9

11 0 0
                                    

Ik word wakker met de nare gedachtes aan Sam. "Is het waar dat jullie broer terug is?" Vraagt Niels ineens. "Ik wist dat Sam hier rondging maar ik wist niet dat hij naar het ka- wacht, MICA OPSTAAN" Zeg ik. "Hmmm?" Vraagt ze. "Sam komt terug naar het kamp." Zeg ik. "Wat?!" Vraagt ze. "Weet Papa dit al?" Vraagt ze. Ik schud mijn hoofd van nee als het tot me door dringt. Ik spring recht en doe mijn uniform aan. Mica doet hetzelfde waarna we direct naar CR lopen.

Zonder te kloppen gooi ik de deur van het kantoor open waar hij al achter zijn bureau zit. "ZR, hoe vaak heb ik al gezegd dat je moet kloppen." Zegt CR. Op dat moment zie ik Levi zitten die "tch" uitbrengt. "Wel dit is veel belangrijker." Zeg ik en loop naar de bureau. "Sam is-" hij kapt me af. "Hebben jullie het nog steeds niet verwerkt?" Vraagt CR. "Hij is terug. Hij komt naar dit kamp." Zeg ik. "Je kan je mond niet houden he Zno?" Zegt ineens de ooh zo bekende stem van Sam. "Maar zoals ze al zei, ik kom terug papa." Zegt Sam met een grijns.
CR kijkt hem met open mond aan net zoals Levi. "Verrassing." Zegt Sam grijnzend. "Lang geleden Zusjes." Zegt hij vervolgens. Hij draait zich om en komt dichter. Als hij niet ver meer van ons verwijderd is, komt Eren voor ons staan. "Lang geleden Sam." Zegt Eren. Ik en Mica lopen weg.
"Sam is jullie broer?" Vraagt Yiku. "Viel het niet op? Blauw haar rode ogen jeager?" Zegt Mica op een duh toon.
"Haal Aden." Zeg ik. "Naar waar we gisteren zaten." Vervolg ik. Yiku knikt en loopt weg. Ik ga met Mica alvast naar het straatje.

Aden en Yiku komen aangerend.
"Sam komt afmaken waaraan hij begon." Zeg ik. "Waar begon hij dan aan?" Vraagt Yiku. "Hij heeft ons ooit proberen te vermoorden." Zeg ik. "En hij heeft overal vrienden." Vervolgt Mica. "We denken dat Jordan ook 1 is." Zeg ik. "Hij wilt ons dood. Of hij het eigenhandig doet of niet." Vervolg ik. "Het engste van al is, dat zelfs onze kamergenoten met hem kunnen samen spannen." Zegt Mica. "Maar jullie zijn zo sterk, kunnen zoveel, jullie zijn de beste. Hoe komt het dan dat jullie jullie niet kunnen verdedigen?" Vraagt Yiku. "Hoe gek het ook klinkt Yik, Sam is sterker dan hun." Zegt Aden. "Wel zusjes, zeg je ook dat jij Noah vermoorde Zno?" Zegt de stem van Sam ineens. "Ik vermoorde hem niet. Dat is niet zeker. Het kon Mica of iemand anders ook zijn, en dat weet je Sam." Verdedig ik mezelf. "Ja, en ik wil gerechtigheid." Zegt Sam. "Door je tweelingszussen te vermoorden?" Vraagt Yiku. "Nieuw vriendje Znoë?" Vraagt Sam waarop ik mijn hoofd schud. "Leerling" snauw ik. "Laat hun met rust Sam." Zegt Aden. "Komt het draakje er ook bij?" Zegt Sam spottend. "Laat ze met rust Sam, je verliest toch. En dat weten we allebij." Zegt Armin. Eren komt naar ons toe lopen.
"Wat the hell Rivers, jullie weten dat jullie niet alleen met hem in de buurt mogen rondlopen. Of toch niet ongezien." Fluistert Eren waarna hij ons weg helpt.

