47. Return

379 22 13
                                        

Mijn vader kijkt ons zwijgend aan. "We hebben een groot probleem. De raadsleden hebben Scarlett's bloed en kunnen hiermee een nieuwe troonopvolger kiezen." Zegt hij na een tijdje. "Van een andere bloedlijn?" Vraagt Alyzandra verbaasd. Mijn vader knikt ernstig. "Als u nu nog eens voorstelt om zomaar een stad binnen te lopen, gaan we er niet mee akkoord." Blaise kijkt mijn vader afwachtend aan. "Blaise heeft gelijk. Het is nu veel te gevaarlijk om na zo'n korte tijd weer terug te gaan en we hebben een nieuwe plan nodig." Merkt Fenriro op. "We hebben geen tijd meer om te wachten." Mijn vader komt overeind en schuift een papier naar ons toe. "Scarlett, ik doe dit voor je eigen veiligheid en voor de toekomst van mijn volk. Verzamel vrijwilligers die met je mee willen gaan." Na die woorden draait hij zich om en loopt met mijn moeder de eetzaal uit. "Oké, vrijwilligers?" Vraagt Alyzandra aan ons. Ze krabbelt mijn naam en die van haar alvast op het papier. Alle meiden agenten steken snel hun hand op. Ik kijk de jongens van SNA afwachtend aan. "Sorry, Scarlett. Maar ik denk niet dat dit zo slim is." Zegt Zayn verontschuldigend. Stefan, Constantine en Silvano knikken instemmend. "Natuurlijk is het niet slim, maar momenteel loopt Scarlett's familie in gevaar en hier blijven zitten heeft ook geen zin." Alexa kijkt de jongens met vuurspuwende ogen aan. "Alyzandra, geef me de lijst met namen." Beveelt Byron opeens. Alle jongens kijken hem ongelovig aan. "Dit meen je niet, Byron! We kunnen de meiden ook gewoon hier houden!" Protesteert Jaydan. "Denk je echt dat ik onze namen erop ga schrijven?" Byron scheurt de lijst in stukjes en verbrandt het tot as. "Je weet dat we een nieuwe papier kunnen pakken toch?" Zeg ik geërgerd. "Ja, dat weet ik en ik blijf ze verbranden tot je handen te moe zijn om nog iets op te kunnen schrijven." Byron kijkt me net zo geërgerd aan. Blaise kucht even en gebaart ons stil te zijn. "We begrijpen dat jullie Scarlett's vader willen helpen, maar als jullie geen gedetailleerde plan hebben lopen jullie de risico om ontdekt te worden. Scarlett, als kapitein moet je ervoor zorgen dat je agenten niks overkomt en wat je nu doet brengt hen alleen maar in gevaar." Blaise kijkt me indringend aan. "Oh, en Seraphina doet hier niet aan mee." Voegt hij er snel aan toe. Seraphina kijkt hem vernietigend aan, maar zegt niks. Alyzandra tikt met haar perfect gemanicuurde nagels op de tafel en kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Goed, ik neem dat maar een paar meiden met me mee." Ik kijk Alexa en Bianca vragend aan. Ze knikken grijnzend. "Nee!" Byron's boze stem dreunt door de eetzaal. ?! De kroonluchter boven de eettafel valt met luid gekletter op de tafel waarna de diamanten hangers door de lucht vliegen. Fenriro kucht zachtjes. "Ik denk dat ik een vergadering heb... ik bedoel, ik heb een vergadering!" Hij rent snel de eetzaal uit. "Is hij nou serieus bang voor Byron?" Lacht Taylor. Zijn lach verdwijnt als snel als hij Byron's blik ziet. "Scarlett, ik denk dat hij je nodig heeft." Merkt Jaydan op. "Hij moet leren zichzelf onder controle te houden. Krijgen Thymomédrá's zo snel een woedeuitbarsting? Scarlett, grijp snel je kans om dit aan onze vader te geven." Alyzandra drukt snel een papier in mijn handen en gebaart naar de deur. "Wacht, Alyzandra! Zonder Scarlett stijgt zijn woede alleen maar hoger! De vorige keer beschadigde