Hoofdstuk 5

27 7 0
                                    

*Na het ontbijt*

Evan en ik zitten in onze kamer op het stapelbed. We zitten elkaar een beetje te leren kennen. Opeens stelde hij die vraag waar ik al de hele tijd bang voor was.
"Waarom ben je hier eigenlijk? Wat is er gebeurt?"

Ik blijf stil.

"Zeg nou maar, ik vind niks raar", zegt Evan.

"Eerst moet jij het vertellen..."

"Mijn ouders zijn overleden in een heftig auto-ongeluk. Ik zat gelukkig niet in de auto toen."

Ik zie dat het hem pijn doet.

"Hoe oud was je toen?"

"Een jaar of 12. Ik was bij mijn beste vriend aan het logeren en toen kreeg ik een telefoontje dat mijn ouders waren omgekomen in een eenzijdig auto-ongeluk. Er was iemand die ze van de weg afstootte."

"Waar is diegene nu?"

"Weet ik niet. Gewoon zijn leven verder aan het leven, denk ik. Hij heeft 2 maanden cel gekregen."

"Vreselijk..."

"En nu moet jij jouw verhaal vertellen!"

"Oké dan, mijn ouders zijn ontvoerd. Ik heb geen idee waar ze zijn en ik had geen plek om te slapen en te verblijven. Toen heeft de politie me hier heen gestuurd."

"Vreselijk..."

"Het is nog erg vers, dus ik wil er liever niet over praten."

"Dat snap ik. Laten we gewoon op het beste hopen!"

"Dat is heel moeilijk. Hun auto is langs de A1 gevonden..."

"Maar dat is heel ver weg!"

"Dat weet ik, daarom vind ik het zo moeilijk om te hopen op iets goeds."

"Sorry."

"Het geeft niet, jij kon het ook niet weten."

Evan geeft me een stevige knuffel.

"Kom, ik breng je naar een leukere plek", zegt hij.

Hij pakt mijn hand en sleurt me mee naar buiten.
"Mevrouw? Wij gaan even naar buiten", zegt hij. Hij rent naar het aanrecht en pakt een zak brood uit een kastje.

We lopen de voordeur uit.

"Waar gaan we eigenlijk heen?" vraag ik lachend.

"Dat zie je vanzelf wel."

Hij doet zijn handen voor mijn ogen.

"Aaah, nu zie ik niet waar ik heen loop, gek!"

Evan lacht en haalt zijn handen voor mijn ogen weg.

"Doe je zelf dan je ogen dicht?"

"Jahaa, zijn we er al bijna?!"

"Bijná!"

We lopen weer verder. Na ongeveer vijf minuten hoor ik eindelijk de zin waar ik zo lang op heb gewacht: "We zijn er!" Ik doe mijn ogen open en zie het mooiste park dat ik ooit heb gezien.  Mooie kersenbloesems en eendjes. Er is een grote mooie vijver met allemaal eendjes erin die er vrolijk uitzien.
"Het is zo mooi!" zeg ik enthousiast.

Verlaten | #WattNedWritesМесто, где живут истории. Откройте их для себя