Ik voel me weer veilig als we in het kamp zijn. "Hij gaf jou het litteken op je arm toch? Daarom draag je alleen nog maar lange mouwen. Is het niet Zno?" Vraagt Eren. Ik kijk weg.

"Trouw met de prins en ik doe je niks." Hoor ik ineens achter me. "Waarom zou ik? De prins is aardig maar, ik hoef al die rijkdom niet. Ik wil gewoon leven. Als commandant." Reageer ik op Sam hij grijnst en loopt weg.
"Mijn broer komt niet terug. Reken er maar niet op dat iemand hier, goed door hem word behandeld. Tenzij je voor hem buigt, doet hij niet aardig." Zeg ik tegen het kamp waarna ik naar mijn kamer ga. Ik leg me op bed en blijf denken aan wat hij zij. Trouw met de prins en ik doe je niks.  Ik moet ergens wel. Maar eigenlijk vind ik het niet erg. Wat als ik Jace leuk vind? Leuk als in verliefd. Ach, niemand gelooft me. Niet na mijn down een jaar geleden. Ik kijk op de klok en zie dat het ondertussen al middag is. Ik wil vandaag niet eten. Ik blijf gewoon liggen.
"Ik wist niet dat je een broer had Zno." Zegt Jace. "Ik ook niet dat jij er 1 had tot hij me ontvoerde." Kaats ik terug. "Jouw broer helpt de mijne" vervolg ik. "Sam wilt mij en Mica hoe dan ook dood." Zeg ik. "Je overleeft dit Zno. Je bent sterk genoeg." Zegt Jace. "Voor alles maar niet voor dit." Zeg ik waarna ik me beter leg. "Hoezo? Jullie zijn de sterkste van het kamp." Vervolgt Jace. "Hij is onze broer. Hij is sterker dan mij. Niet alleen op vechtvlak." Zij ik. Het laatste iets stiller hopend dat Jace het niet hoorde. Hij komt naast me liggen. Ik weet niet waarom maar, het voelt fijn om iemand naast me te hebben.

Na een tijdje gaat de deur open. Als ik iemand binnen hoor komen ga ik uit bed. "Hey Zno." Zegt Mica en ze sluit de deur. "Ooh jij bent het maar." Zeg ik opgelucht. "Jij bent de enigste die mij en Jace niet als koppel ziet." Zeg ik. "De rest komt zo ook" zegt Mica. Ik maak Jace -die in slaap was gevallen- wakker. Als de andere jongens komen, verstopt hij zich onder het bed.
"Jullie moeten voorzichtig zijn." Zei Niels. "Dat wisten we nog niet." Zeg ik sarcastisch. Ze lopen de kamer uit. Even later laat ik Jace van onder het bed.

"Waarom mogen ze ons niet samen zien?" Vraagt Jace. Ik zet me op bed en zucht.
"4 jaar geleden, voor dat we onze titel kregen probeerde Sam ons te vermoorden. Wat niet luktte. Een week erachter, toen we onze titel kregen, verdween Sam. Ik dacht dat hij betoverd was en ging relaties aan met jongens, om het verdriet te verwijderen. Het is al meer dan een jaar weer goed, heb ik geen relaties meer gehad." Zeg ik. "Maar iedereen kent je nu zo." Vervolgt Jace waarop ik knik. "Ik was gewoon de weg kwijt. Ik was zo close met hem." Zeg ik. Ik moet me inhouden om niet te wenen. Jace geeft het door en sluit me in zijn armen. Niet nadenkend leg ik mijn hoofd op zijn schouder.
Tranen ontsnappen.