hij het paleis!" Roept Xavier snel. "Ik hoop maar dat hij hierna akkoord met me gaat." Ik kom overeind en pak Byron bij zijn licht trillende handen vast. Met mijn andere hand gebaar ik de anderen weg te kijken. "Raak me niet aan als je van plan bent weg te gaan." Gromt Byron laag. De jongens die naast hem zaten huiveren lichtjes. "Ik weet niet of je het doorhebt, maar je hand houdt de mijne stevig vast." Met mijn vrije hand strijk ik voorzichtig langs zijn kaaklijn. "Je had beloofd dat je vanaf nu altijd bij mij in de buurt blijft!" Hij komt overeind waardoor ik mijn handen terug moet trekken. "Dat heb ik nooit beloofd." Zeg ik verdedigend. De meiden en jongens geven zichzelf een facepalm en kijken ongelovig mijn kant op. Ik gebaar ze de andere kant weer op te kijken. "Beloof het me dan nu." Hij tilt mijn kin op met zijn duim en wijsvinger. "Ik beloof het je nadat ik terug ben." Ik kijk hem glimlachend aan. Zijn ogen flitsen even. "Laatste kans, liefste." Fluistert hij met een kille glimlach. Ik kijk hem fronsend aan. "Byron, wat ben je van plan? Ik ga naar Eternia en jij gaat me niet stoppen." Zeg ik vastberaden. "Oh, ik ga je niet stoppen. Jongens, aan de kant." Byron drukt een kus op mijn lippen en duwt me op stoel. Hij zet een paar stappen achteruit waarna er tralies om ons heen ontstaat. "Ik wist het! Daarom waren de jongens patronen aan het tekenen!" Roept Elora ongelovig. Ik pak de tralies vast en geef er een ruk aan. "Vergeef het me, Scarlett. Wij gaan naar Eternia en jullie blijven hier." Byron legt zijn handen over de mijne. Ik schud snel mijn hoofd. "Waag het niet!" Ik pak zijn handen stevig vast. Fenriro komt de eetzaal weer binnen. "Het is geregeld. Jullie gaan met een boot naar Eternia. De kans is dan kleiner dat jullie ontdekt worden." Hij geeft Byron een stapeltje papieren. "Jullie... hebben dit al vanaf het begin uitgestippeld, hè?" Fluister ik ongelovig. "Sorry, maar de jongens zijn sterker en en hebben veel meer energie dan jullie." Legt Fenriro uit. "Wat voor materiaal is dit?!" De meiden schieten verschillende soort magie op de tralies af, maar er gebeurt niks. "Dat gaan we niet zeggen." Antwoordt Jaydan hoofdschuddend. "Byron, blijf alsjeblieft! Je zei toch net dat we vanaf nu bij elkaar zullen blijven?!" Ik kijk hem wanhopig aan. "Na mijn missie blijven we voortaan bij elkaar in de buurt. Ik doe dit voor jou, oké?" Hij drukt een kus op mijn handpalm en trekt zich voorzichtig los. "Als je nu gaat hoef ik je niet meer te zien." Mijn zicht vertroebeld door mijn tranen. "Zeg geen dingen waar je later spijt van krijgt." Byron knielt voor me neer. "Blijf dan hier! We gaan een gedetailleerde plan bedenken, oké?" Ik voel zijn vingers over mijn wangen gaan. "Die hebben we al." Zegt hij glimlachend. Mijn ogen vergroten zich. "Dan zijn we uitgepraat." Ik wend mijn blik af en kijk vanuit mijn ooghoeken toe hoe de jongens langzaam de eetzaal verlaten. Fenriro barst in lachen uit wanneer de jongens zijn verdwenen. "Hier zijn de andere boottickets naar Eternia." Hij geeft grijnzend een stapel papieren aan me. "Aan wiens kant sta je eigenlijk?!" Roept Seraphina ongelovig. "Aan mijn eigen kant, duh!" Fenriro maakt een paar gebaren met zijn handen en laat de tralies verdwijnen. "Ik teleporteer ons meteen naar de haven." Alyzandra pakt een kristallen bol tevoorschijn en gooit het in de lucht. "Veel succes, meiden!" Fenriro knipoogt naar ons en loopt met een tevreden glimlach weg. Binnen een paar seconde staan we op een enorme haven. "Het stinkt hier naar dode vis!" Roept Saira met dichtgeknepen neus. "De jongens stappen al in die boot!" Alexa gebaart ons haar te volgen. "Die boot is zó klein! Ze kunnen ons sowieso zien!" Protesteert Rhea. Aria tekent snel een patroon met haar vingers en geeft ons allemaal een donkerblauwe mantel en een zilver masker. "Nee, joh. Dit gaat niet opvallen." Merkt Bianca op, terwijl ze haar masker opzet. Ik zie een groep meiden met mantels en maskers ook in de boot stappen. "We zijn niet de enige." Zeg ik geruststellend. We laten onze boottickets zien en lopen voorzichtig de boot in. "Jeetje, het heeft een stevige opknapbeurt nodig." Fluistert Mireya afkeurend. Ik voel een vertrouwde tintelende gevoel in mijn lichaam tot leven komen. "Meiden, de aantrekkingskracht." Ik kijk snel om me heen en zie de jongens op een lange bank zitten. Valentine loopt naar een bank ver van hun vandaan en gebaart ons willekeurige overal te gaan zitten. "Laten wij drieën lekker dicht bij de deur gaan zitten." Fluistert Alexa tegen mij en Seraphina. "Byron kan alles horen, dus praat niet te luid." Fluister ik zo zacht mogelijk. Achter me hoor ik een deur open en dicht gaan. Een groep zwartgeklede mannen gaan aan een tafel achter ons zitten. "Alle wapens hierin leggen, alstublieft." Een man die eruit ziet als een zeeman legt een kist op tafel. Ik denk aan de dolk die in een riem om mijn dij zit. Tot mijn verbazing zie ik de jongens opstaan en al hun wapens in de kist leggen. "Wat doen ze?" Fluistert Seraphina ongelovig. Ik kijk zwijgend toe hoe de andere passagiers hun wapens in de kist leggen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik iets glimmen in de laarzen van een zwartgeklede man achter me. De man loopt met de kist weg en verdwijnt achter een deur. "Huh, we varen al." Alexa kijkt verbaasd uit het raam. "Yupe, we varen over een paar seconde door een portaal heen en arriveren binnen een minuut in Eternia." Legt Seraphina uit. Ik voel een lichte trilling door de lucht gaan. "Het is hier ook al zo verlaten! Zijn de inwoners zo bang geworden dat ze niet meer naar buiten durven te komen?" Merkt Alexa op. Ik kijk verbaasd naar de verlaten haven. Opeens stopt de boot een paar honderd meter van de kust. Achter me hoor ik iemand langzaam opstaan. "We verzoeken jullie allemaal op te staan. Mannen gaan aan de linkerkant staan en vrouwen aan de rechterkant!" Roept iemand luid. "Is dit een overval?" Vraagt een vrouw geschrokken. Ik kom overeind en loop naar de andere meiden toe. "Ik hoop maar niet dat ze ons aan de haaien voeren." Mompelt Rhea geërgerd. "Oh, hier zijn geen haaien." Zegt Alyzandra geruststellend. De meiden kijken haar twijfelend aan. "Mantels en maskers af!" Beveelt een man opeens. Ik maak mijn masker en mantel los en gooi het op de grond neer. Zelfs zonder op te kijken voel ik Byron's boze ogen op me gericht. "Je hebt het recht niet om boos te zijn." Fluister ik bijna onverstaanbaar, zodat alleen Byron me kan horen. "Oh nee? Wacht maar tot we alleen zijn!" Roept hij luid en duidelijk. De meiden kijken verbaasd mijn kant op. "Voer me maar aan de haaien." Lach ik zachtjes. "Wacht, ga door met ruzie maken. Dan zijn de mannen afgeleid." Fluistert Seraphina zacht. "Je denkt nog dat ik vanavond bij jou ga slapen? Dacht het even niet! Je hebt me opgesloten in een enorme cel!" Roep ik tegen Byron. Tot mijn verbazing duwt Byron de mannen aan de kant en komt mijn kant op lopen. "Dat deed ik voor jouw eigen veiligheid! Hoe vaak heb je ooit naar me geluisterd? Nul keer!" Hij stopt een millimeter voor me. "Als je zo graag een vriendin wilt die naar je luistert en alles doet wat je zegt kun je beter een nieuwe gaan zoeken!" Ik duw hem een stuk naar achter. "Hé, stop met ruziemaken-" Roept een man aarzelend. "Hou je erbuiten!" Roepen we tegelijk. De man draait zich snel weer om. "Btw ik meen hier niks van." Fluister ik zacht. "Ik ook niet." Hij kijkt me grijnzend aan. "Wat sta je zo dom te grijnzen! Je bent nog enger dan Freddy Krueger!" Ik hoest even om mijn lach te verbergen. Byron geeft me snel een zakdoek, maar laat het op de grond vallen als ik het net wil pakken. "Oh sorry, ik heb het per ongeluk laten vallen. Je hoestte als een zeemeeuw op zoek naar eten." Hij kijkt me met glanzende ogen aan. Staat hij nou te lachen? "Nee, serieus. Pak het even op." Ik kijk hem smekend aan. Hij bukt zich snel om de zakdoek op te rapen. Ik ram mijn knie in zijn buik en duw hem op de grond. "Niemand maakt grappen over mijn hoestgeluid." De mannen om ons heen vallen opeens bewusteloos op de grond. "Ga naar de besturingskamer." Zegt Byron tegen de jongens. De meiden binden snel de mannen vast en sluiten hen op in een opbergruimte. "Leg maar uit wat jullie van plan zijn." Zegt Byron uiteindelijk als de meiden weer om me heen staan. "De bloedceremonie stoppen." Antwoordt Zaria kortaf. "Dat zijn wij ook van plan, maar wat is jullie plan? Naar binnen stormen en het bloed terugstelen?" Vraagt hij geërgerd. "Zoiets ja." Mompelt Alexa aarzelend. "Jullie gaan onmiddellijk terug naar Fenriro's paleis. En geen maar!" Byron draait zich om en loopt richting de besturingskamer. De meiden gebaren me snel achter hem aan te lopen. "Wij willen niet afgemaakt worden, dus jij moet gaan. Hij zal jou nooit iets aandoen in tegenstelling tot ons." Fluistert Alyzandra snel. "Natuurlijk zal hij me ook iets aandoen!" Zonder pardon word ik de gang in geschopt waar Byron net is verdwenen. "Kom niet eruit voordat je hem hebt overgehaald!" Roept Aviana zacht. "Moeten we hem niet samen overhalen?! Sinds wanneer sta ik hier alleen voor?" Roep ik terug. "Sinds je zijn verloofde bent! En nu gaan!" Alyzandra smijt de deur dicht. Ik zucht ongelovig en klop tegen alle deuren. "Byron?" Roep ik luid. Meestal zit de besturingskamer van een boot toch een verdieping hoger? Ik loop snel een trap op en zie inderdaad een besturingskamer, maar dan leeg. "Jongens?" Voorzichtig loop ik naar de stuur toe. "Geen zorgen. Ze zitten veilig achter de tralies." De zeeman duikt vanuit het niets naast me op en duwt me tegen een open raam aan. "Mijn watervriend heeft al dagen niks meer gegeten. Misschien ben je wel een lekker hapje voor hem." De man grijnst zijn tanden bloot. "Waar zijn de jongens?" Vraag ik woedend. De man knikt richting een muur. "Zij zien jou wel, maar jij ziet hen niet. Wil je hen nog zien voordat je in een plasje bloed veranderd?" Zonder op mijn antwoord te wachten, knipt hij met zijn vingers. Er verschijnen dikke tralies in de kamer met daarachter de jongens. De helft van hen ligt gewond op de grond. "Heb jij hen allemaal alleen verslagen?" Vraag ik geschokt. "Oh nee! Mijn watervriend hielp me daarbij." Antwoordt hij geruststellend. Tot mijn schrik zie ik dat Byron ook gewond op de grond ligt. "Jongens! Bel de meiden!" Roep ik snel. De zeeman duwt me snel over de rand heen naar beneden. Ik grijp nog net op tijd de