20| in de tuinen

138 21 0
                                    

Ik ben met een boek in mijn hand aan het ontbijten. Sebas pakt mijn schouders vast en geeft me een kus op mijn wang.
'Goedemorgen schoonheid. Welk boek lees je?' vraagt hij.
'Guinevere en Lancelot. Hoe gaat het?'
'Goed. Met jou kan het beter denk ik?'
'Ach ja. Ik maak er het beste van.' Er viel een ongemakkelijke stilte.
'Zal ik je zodadelijk de tuinen laten zien?'
'Dat zou ik erg leuk vinden.' De ouders van Sebas kwamen binnen.
'Noël ik moet me verontschuldigen voor mijn gedrag van gisterenavond. Ik had niet zo lomp moeten zijn,' zei de koning.
'Het is al goed. Mijn reactie was behoorlijk overdreven. Er zit me meer dwars dan ik wil en dat kwam er op een verkeerde manier uit.'
'Fijn dat het goed is. Je hebt een leuke smaak qua boeken. Heb je al king Athur and the round table gelezen?' vraagt de koningin.
'Ja. En natuurlijk Romeo en Julia.' We grinniken. 

Na het ontbijt lopen Sebas en ik samen naar buiten. Ik sta versteld van de mooie bloemen.
'Het is hier prachtig,' zeg ik verwonderd.
'Ja dat is het zeker. Achterin is een pergola met blauwe regen die in bloei staat. Zullen we daar heen gaan?'
'Lijkt me geweldig.' Slenterend lees ik voor uit een boek. Bij de pergola aangekomen gaan we zitten op de bank.

'Mag ik je iets vragen Noël?'
'Ja hoor. Ga je gang.'
'Waarom ontvoerde een van de bendes je?' Mijn gezicht betrok.
'Dat hoef je niet te weten.'
'Wat is er? Maakt het je kwaad? Waarom maakt het je kwaad?'
'Sebas wil je het hier niet over hebben? Het gaat eindelijk een beetje beter.'
'Waarom vertel je het me niet gewoon?' Ik stond op en beende weg.
'Noël! Noël kom terug!' Sebas kwam me achterna. Pas op mijn kamer stopte ik.
'Sebas hou er over op. Niemand hoeft het te weten.'
'Jawel, ik. Ik wil je beschermen. Ik wil niet dat ze je nog eens kunnen grijpen. Waarom pakte een bende jou? Je was een wees. En er werd geen losgeld gevraagd. Waarom?'
'Sebastiën! Hou er over op! Niemand hoeft het te weten! Ook jij niet! En je kunt me niet beschermen! Hoe graag je het ook wil!'
'Waarom niet?! Noël!'
'Omdat de leiders van de rivaliserende bende mijn ouders zijn!!' Sebas keek me geschrokken aan. Ik zuchtte en tranen welden op.
'Snap je nu waarom ik het je niet wilde vertellen?'
'Oh Noël...' Hij wilde me omhelzen. Ik liep lamgs hem af.
'Nee, niks oh Noël. In het vervolg stop je als ik daar om vraag. Laat me maar even.' Ik pakte mijn telefoon mee en liep naar een plek afgelegen in de tuin. Daar belde ik Manuela.

'Manuela? Ben jij dat?'
'Ja meisje. Wat is er? Waarom huil je?'
'Sebas en ik hadden ruzie. Hij weet het. Ik kan dit niet Manuela. Ik wil terug naar het weeshuis, terug naar jou. Ik wil terug naar hoe het vroeger was.' Ik begon harder te huilen.
'Ik... ik... Ik kan niets doen. Als ik dat zou kunnen zat je al niet daar. Het... het spijt me.' Ik hing op. Als zelfs Manuela me niet kan helpen dan kan ik niets meer. Lotte kwam naast me zitten.
'Gaat het?'
'Nee, nee het gaat niet. Ik kan nergens heen en Sebas cirkelt rondom me. Dansen gaat niet en ergens mee helpen ook niet. De meeste boeken in de bibliotheek ken ik.' Lotte onderbrak me door me stevig te knuffelen. Ik huilde uit op haar schouder. Vanuit mijn ooghoek zag ik Sebas staan kijken en weglopen.
'Dank je Lotte. Ik moet nu even naar Sebas.' Ze liet me los en ik snelde achter Sebas aan, maar ik kreeg hem niet meer gevonden. Ik besloot om verder te gaan in mijn boek.

Ik had hem laat in de avond uit. Met een lampje in mijn hand bracht ik het terug naar de bibliotheek. Daar praatte Sebas met zijn ouders. Ik bedekte het licht en luisterde aandachtig.
'Sebastiën ik verbied het je! Je bent geen vrienden met de dochter van onze vijand!'
'En waarom niet? Ze heeft nooit iets gedaan. En ik hou van haar.'
'Wat nou als ze hier probeert te infiltreren?'
'Denk je dat echt? Je hebt zelf gezegd dat ze zo aardig is. Waarom denk je daar nu anders over?'
'Ze is onze vijand. Ik sluit haar op op haar kamer, tot ik zeker weet dat ze geen bedreiging is.' Ik liet van de schrik mijn lamp en boek vallen.
'Wie is daar?' Ik pakte het boek op en liep naar binnen.
'Ik kwam mijn boek terugbrengen. Het spijt me.' Ik legde het op een tafel en wilde gaan.
'Noël wacht even. Kom even alsjeblieft,' zei Sebas. Hij pakte mijn hand. 'Ik weet dat jij je ouders verafschuwt. Vertel ons alsjeblieft het hele verhaal. En als ze je dan niet geloven, dan ga ik samen met jou een safe house regelen in jouw dorp, oké?' Ik knikte en haalde diep adem.
'Oké. Maar dit kan even duren.'

Na mijn verhaal viel er een doodse stilte. Niemand kon iets zeggen wat gepast was voor de situatie.
'Noël, ik... Het spijt me voor je,' zei Sebas.
'Het spijt mij ook, maar ik kan hier geen seconde langer blijven. Ik moet echt weg,' zei ik zacht. Sebas omhelzde me stevig.
'Dan ga ik met je mee. Ik heb altijd al onder het volk willen mengen. En dat kan ik nu bereiken. Wij gaan samen jouw plannen voor het weeshuis uitvoeren. En samen nemen we het over,' fluisterde hij in mijn oor. Ik lachte en fluisterde terug: 'Dat zou meer voor me betekenen dan je ooit kunt weten. Dankjewel.' Ik liet hem los en liep naar mijn kamer. Met het boek nog in mijn hand. Ik zuchtte, draaide me om en legde het weg. Hopen dat het nu beter gaat.

From no-one to everything Where stories live. Discover now