Er word op de deur geklopt en ik droog me tranen af. Ik gooi wat water in mijn gezicht en loop naar de deur. Ik doe open en Yiku staat er. "Kom maar binnen. Je slaapt hier tenslotte." Zeg ik. "Verstop jullie. Sam is terug." Zegt Yiku. Ik kijk naar Mica. We openen een luik in de grond en kruipen in  de kleine ruimte, net groot genoeg voor ons getweeën, en doe het luik dicht.
"Waar zijn ze?" Hoor ik Jace ineens zeggen. "Waar zijn wie?" Vraagt Yiku. "De tweeling." Zegt Sam. Ik kan voelen dat hij met zijn ogen rolt. "Welke tweeling?" Vraagt Jace vervolgens. "Znoë en Mica." Zegt Sam zuchtend. "Wie zijn Znoë en Mica?" Vraagt Jace. "De dochters van commandant Riverdale." Zegt Sam. "Geen idee wie dat zijn. We kennen hun niet bij voornaam en weten ook niet wie ze zijn." Zegt Yiku. "Jullie zijn waardeloos" zegt Sam.  Als we een deur horen dicht slaan, openen Jace en Yiku het luik en helpen ze ons eruit.
"Dank je" zeg ik en ga op mijn bed zitten.
"Wat wilt hij?" Vraagt Jace. "Iets wat me niet meer in veiligheid brengt." Zeg ik. "Wat is het dan Zno?" Vraagt Jace. "Hij wilt dat ik met een prins trouw." Zeg ik. Jace kijkt verbaast. "Maar Kay zit mogelijk ook in het complot." Vervolgt Mica me. "Dus in het paleis ben je dichter bij de vijand." Zegt Jace waarop ik knik. "Sam houd zich niet aan zijn woord dat is zeker. Eens we in het kasteel zijn komt hij achter ons aan." Zeg ik zuchtend. "Jullie moeten trouwen." Zegt Yiku ineens. "Wat?" Zeggen ik en Jace tergelijk. "Weet Sam dat Jace een prins is?" Vraagt Yiku. "Geen idee." Zeg ik. "Jeager heeft gelijk. We moeten het proberen." Zegt Mica. Ik en Jace kijken elkaar twijfelend aan. Maar knikken dan toch. "Ik ga het papa zeggen." Zeg ik overtuigend. "Ik ga mee." Zegt Jace. "Onze vaders hebben nu een afspraak met elkaar dus dan weet mijn vader het ook gelijk." Zegt Jace. We lopen de kamer uit naar het kantoor van CR.
Ik klop aan. "Binnen" zegt mijn vader. Ik open de deur en zie de koning daar ook zitten. "Commandant Riverdale, ik, euh, wij moeten iets zeggen." Zeg ik. "Ik laat jullie even alleen." Zegt de koning. "Nee, hoogheid u moet dit ook horen." Zeg ik waarna hij zich terug neerzet. Ik neem Jace zijn hand vast en adem eens diep in en uit. "Ik en Jace..." beging ik. "We gaan trouwen." Maakt Jace mijn zin af waarna ik glimlach. Ik neem hem stevig vast. "Hoe lang kennen jullie elkaar al? Want ik heb jullie nog nooit samen gezien." Zegt mijn vader dan. "Al lang. Ik spreek haar altijd aan als ik hier ben." Zegt Jace. "Wel dan kunnen we jullie niet tegen houden." Zegt de koning. "Dank u hoogheid" zeg ik. "Ach, noem me Samuel, Znoë." Zegt de koning. Ik en Jace draaien ons om en lopen het kantoor uit.
Eens we buiten zijn pakt hij me in bruidstijl op. Ik lach en geef hem -voor de eerste keer- een kus op de mond.

Hij zet me voor de deur van de kamer terug op de grond en doet de deur open waarna we naar binnen gaan.

Ik leg me op bed en val niet veel later in slaap. Het laatste wat ik voel is dat Jace naast me komt liggen en een arm om me slaat. Ik hoor ook nog net hoe Mica het gordijn sluit dat ons deel van dat van de jongens scheid.

znoace (Voltooid)Where stories live. Discover now