venster vast en kijk naar beneden. Een soort menselijke haai klimt zich langzaam een weg omhoog. "Oh mijn hemel." Fluister ik angstig. Dit is nog erger dan een haai! Ik probeer me naar boven te hijsen, maar de zeeman duwt me steeds weer naar beneden. Oké, dit heb ik nog nooit in mijn leven gedaan, maar... "Iemand help me alsjeblieft!" Roep ik zo hard als ik kan. De zeeman barst in lachen uit. De menselijke haai pakt me opeens met zijn glibberige klauwen vast en geeft een harde ruk aan mijn been. De dolk in de riem om mijn dijbeen glijdt uit zijn plek en valt met een plons in het water. Mijn enige wapen! Ik laat de venster los en duik achter mijn dolk aan. Nog net op tijd grijp ik mijn dolk vast voordat het nog dieper zinkt. Ik zwem naar het wateroppervlak en probeer de monsterhaai te vinden. Waar is hij?! "Scarlett! Zwem naar de boot toe!" Roept Alexa opeens. Ik kijk naar boven en zie haar en de zeeman elkaar wurgen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een vlijmscherpe vin mijn kant op komen. Zo snel als ik kan zwem ik naar de boot toe en hou me aan een reddingsband vast. Achter me hoor ik een luide plons en bereid me voor op een paar vlijmscherpe tanden in mijn lichaam. Tot mijn verbazing hoor ik Byron in het Grieks vloeken. Het water om hem heen kleurt langzaam donkerrood. "Byron! Waar ben je gewond?!" Ik zwem snel naar hem toe en kijk aarzelend om me heen. "Je hoeft niet meer bang te zijn. Hij is al op weg naar de zeebodem." Byron drukt me stevig tegen zich aan. "Ik weet niet of jullie het doorhebben, maar een haai kan op een verre afstand Byron's bloed 'ruiken'." Roept Jaydan droogjes. Ik trek snel Byron naar me toe en kus hem tot zijn wonden verdwijnen. "Ik weet niet wie er bedacht heeft dat je zo iemands wond kan helen, maar ik mag diegene wel." Fluistert hij tegen mijn lippen. "Jullie twee kunnen ook echt niet luisteren. Kom, Scarlett. Ik breng je wel naar de boot." Zayn vliegt vlak boven het water en steekt zijn handen naar me uit. "Donder op, Zayn." Byron slaat zijn arm om mijn middel en zwemt richting een trapje. "Dus we mogen blijven?" Vraag ik aarzelend. Zijn blik veranderd opeens weer kil. Oké, niet dus. "Zonder ons waren jullie nog steeds niet bevrijd." Ik kijk hem koppig aan. "Nou, eigenlijk heb ik gewoon de tralies uit elkaar geduwd." Zegt hij droogjes. Oh. Hij gebaart me als eerste de trapje op te klimmen. "Euhm, ga jij maar eerst." Mompel ik blozend. Hij kijkt me vreemd aan en tilt me omhoog. "Nee, wacht! Er is een split in mijn jurk ontstaan toen hij me naar beneden trok!" Roep ik snel. "Ik zie het ja." Hij zet me op het trapje en maakt een knoop met het uiteinde van de gescheurde hoekjes. Wow, dit helpt echt totaal niet. "Ik had een broek moeten aantrekken." Zucht ik spijtig. "Geen paniek. Je gaat nu toch weer terug naar Last Game." Zegt hij geruststellend. "Nee!" Ik duw hem weer het water in. "Hoe bedoel je 'nee'? Weet je, ik ga hier niet eens over beginnen." Hij klimt het trapje weer op en loopt langs me heen richting de passagierskamer. "Waarom doe je zo? Ik ben al vaker op een gevaarlijke missie geweest!" Roep ik hem na. Tot mijn ergernis opent hij gewoon de deur en gooit het met een klap dicht. De boot schokt even en begint weer te varen. Ik loop de passagierskamer in en word meteen omgetoverd door Aria. "Man, jij zag er nat uit!" Roept ze lachend. "Mmhm. Byron wilt trouwens niet naar me luisteren. Ik heb onze relatie waarschijnlijk verslechterd." Zeg ik tegen de meiden. Ze knikken bedachtzaam. "Dan gaan we het maar alleen doen. We zijn met zestien meiden en zij zijn met 17 jongens, dus we gaan het heus wel redden." Zegt Alyzandra uiteindelijk. "We komen wapens tekort en ik heb alleen een dolk mee. Is er ergens een plek waar we nieuwe wapens kunnen halen?" Vraag ik aan haar. "Alle winkels in Eternia zijn leeggeroofd. We moeten stelen als we wapens willen hebben." Antwoordt ze hoofdschuddend. "Dat wordt dus magie gebruiken." Concludeert Ophelia. "Jullie gaan helemaal niks gebruiken." Jaydan en de andere jongens verschijnen om ons heen. De passagiers openen de deur en lopen snel naar buiten nadat ze ons hebben bedankt. "Laten we dan samenwerken." Zegt Alyzandra geërgerd. "Het is heus niet opvallend als we met 33 mensen reizen." Merkt Xavier op. "Dit gaat niet werken." Ik gebaar de meiden naar buiten te lopen. Byron pakt snel mijn pols waarna ik een klik geluid hoor. Handboeien... "We gaan samenwerken!" Roept Blaise tegen de andere meiden. "En ik moet natuurlijk weer de prijs betalen." Mopperend sleur ik Byron met me mee naar buiten. "Ik teleporteer ons naar mijn villa buiten de stad." Zegt Alyzandra, terwijl ze een patroon activeert. Binnen een fractie van een seconde staan we voor een verlaten gebouw. "En heb je toevallig je huissleutel bij je?" Vraag ik snel. "Huissleutels hebben we hier niet. We gebruiken hologrammen." Antwoordt ze grijnzend. We kijken vol verbazing toe hoe ze op een deurbel drukt waarna een hologram met vreemde tekens verschijnt. Met een onmenselijke snelheid gooit ze alle tekens door elkaar en drukt op een lichtgroen knopje. "Voilà, stap maar naar binnen." Ze duwt de deur open en gebaart ons naar binnen te gaan. "Waar zijn de logeerkamers?" Vraagt Byron, terwijl hij me naar binnen trekt. "De trap op en de deur links." Antwoordt Alyzandra meteen. "Uhm, nee! We hoeven niet naar de logeerkamers!" Ondanks mijn protest word ik de trap opgetrokken. Ik pak snel de leuning van de trap stevig vast. "Daar blijven." Roept Byron, als Alexa en Fleur me willen helpen. Hij legt zijn handen op de mijne en maakt zonder moeite mijn vingers los. Als een holbewoner gooit hij me over zijn schouder heen en draagt me een logeerkamer in. "Soms wou ik dat je niet zo sterk was geweest." Zeg ik lachend. Waarschijnlijk moet ik niet lachen. "Het bloed stijgt naar mijn hoofd. Nee, ik denk dat het bloed naar mijn hoofd daalt." Met mijn vrije hand duw ik mezelf een beetje omhoog, maar knal met mijn hoofd tegen een balk aan. "Gaat het?" Vraagt Byron bezorgd. "Oh, en nu ben je bezorgd?" Snauw ik geërgerd. Hij legt me op een ligbank neer en gaat voor me op de grond zitten. "We moeten praten." Zegt hij ernstig. Ik kijk hem fronsend aan. "Als je het wilt uitmaken kun je het meteen zeggen." Zeg ik meteen. "Ik ga het niet uitmaken en dat weet je donders goed." Zegt hij grimmig. "Gaat het over 'je-moet-terug-naar-Fenriro's-paleis-gedoe'?" Vraag ik aarzelend. Hij knikt zwijgend. "De andere jongens zijn al ermee akkoord gegaan dat we samen gaan werken! Waarom kun je er niet mee akkoord gaan? En kun je de handboeien losmaken?" Ik til onze geboeide handen omhoog. "Beloof me dat je de hele tijd bij me blijft en als er iets met me gebeurd dat je meteen teruggaat naar Last Game." Hij kijkt me indringend aan. "Je wilt dat ik je achterlaat als er iets met je gebeurd?" Herhaal ik geschokt. Hij knikt weer zwijgend. "Zou jij me achterlaten als er iets met mij gebeurd? Nee, dus ik ga jou ook niet achterlaten. Punt uit. De discussie is afgelopen."  