7. normale rang

834 56 24
                                    

POV Sam
Goed, wat ga ik doen... Ik frons. Ik kan ze bang maken dat ik een Alpha ben, maar dan zit ik straks met Rick... Denk, denk, denk. Bijna gromde ik gefrustreerd. Ugh, waarom is dit zo lastig. Na ja, dan maar snel. Ik laat mezelf groeien, naar iets tussen een Warrior en gewone wolvin en ren dan de circel binnen. Geschrokken rennen de wolven uit hun positie, sommig naar me toe, andere juist van me af. Ik begin te vechten en houd Skyler vooral niet tegen als ze de nek van een grote Warrior doorbijt. Rick vecht mee, ergens ben ik benieuwd of hij me herkent. De punten van mijn vacht (als je een pluk haar hebt, alleen een heel klein beetje wat je wel het best kunt zien) is zwart geworden. Mijn ogen zijn die van Skyler, herderblauw. Op gegeven moment stop ik en kijk om me heen. Serieus alle wolven zijn dood over zwaargewond, behalve ik en Rick. 'Kom mee.' roep ik door de mindlink. 'Wie ben jij??!' Ik negeer zijn vraag en ren terug naar ons territorium. Rick komt achter me aan. 'Hallo? Wie ben je?!' Ik kijk hem even aan van opzij. Hij herken me echt niet. Het zwart in mijn vacht trekt langzaam weg en ik laat me ongemerkt krimpen. Rick heeft een grote kras in zijn zij, het bloed maar een klein beetje. Verder heeft hij nog wat kleine wondjes. Ik heb een klauw afdruk, drie grote strepen, op mijn rechter schouder, maar daar trek ik me niets van aan. Eerst maar eens op ons territorium komen. 'Hallo?!' klinkt Ricks stem geërgerd. Ik kijk hem even aan. 'Ja?' 'Wie ben je?!' Ik grom. 'Sam.' 'Wacht. Sam?!' vraagt hij verbaasd. Ik werp hem een boze blik toe. 'Nee, sinterklaas. Duhhh.' Hij blijft stil en we rennen sneller door. We zijn over de grens. Jeetje, wat waren we ver hun territorium in getrokken. Vlak bij het roedelhuis rem ik af. Rick stopt naast me. Ik loop naar de andere kant en schift achter een struik, met  kleren want ik had ze niet uitgetrokken. "Je hele schouder bloed." Rick loopt geschrokken naar me toe. Ik kijk over mijn schouder naar beneden. "Ja, ik zo wel even naar het ziekenhuis. En jij?" vraag ik. "Ook zo een kras, op mijn zij." Ik knik. "Hoe wist je dat eigenlijk?" "Hoe wist ik wat?" "Black Stone, dat ik daar was." Ik haal mijn schouders op. "Voetsporen." We lopen in stilte naar de ziekenhuis afdeling in het roedel huis. "Dank je." mopmpelt Rick. "Hoe erg ik je ook haat, voor alles wat je me ooit gedaan hebt, je bent en blijf mijn future Alpha." Hij kijkt me schuin aan. "Als nog bedankt."

We zijn aan gekomen bij de ziekenhuis afdeling en Rick regelt dat we worden geholpen. Het meisje bij de balie was helemaal aan het slijmen bij Rick, maar hij negeerde dat gewoon. Nu zit ik in een witte ziekenkamer op een wit bed. Nina, een van de verpleegsters, kijkt naar de wond. Ik heb vaak meegemaakt dat verplegers niet aardig zijn tegen me, omdat ik omega ben, maar Nina is niet zo. "Hoe kom je eigenlijk aan deze kras?" Ik was even stil. "Ik ben Black Stone gebied in gegaan." mompel ik zacht. "Wat? Waarom?!" roept ze geschrokken uit. "Nou, ik ben de future Alpha gaan zoeken. Ik volde zijn sporen en op gegeven moment, nog steeds op ons territorium, kwam er een grote groep bij en werd de richting helemaal gedraaid. Ik volde de groep, helemaal het Black Stone gebied op." Ik stop even. "En toen?" vroeg Nina nieuwsgierig. Ik grinnik en haal mijn schouders op. "Hij was omsingeld door Black Stone roedelleden. En die heb ik aangevallen, zonder plan ofzo. Maar we waren dicht bij hun roedelhuis en anders ging het nog lastiger worden." Haar ogen worden groot en haar mond zakt open. "Maar ik weet niet of Rick wil dat iedereen dit weet, dus hou alsjeblieft je mond." Ze knikt. "Doe ik." Ze gaat verder met de wond verzorgen en ik mag weer weg. "Dank je wel." Ze glimlacht. "Je bent echt super aardig. Zullen we nummers uitwisselen?" vraagt Nina. Ik knik en even later staat ze in mijn contacten.

Ik loop de zieken afdeling uit en ga naar mijn kamer. Ik zucht. Nu weet Rick dat ik goed kan vechten, geweldig. Proef het sarcasme. Ik laat me vallen op het bed en staar naar het plafond. Er wordt op de deur geklopt. "Hij is open." roep ik. Rick komt binnen. Verbaasd kijk ik hem aan. "Waarom ben je hier?" vraag ik verbaasd. "Je hebt mijn leven gered." mompelt hij. Ik sta op en loop naar hem toe. "Ik dacht dat je me haatte." Ik grinnik. "Nee, ik haat je stomme acties, dat is iets heel anders." Hij kijkt me schuin aan. "Dat je me al zes jaar me pest, betekent niet dat ik je dood laat gaan, wat denk jij?" Hij haalt zijn schouders op. "Andere hadden het ook niet gedurfd. Je bent een omega." Ik haal mijn schouders op. "En je vecht als een Warrior." Nu glimlach ik. "Dank je. Nooit verwacht dat uit jouw mond te horen." Hij lacht. 'Ergens valt hij best mee.' 'Daar ben ik het best mee eens.' "En nu?" Ik kijk hem vragend aan. "Mijn ouders weten het. Ze willen je in ieder geval al een normale rang geven, misschien later zelfs Warrior." Mijn mond valt open. "Serieus?" Hij lacht. "Ik ben wel hun zoon hoor." Ik grinnik. 'Jeeee! Dat vind ik nu leuk! Zijn vriendjes kijken nu wel op!' Ik lach in mijn hoofd. Een grote lach verschijnt op mijn gezicht. Ik vlieg hem om de hals. "Dank je." Hij lacht weer. Mijn wangen worden rood als ik bedenk wat ik net deed. Snel laat ik hem weer los. Hij lacht alleen maar harder. "Je moet naar mijn vaders kantoor komen." Ik knik blij en wel lopen samen, na ja ik huppel of zo iets, naar het kantoor van de Alpha. "Wat doe je?" vraagt hij lachend. "Geen idee, een soort huppelen ofzo." Ik stop en kijk achter me. "Hey, Rick!" klinkt het opeens. Uit de gang links komen Ricks vrienden aan lopen. Ik kijk ze aan. "Hoi en doei." roep ik en ik ren weg. "Wat heeft zij?" hoor ik Thijs, future Beta, nog zeggen.

THE WHITE WOLVESWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu