Hoofdstuk 1

34 1 3
                                    

Isagani POV.

Ik liep normaal door de straten van Manila.
Ik zag iedereen in de krant kijken, maar wist niet wat voor nieuws, en liep verder.

Ik kwam later een oude wijze man tegen.
Ik zag een stel kinderen naar hem te luisteren, en renden weg naar school.
Ik liep naar de man, en dacht niet twee keer na, dat dit gewoon iets voor kinderen was.

De man zag er moe en oud uit.
Hij had grijs wit haar, en had een rolator.
Ik liep naar hem toe, waar hij op een trap zat die leidde naar een winkel.
Ongetwijfeld ging ik op de grond zitten, op de kleermaker zit.
'Hallo, meneer', zij ik met een glimlach. Sinds iedereen geleerd heeft gedwongen aardig te zijn..
'Hallo', zei de man terug.
Hij had een zware stem, maar tegelijker tijd klonk hij ook wel hoog.
'Zoek jij de weg naar hoop?' Vroeg de man wijzend naar mij.
Hij schudde met zijn hand terwijl hij zijn wijs vinger naar me stak.
Ik had deze man al een hele maand lang hier zitten te vertelen wat hoop is, in Gods macht.
'Ja, waarom leest iedereen de krant?' Ik zwoeg, De man ging verder en zei: 'Ach meisie, alles hier financieel en economisch gaat falliet, iedereen grijpt de kans om de krant te pakken.' Ik begreep de man niet, en vroeg: Maar iedereen kan toch een krant kopen?' Vroeg ik stilletjes.
'Dat kan, maar het hoeft niet.'

Ik zag de blik in zijn ogen, hij had blauwe ogen, die niet veel voorkomen hier.
Ik staarde hem recht in de ogen, en zag een glimlach,
een glimlach waarvan ik niet mag opgeven. Van hoop.
Ik vond het waanzinig van wat ik vond in zijn gedachten, al waren het er niet veel.
Mijn fantasie was vooral gericht op wijsheid, en een oud vrouwtje worden die een succesvol leven had.
In die blik kon ik de toekomst voorspellen.
Ik deed mijn ogen dicht..
Ik kwam terecht in de toekomst.
Wat ik te weten kwam was onrechte ervaringen die het heden beïnvloedt!

'Ik zag, ik zag..' ik zwoeg voor een paar seconden, en kon mijn ogen niet geloven.
Ik werd bang, en de man keek me eng aan, alleen door die ene voorspelling.
Mijn ogen werden groot, en kreeg een aderaline pump, ik zag alles anders, de kleuren.
Mijn zicht werdt bemachtigd door de man.

Ik rende weg naar school.

Ik arriveerde op school. Ging naar binnen en liep naar mijn kluisje.
Rhea mae (beter bekend als Rhea) stond als gewoonelijk bij mijn kluisje.
Haar haar stond heel mooi elegant erbij. Ze deed ook mee aan één van de plaatselijke fashion events, en won.
Nu is iedereen jaloers op haar.
'Hey Rhea.' Zei ik moetjes.
Ze keek langzaam op van haar telefoon en sloeg een glimlach.
'Mooi dat je er bent, de kinderen van het volleyball team hadden je gevraagd of je mee wou doen met een wedstijd.' Zei Rhea blij.

Ze weet dat ik nooit echt van volleyball hield, maar alles voor haar gaat om geld.
'Dus, doe je mee?' Zei Rhea met een grote glimlach op haar gezicht.
Op dit moment wist ik niet wat ik wou doen.
Ik zat er tegen, dat ik soms zo'n vriendin had, sommige hadden mij er mee gepest.
En Rhea mae werd daarmee ook gepest.
Vaak kan je ook rumors hooren in de gang, door fluisterende kinderen.
Maar ik ben er mee opgegroeid, en kon zo'n miezerig vriendinnetje niet achterlaten, ze was mijn enige vriend(in).

Opnieuw vroeg ze: 'Doe je mee?', wat ik wou zeggen was nee.
Ik moest niet vergeten dat onze school weg kon worden gehaald.
En dat je prijzen kon winnen van het volleyball toernooi.
Ik kon het niet afleiden, en zei: 'Natuurlijk wil ik meedoen!'
Maar van binnen ik bleef ik hangen aan die vraag, en liep naar de klas.
Rhea mae keek boosachtig toe, en was een beetje teleurgesteld.
Ik wist dat ze dat wou vragen.
Ik wist dat het resultaat was.
Ik wist dat ik binnenin dood ging.

Kinderen keken toe terwijl ik naar hen terug keek.
Ze keken een beetje boos.
En ik wist dat ze binnen dachten: 'Wat een zielig kind met een abnormaal dom vriendin'.
Ik keek recht vooruit en deed alsof ik niemand zag.

Opeens werd ik verblind, en viel op de grond.
Het deed zeer, en hoorde mensen om me heen praten.

Opeens werd ik wakker, in een lege gang.
Ik keek om me heen.
Ik werd bang..
Ik liep een paar stappen vooruit, en zag een abnormale grote schaduw.
De schaduw kwam tevoorschijn, en zei: 'jij lelijk kind.' Ik werd verhinderd van wat ik wio zeggen.
Op dit moment wou ik weg rennen.
Opeens kwam er een tentakel om me heen.
Ik gilde zo hard als ik kon, en barste uit tranen.
De kamer voor me werd donker, en in een oogwenk,
Was alles zwart.
Ik kon niks zien.

Het enige wat ik hoorde was: 'LELIJK VUIL KIND!' En het geschater van kinderen.
Ik werd enorm vernederd, en gilde: 'STOP!'.

Ik werd wakker in de doctors kamer, waar een enorm leuke jongen werkte.
Hij had blond haar en groene ogen. Hij kwam stage lopen hier.
Een paar dames uit mijn klas vonden hem aantrekkelijk.
En stuurden een brief, maar er kwam helemaal niks uit.

'Gaat het?' Vroeg de jongen.
Ik staarde hem in zijn groene ogen. Hij had een blije blik in zijn ogen.
'H-het gggaat wel..'.
'Je zal veel rust moten nemen.'
En liep weg.
Ik keek rond en zag een poster die geen ene reet uit maakte.
Langzaamerhand begon ik te horen.
Ik hoorde allerlei telefoontjes,
Die me in de war maakten.
Rhea mae kwam de kamer binnen, en vroeg: 'Gaat het?', 'oh, uhh ja..'.
'Je viel opeens op de grond!' Zei ze met tranen in haar ogen.
Iedereen vond dat ze overdreef, zeldfs ik..

Niet Waar, Wel Waar.Where stories live. Discover now