Ik gebaar hem de handboeien los te maken. "Goed, maar als ik je vertel dat je moet vluchten doe je dat, begrepen?" Hij pakt een sleutel tevoorschijn en bevrijdt onze handen. "Ja." Nee. Ik geef hem snel een knuffel en kom overeind. "Wacht, er is nog iets." Zegt hij snel. Ik plof weer terug op de bank. "De vorige keer dat ik je vroeg om te verloven ging het mis, maar deze keer zal alles perfect gaan." Byron rommelt in zijn zakken en pakt een ring tevoorschijn met een kristallen roosjes. "Oké, het is niet helemaal perfect, want zo te zien geven ze je hier geen doosje erbij." Lacht hij. "Wat boeit dat doosje. Het is echt perfect." Ik kijk de ring vol bewondering aan. Opgelucht schuift hij de ring om mijn rechterringvinger. "Ik hou van je. Ook al hebben soms van die onnozele ruzies." Ik druk een kus op zijn lippen en zie de andere agenten bij de deur staan. "Ik ook van jou." Byron gromt zachtjes en duwt me achterover op de bank. "Wacht, Byron!" Fluister ik geschrokken. "Ben je zo doof geworden dat je ons niet eens meer hoort?" Vraagt Taylor lachend. Byron vloekt binnensmonds en komt snel overeind. "Ik vraag me af wat er gebeurd zou zijn als we hier niet stonden." Lacht Alexa met een veelbetekenende blik. "Jullie zijn echt niet te geloven. Is het normaal om jullie kapiteins te bespieden?" Vraagt Byron geërgerd. Bianca wuift zijn opmerking weg en komt naast me zitten. "De andere jongens hebben ons ook een kristallen roos gegeven. Misschien niet bij ons allemaal met dezelfde betekenis, maar we matchen tenminste." Zegt ze goedkeurend. Ik zie Stefan blozen en de andere kant opkijken. "Stefan, gaat het? Je bloost nogal." Vraag ik verbaasd. Iedereen kijkt snel zijn kant op waardoor hij nog meer gaat blozen. "Wow, ik heb hem nog nooit zien blozen. Best wel schattig." Merkt Bianca op. "Ik heb het warm, oké." Zegt Stefan snel. "Hé, jij gaf toch jouw ring aan Bianca?" Vraagt Zayn straight to the point. "Stop met plagen, Zayn." Zegt Bianca hoofdschuddend. "Wat een ijskoningin." Mompelt Zayn. Stefan kijkt hem met een dodelijke blik aan. "Oké, kunnen jullie me helpen met het schoonmaken van mijn huis? Het is nogal stoffig hier en daar." Alyzandra legt een paar hightech stofzuigers en doeken op de grond neer. "Hebben ze hier geen machines of robots die dat doen?" Vraagt Alexa verbaasd. "Oh die hebben we wel, maar soms moet je ook iets met je eigen handen doen en mijn machine is al kapot." Antwoordt Alyzandra lachend. "Oh, we hebben ook nog brandhout nodig." Ze kijkt de jongens afwachtend aan. "Waar kunnen we houthakken?" Byron kijkt even uit het raam. "Hier achter het huis zijn al stapels brandhout verzamelt. Je hoeft ze alleen nog maar door de helft te hakken." Vertelt ze snel. "Dat kun je mooi alleen gaan doen. Wij zijn niet meer zo sterk als jou." Grijnst Blaise goedkeurend. "Een goede rede om ook te gaan houthakken." Zeg ik droogjes. "We gaan al." De jongens lopen snel naar buiten. Alyzandra kijkt ze na tot ze weg zijn en gebaart ons snel te gaan zitten. "Ze zijn echt dom. Elke dag wordt het stof weggetoverd door een machine." Fluistert Alyzandra lachend. "Ik mag jou wel." Zeggen de meiden tegelijk. Alyzandra tovert een enorme tafel vol snacks en gebaart ons op de kussentjes te gaan zitten. "Maar we hebben nog wel hout nodig, want ik hou liever van een natuurlijke open haard." Zegt ze nonchalant.

Red String of FateWhere stories live. Discover now