*039*

481 38 7
                                    

Jaxissa POV

'Jaxissa!' Ik kijk op van mijn boek. Boek? Ja, boek. En niet zomaar een boek, een dreuzelboek. Ik hou van dreuzelboeken, ookal zou je dat niet snel zeggen.

'Lupin!' Roep ik hard.

'Heee, dat is een dreuzelboek' zegt hij.

'Ja weet ik. Dreuzelboeken zijn leuk he?'

'Ja klopt. Welke lees je?'

'Tranen om mijn zusje van Mary Higgins Clark.'

'O, gezellig. Ken ik niet. Maar kom je mee? Professor Dumbledore wil je spreken.'

'Is goed, professor.' Ik loop met professor Lupin mee de leerlingenkamer van Gryffindor uit.

'Wat is er? Waarom moet ik meekomen eigenlijk?' Vraag ik na een tijdje.

'Het gaat om je moeder' zegt Lupin.

'Demi of Noah?' Vraag ik.

'Dat is dezelfde en een persoon' zucht Lupin.

'Oja, vergeten.'

'Waarom ben je nog zo nuchter, je moeder is bijna dood?' Vraagt Lupin na een tijdje.

'Het helpt niet om alleen maar te janken. En ik ken haar niet eens. Ik weet alleen dat ze twee namen heeft en ik uit haar kom.' Zeg ik. 'Trouwens. Ik heb ook nooit helemaal uitleg gehad. Iedereen heeft het maar over mijn ouders. Mijn vader, mijn moeder. Mijn vader zit waarschijnlijk ergens en de middle of nowhere en mijn moeder heeft twee namen.'

'Ik snap dat het ingewikkeld is.'

'Fijn, en wat heb ik daar aan?'

'Niks, het leek me alleen aardig om te zeggen.' Zegt Lupin. Ik zucht. Het is stil, tot we bij Dumbledore aankomen. Lupin klopt op de deur en na een "binnen" gehoord te hebben lopen we zijn kantoor binnen.

'Fijn dat je er bent, Jaxissa' zegt Dumbledore. Ik zie Yaël en Snape ook al in het kantoortje zitten.

'A, ik zie dat ik de laatste ben bij deze vergadering om mijn moeder te redden. Nou wat is plan?' Zeg ik.

'Je weet niet eens wie je moeder is' zegt Snape.

'Nee, en ik ook niet blijkbaar. Het enige wat ik weet is dat Jaxissa ineens mijn zus is en aangezien we dezelfde leeftijd hebben, en dus wel een tweeling moeten zijn, hebben we dus ook dezelfde vader. Dus ik ben ook nog een keer een kind van een moordenaar!' Zegt Yaël.

'Hij is onschuldig!' Roep ik boos.

'Heb je daar bewijs voor!'

'Nee! Maar ik heb wel zelf de echte verklikker en moordenaar gezien. De man die de daden deed waarvoor hij veroordeelt is!' Zeg ik boos.

'Dat boeit niemand!'

'Oke dames. Vecht dit maar later uit. Met z'n tweeën, op de wc's ofzo.' Zegt Lisa die blijkbaar ook in de kamer is. Ik zie aan haar dat ze dagen niet heeft geslapen. Opgedroogde tranen zitten nog steeds op haar gezicht.

'Sorry Lisa' zeg ik en ik loop naar haar toe.

'Juist ja. Jullie zijn hier omdat ik iets moet mededelen. Noah Flesier is in haar vijfde jaar verdwenen op een mysterieuze wijze die ik nog steeds niet snap. Na een tijdje is ze weer boven water gekomen maar heeft haar hele identiteit veranderd. Dat is deze keer ook weer het geval, behalve het identiteit veranderen denk ik. We kunnen niks doen. We moeten wachten, op haar. Ze red het wel en zal snel genoeg weer bij ons zijn' zegt Dumbledore.

'WAT IS DIT NOU WEER VOOR LARIEKOEK!!!' Roepen ik, Yaël en Lisa tegelijk.

'Professor, dit meent u niet. Niet alweer' zegt Snape.

'Ik wist dat u Noah mocht' zeg ik tegen Snape. Hij negeert me.

'Mag ik dan eerst wel even duidelijkheid hoe het zit met Noah/Demi/mam?' Zegt Yaël. Dumbledore zucht.

'Zoals ik zei, Noah verdween in haar vijfde jaar. Niemand weet hoe. Twee jaar later had ze vluchtig Meneer Black bezocht tijdens een bezoekje naar Hogsmeade. Daar is ze waarschijnlijk zwanger geraakt, maar ze moest doen alsof het van Voldemort was. Voldemort had namelijk geplant om een kind te krijgen. Toen beviel Noah, van een tweeling. De ene had ze naar Sirius gebracht, dat was jij Jaxissa, en de ander hield ze zelf, dat ben jij Yaël. Toen verdween Voldemort en om alsnog haar kind te kunnen behouden veranderde ze haar naam' zegt Dumbledore.

'Aha' zeg ik.

'Snappen jullie het?' Vraagt Dumbledore.

'Ja, denk ik' zegt Lisa.

'Uh...' zeg ik.

'Een beetje' vult Yaël me aan.

'Dan kunnen jullie gaan' zegt Dumbledore. Ik, Yaël en Remus lopen het kantoortje uit. Lisa en Snape blijven nog staan. We lopen richting de Great Hall, ik heb honger. Ineens blijf ik staan.

'En onze vader? Waar is hij nu?' vraag ik aan Remus.

'Dat probeer ik al de hele tijd te zeggen' zegt Remus. 'Jullie vader is Snuffles. Sirius is een Faunaat.'

'Wat!' Roept Yaël.

'Gadver, dan heeft hij gewoon de hele tijd op mijn schoot gezeten' zeg ik.

'Maar Snuffles was toch ook meegenomen toen in de beukwilg?' Vraagt Yaël. Ik knik en zucht.

'Ik ga hem zoeken!' Zeg ik.

'Ik help mee!' Zegt Yaël.

'DOEI LUPIN!' Roepen we in koor en we sprinten naar buiten.

Lost parents of Jaxissa BlackWhere stories live. Discover now