, die man kan ook nooit blij zijn. 'Finn!' schreeuwde hij woest 'vergeet het maar, je hoeft nooit meer terug te komen!' Eigenlijk wilde ik protesteren, maar dan had ik al helemaal geen kans meer.  'Hoorde je niet wat ik zei? Weg hier!' Daar stond ik dan. 'Maar... waarom?'  stamelde ik. 'Waarom? WAAROM? Is dat nog een vraag? We hebben niks aan onbetrouwbare teamleden, dit is nou al de 4e keer, Finn!' Ik kan het niet ontkennen, het is ook stom van me. Maar wat kan ik er nu nog aan doen? Ach wat. Nu heb ik er ook geen zin meer in, laat maar!

Met gemengde gevoelens stapte ik op mijn fiets. Ik had zo lang naar deze wedstrijd uitgekeken! Ik was al bijna aan het einde van de straat, toen ik hard gejuich hoorde. Vanaf dat moment maakte het me allemaal niet meer uit.

Ik stapte het huis in en riep geïrriteerd ' hallo?', maar tot mijn verbazing kwam er geen reactie. 'Hallo?' riep ik nogmaals. Weer geen reactie. Mijn ouders hadden beloofd om thuis te zijn rond 8 uur. Het was inmiddels al half 9, dus besloot ik ze te bellen. 'Spreek je bericht in na de voicemail' kraakte mijn oude telefoontje. Na nog een paar pogingen gaf ik het op. Ik begon me zorgen te maken. Mijn ouders zijn nooit te laat. Ik realiseerde me op dat moment pas dat het hele huis donker was. Ik knipte het licht zenuwachtig aan, maar ik zag niks. Mijn hele woonkamer was leeg. Helemaal leeg. De paniek kwam op. Ik hoorde een zacht gejammer. Zoekend keek ik in het rond. Daar, in de hoek, lag mijn hond. 'Djengo!' riep ik met een trillende stem. Bevend lag hij op de grond. Hij keek me machteloos aan. 'Het komt goed, jongen, ik beloof het' zei ik zacht. Mijn vingers gleden door zijn zachte vacht. Ik merkte dat hij heel koud was. IJskoud. Mijn hart begon razendsnel te kloppen. De lamp begon te knipperen. Steeds sneller. Ik verstijfde door de koude handen op mijn schouders. Op dat moment werd het zwart voor mijn ogen. 


You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Oct 16, 2018 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

EMPTYWhere stories live. Discover now