Kramer - Sedert 1787

12 0 2
                                    


Er zijn van die momenten dat je niet weet waarom je juist datgene doet wat je eigenlijk haat te doen. Voor Jurgen was dat een hond uitlaten. Om te beginnen had hij gewoon niets met ze; hij vroeg zich altijd af wie nou eigenlijk wie uitliet. Maar wat hem echt tegen de borst stuitte was deze ene hond.

Bella was zelfs voor een Chihuahua klein en mager. In het heerlijke lentezonnetje trilde ze nog als een junk die te lang zonder had gezeten. De term "hond" was teveel eer voor deze cavia met anorexia. Om het allemaal nog erger te maken, droeg ze ook nog eens een roze jasje en een halsbandje met nepdiamanten. En ze had een karakter passend bij haar lelijke uiterlijk.

Jurgen keek neer op het ondermaatse geval en zijn mond vertrok van afkeer. Bella keek naar hem op en ontblootte een bek vol naaldvormige tanden waar een piranha jaloers op zou zijn. Hij weigerde te geloven dat dit afkomstig moest zijn van wilde wolven. Geen wonder dat deze trotse dieren bijna nergens meer in het wild voorkwamen. Ze schaamden zich kapot bij de gedachte dat dit mormel hun nakomeling moest voorstellen.

Jurgen besloot haar te negeren in de hoop dat zij hetzelfde zou doen. Passief-agressief was zijn gebruikelijke aanpak. Gewoon negeren, dan gaat het wel weer ov... – waarom was zijn sok opeens nat?

Met gespeelde onschuld keek Bella omhoog. Een spoor druppeltjes liep van het gedrocht naar de natte plek op en rondom zijn schoen.

Daar stond hij dan, midden in de drukste winkelstraat van de stad, met een volgezeken schoen en pal in het zicht van het hele winkelende publiek. Elke voorbijganger keek naar hem en barstte in lachen uit, terwijl hij wanhopig en binnensmonds vloekend probeerde de viezigheid van zijn schoen af te stampen. God, waarom deed hij dit zichzelf aan?

"Bedankt dat je haar even voor me vasthield. Je bent een schat," zei Jasmijn, terwijl ze de riem weer van hem overnam. "Kom, we moeten nog naar één winkel. Ga je mee?"

Daarom. Als Jasmijn vroeg of hij zin had om mee te gaan boodschappen doen, dan deed hij dat. Als Jasmijn vroeg of hij Bella wilde vasthouden, dan deed hij dat. Als Jasmijn naar hem lachte was de wereld een beetje mooier. Alleen wanneer zij de gemeenschappelijke keuken van hun studentenhuis binnenliep, bleef hij langer hangen dan strikt noodzakelijk. Ze was alles wat Jurgen in een vrouw begeerde. Mooi, altijd opgewekt, ze studeerde hard en nooit ordinair. Ze was de perfecte girl next door. Zijn perfecte vrouw. Behalve dat kuthondje dan, dat ze overal in huis vrij liet rondlopen. Jurgen had haar al meerdere keren zijn kamer uitgejaagd nadat hij haar knagend aan zijn spullen had aangetroffen.

"Kom je? Hier hebben ze echt alles!"

Jurgen schrok op uit zijn gedachten en zag nog net Jasmijns bevallige achterwerk verdwijnen door een zwart geschilderde winkeldeur met een 'huisdieren welkom' sticker. Ze waren ongemerkt in het oude gedeelte van de stad beland. Hier waren de straten niet meer dan rustige steegjes zonder harde dance muziek of schreeuwerige reclame boven te dure spijkerbroeken. Hier vond je de kleine boetiekjes, kunstgaleries en alternatieve kledingwinkels waar hij doorgaans niets te zoeken had. De winkel waar Jasmijn naar binnen was geglipt kende hij niet. Hij kocht alles via internet.

'Kramer - Sedert 1787' stond er in sierlijke witte letters op de pui, maar de rest van de gevel was net zo zwart als de deur. Nergens stond vermeld wát ze precies verkochten, maar een blik in de etalage onthulde een bonte verzameling van huishoudelijke artikelen, speelgoed, curiosa, werkkleding en elektronica.

De deur tikte een belletje aan die elke bezoeker vrolijk aankondigde. Eenmaal binnen kwam Jurgen tot stilstand in een oase van koele stilte en keek met open mond om zich heen. De muren gingen schuil achter enorme stellingkasten die tot aan het hoge balkenplafond reikten, uitpuilend met de meest uiteenlopende inventaris die hij ooit bijeen had gezien. Hand- en theedoeken, printers en kleurrijke dozen waspoeder stonden naast ambachtelijke houten klompen, muizenvallen en bezems. Een hardhouten toonbank ter grootte van een vliegdekschip stond overwoekerd met kartonnen displays vol chocoladerepen, aanstekers en laserpennen. Op het uiterste hoekje balanceerde een kassa als een koperen kunstwerk. Verderop zag hij een glazen vitrine met tablets en e-readers. Op de grond voor de kast stond een selectie rubberen regenlaarzen uitgestald. Elk artikel, hoe groot of klein ook, had een klein kartonnen kaartje met een handgeschreven prijs eraan hangen.

Kramer - Sedert 1787Onde as histórias ganham vida. Descobre agora