17

99 5 0
                                    

Onder hen begon het water te bewegen. Hun bootje werd naar boven geduwd en kwam met een klap weer op het water terecht. Paris en Bram, helemaal nat, lachten en Bram begon weer terug te roeien. De andere jongens wachtten op de oever. De tweeling hielp Bram met het aanmeren van het bootje. Paris lachte naar hen.

     ‘Wat eten we?’ vroeg Paris aan niemand speciaal.

     ‘Ruelle en Louie wilden koken,’ zei Luan schouderophalend. Paris keek hen aan, beide knikten ze en toen renden ze weg. De anderen keken hen lachend na en slenterden erachter aan.

     ‘Hoe oud ben je nu? Ik bedoel, wij dachten allemaal dat je gewoon niet ouder werd.’ Hasad keek Paris aan.

     ‘Wie heb je allemaal verteld dat ik jarig ben?’ vroeg Paris aan Bram.

     ‘Dat is geen antwoord,’ zei Hasad.

     Paris zuchtte, ‘Zeventien.’ Even fronste Hasad zijn wenkbrauwen.

     ‘Dan ben je twee jaar jonger dan wij,’ merkte Luan op. Paris knikte, maar bestede geen aandacht aan de verbaasde gezichten van de jongens. Bram wist het al langer, al de hele tijd.

     ‘Wie er het eerste is?’ vroeg Kahil.

     ‘Start!’ riep Hasad, maar na een paar meter had Bram hen er al uit gelopen. Niet dat dat nu zo raar was, Bram rende het hardst van iedereen, het was nog niet voorgekomen dat iemand hem inhaalde. Niet met sprinten en niet met hardlopen. Hij lachte naar de rest, Luan liep nog gewoon. Hasad en Kahil deden een wedstrijdje dat vooral om hun tweeën ging en Odar, Marcello en Paris hadden het al opgegeven en wachtten nu op Luan. Bram en Paris trokken allebei iets anders aan.

     Na een tijdje kwam de tweeling het cafeetje binnen lopen, ze hadden zich behoorlijk uitgesloofd. Een taart (waaraan ze duidelijk eerder waren begonnen), een schaal vol gamba’s, een bord met een piramide van broodjes erop. Ze zetten nog ook wat beleg op tafel. Meteen vielen de jongens aan. De taart zat overal (behalve in hun mond), er hingen stukjes aan het plafond, op de grond lag een boel, de meesten hadden zelfs stukken in hun haar.

     De tweeling was begonnen met het gooien van de taart, de rest volgde vanzelf. Na een kwartier lag er niets meer op de tafel en hadden de meeste nog steeds honger. Bram gooide het laatste stuk taart in Paris’ gezicht, tegelijkertijd gooide Paris een bakje jam in Bram’s gezicht. Lachend keken ze naar elkaar.

     ‘Hoe smaakt de taart?’ vroeg Bram.

     ‘Lekker en de jam?’ antwoordde Paris.

     ‘Proeven?’ vroeg Bram grijnzend. Paris glimlachte en kuste Bram.

     ‘Nu heb je nog niks geproefd,’ zei Bram even later, Paris lachte en duwde een bakje perzikjam in zijn gezicht.

ParisOnde as histórias ganham vida. Descobre agora