Het gesprek

4 2 0
                                    

Ik trek Rosa mee naar de deur. De deur zit niet opslokt dus ik hoef niet mijn sleutels te pakken.  De deur naar de woonkamer staat open. “—we zullen het erover hebben. Ik kan niet geloven dat ze het nooit aan ons vertelt heefd,” Zegt mijn vader. “Ze mag mijn dochter, Rosa, niet meer zien. Begrepen?” Zegt Rosa’s vader streng. “Ja. Toch moet ik zeggen dat ze gelukkig was met uw dochter. Ik hen nog nooit zo’n band gezien.  Als ze samen zijn is er een rare connectie tussen hun die ik nog nooit heb gezien,” zegt mijn vader. “Maar alsnog wil ik dat uw dochter uit de buurt blijft van Rosa. Ze is wel blijer maar van vriendschap hoort ze niet blij te zijn. Ze moet beter worden met school. Hard werken! Dan verdienen we meer geld. Dat is ook waarom we Rosa hebben,” zegt de vader van Rosa. Rosa’s moeder heeft nooit wat gezegd. Het is ongelooflijk erg wat Rosa’s ouders met Rosa willen alsof ze een slavin is. Rosa hoort geen slavin te zijn. Ze hoort een mooi leven te krijgen. Met iemand trouwen, kinderen krijgen en oma worden— “wat staan jullie hier nou te doen?” vraagt me moeder. “Niets, we kwamen net binnen.” Me moeder kijkt mij aan en dan naar Rosa die achter mij staat. “Lopen jullie even mee. Er iets wat jullie moet uitleggen aan ons.” Ik kijk haar verward aan. “Ons?” me moeder knikt en gebaart naar de woonkamer terwijl ze “ja ons,” zegt. De bank is leeg. Ik trek Rosa mee naar de bank. Rosa gaat naast me zitten. Ik draai vlug Rosa’ s arm om zodat Rosa’s ouders het niet zien. Als ik het omdraai zie ik weer een nieuw litteken. Hoe krijgt Rosa deze littekens? Als ik vlug haar arm heb omgedraaid draaien Rosa’s ouders om. Ze staren mij aan. Rosa’s vader gezicht is rood. “Zo! We zien elkaar weer! We willen Rosa!” Ik stamel. “Nu!” ik schud mijn hoofd. “Nee,” zeg ik kalm. De vader begint weer te ijsberen. “Wat bezield je, Fiona. Het is hun dochter. Jij hebt geen recht om Rosa gevangen te
Houden—"
“Gevangen! Ik hou Rosa niet gevangen. Ik heb haar gevonden en geholpen.  En Rosa wilde bij mij blijven. Ze vindt het fijner bij mij. Ze wil bij iemand blijven die wel om haar geeft. En jullie daar…” ik wijs naar Rosa’s vader en moeder. “Houden Rosa als slavin. Jullie geven helemaal niet om haar. Jullie willen alleen maar dat Rosa een goeie baan krijgt zodat jullie geld krijgen! Dat is niet hoe het werkt! Rosa wil haar eigen leven krijgen—doen wat ze wilt doen. En dat Is niet voor jullie werken en het geld aan jullie geven. Rosa verdient beter. En dat is haar eigen leven voeren—niet bij jullie blijven.” Ik voel dat Rosa haar hand op mijn arm heeft en knijpt in mijn arm met mijn nagels. Ik voel haar ogen in mijn rug branden. “Fiona!” me moeder kijkt me boos aan. “Rosa gaat met mij mee. Rosa blijft niet hier met jou. Dus geef Rosa maar hier.” Ik kijk van mijn moeder naar Rosa’s vader. “Geef? Rosa is geen pop. Dat is het punt jullie behandelen Rosa verkeert. Rosa gaat nergens naar toe als ze dat niet wilt. Ze mag kiezen, het is haar leven niet die van jullie!” me moeder werpt me een streng blik. “Rosa, kom hier.” Rosa beweegt niet. “Moet ik je komen halen?” Rosa zegt niets, ze bevriest. Rosa’s vader loopt naar Rosa toe. Ik sta op als Rosa’s vader een meter van Rosa staat. Ik sta voor Rosa die nog zit. “Ga aan de kant!” schreeuwt hij. “Nee!” de vader duwt me aan de kant ik val op de stoel. Rosa’s vader pakt Rosa’s pols en rukt haar omhoog. “Au!” Rosa probeert zich los te trekken maar haar vader Is sterker. Ze krijgt tranen in haar ogen. Ik spring op. En ren achter haar vader. Rosa’s vader rent de deur naar buiten op. Voor dat ik iets kan doen duwt hij Rosa in de auto. Ik ren naar de deur. Naar die zit op slot. “Maak de deur open!” Rosa’s moeder komt aan lopen. En stap in. De vader loopt om en gaat achter het stuur zitten. De auto rijdt naar de weg, staat stil voor een seconden en rijd weg. Ik wil achter de auto aan rennen maar me moeder houd me vast. “Mam! We moten wat doen.” Me moeder draait me om zodat ik naar haar gezicht kijk. Ze slaat haar armen om me heen terwijl ze “We kunnen niks doen,” zegt. Ik begin te huilen. Me moeder laat me los. Ik loop huilend naar mijn kamer. En ga op bed liggen en begin te huilen. Hoe kunnen Rosa’s ouders Rosa mee nemen? Ik denk na over alles. Hoe Rosa nu als slavin wordt gebruikt. Over dat het nu stil Is.  Ik voel me alleen zonder Rosa. Ik probeer te stoppen met huilen maar ga steeds harder huilen…
Ik ben in slaap gevallen want als ik wakker word is het donker. Mijn gezicht is nat van de tranen. Ik loop naar de keuken. Het Is vroeg in de ochtend. Ik ga ontbijten.  Als ik klaar ben Is het licht. “als je wil mag je vandaag ook thuis blijven het Is vrijdag namelijk.” Me moeder loopt de keuken in. Ik knik. Ik ga naar me kamer. Ik denk na.
Het weekend gaat traag voor bij en voor ik het weet Is het maandag.
De dagen gaan voorbij. Ik voel me alleen zonder Rosa. De dagen lijken wel eeuwen door te gaan. Op school zak ik steeds meer. Ik eet nauwelijks. Het lijkt wel alsof mijn hart van me is weg genomen. Ik moet Rosa vinden! Na school huil ik de rest van de dag.  Op school zit ik alleen te lunchen. Na drie weken Is er nog steeds geen new van Rosa. Maar waarom zou ik überhaupt new krijgen? De ouders vinden me niks en zij nu vast dat hun kind, Rosa, op school zit. En later as slavin gaat gebruiken.
Ik loop de keuken in na school. “Gaat het?” ik draai me schrikkend om. Me moeder staat voor me. Ik antwoord niet. “Fiona? Gaat het?” ik moet slikken voordat ik kan antwoorden. “Ik denk het wel.” Me moeder pakt mijn hand.  “Weet je waar ze woont?” ik schud mijn hoofd. “Je had haar toch een keer in het ziekenhuis bezocht?” ik knik nieuwsgierig waar dit gesprek naar toe gaat. “In het ziekenhuis weten ze waar de patiënte wonen. Misschien als je daar kijkt kom je achter waar ze woont.” Ik knik. “Hoezo vertel je me dit nu?” ik draai me om naar me moeder te kijken. “Ik zag hoe blij je was met haar. Je was wel blij eerder maar toen zij kwam werd je vrolijker.” Ik knik. “Ik ga wel met je mee naar het ziekenhuis.” Ik knik. Ik voel me al wat beter.

BFFΌπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα