Hoofdstuk 3.

253 18 0
                                    

Als ik het gemeentehuis binnen geduwd wordt, valt het me meteen op hoe sjiek het hier wel niet is, als je het vergelijkt met onze simpele bungalowhuisjes. Er is veel zilver en goud te vinden, en er is zelfs een lift! Ik ben nog nooit in een lift geweest, dus ik voel de spanning in mijn buik als ik het rare ding in stap. Ik aarzel eventjes, misschien kan ik wel wegrennen en ben ik de vredebewakers te snel af. Maar als ik naar een hand in mijn rug voel duwen, weet ik dat ik mijn kans verspild heb. Ik stap de lift in en heb er duidelijk minder moeite mee dan de getinte jongen naast mij. Deze zit rustig te overwegen of de lift veilig is en ik erger me kapot. Ik ben blij als de vredebewaker de jongen de lift induwd. De jongen slaakt een meisjesachtige gil, zodat ik meteen doorheb wat een angsthaas het eigenlijk is. Misschien wat gemeen, maar ik weet nu al dat deze jongen de Spelen niet gaat winnen. We zoeven naar boven, en ik krijg een raar, kriebelens gevoel in mijn onderbuik. Als ik de lift uitstap, ben ik zelfs een beetje misselijk. Ik heb wat witte vlekken voor mijn ogen, maar als deze wegzijn, valt het me pas op hoe verschrikkelijk duur alles is in dit gemeentehuis! Logisch dat de burgemeester zo dik is. Een vredebewaker tikt om mijn schouder. "Je kamer is deze kant op." Wat verbaasd kijk ik de vredebewaker aan, ik dacht altijd dat vredevewakers mannen waren, maar dit was duidelijk een vrouwenstem. "Oké..." mijn stem trilt. Ik loop achter de vrouw aan en zie dat de mannelijke tribuut ons wilt volgen, maar door 'zijn' vredebewaker naar een andere kamer begeleid wordt. Inmiddels staan we al in de kamer, die net zo groot is als onze huiskamer en volstaat met lekkere hapjes. "Je mag pakken wat je wilt'" zegt de vredebewaakster en ze knikt naar de deur. "Je hoeft niet te proberen te ontsnappen, dat lukt je toch niet." Ik knik wat beduusd naar haar en zeg liever niks meer, maar ik moet het vragen. "Mag er zo nog bezoek komen?" De vrouw lijkt te twijfelen, maar neemt dan haar besluit. "5 minuten." zegt ze kort. Ze draait zich om en loopt de kamer uit. Precies op dat moment stormt mijn broertje de kamer in en loopt regelrecht op me af, net als vanochtend in mijn eigen kamer. Hij huilt nu heel hard. "Stil maar, het komt wel goed... Stil maar..." zeg ik om hem te troosten, maar ik weet dat dit de laatste keer is dat ik hem zie. Want ik ga de arena toch niet overleven, al kan ik misschien wel ver komen. "Luister is naar me. Ik wil niet dat je valse hoop krijgt als ik langer overleef in de arena. Ik ga dood, het is daar niet de plek waar ik kan overleven met de Beroeps en zo. Zorg goed voor jezelf, en vergeet me niet.." Ik begin nu ook zachtjes te huilen en omhels mijn broertje nog is. Mijn vader staat er wat verlegen bij, maar ook hij krijgt een knuffel. "Zorg goed voor hem, pap, en natuurlijk voor jezelf." Dan loopt de vredebewaakster naar binnen en zegt dat het tijd is. Ik omhels ze beide nog één keer, een afscheid dat voor altijd zal zijn. "Dag," fluister ik zachtjes en dan worden ze weggeduwd. Ik word door een andere vredebewaker opgehaald, en we gaan terug naar beneden met de lift, waar ik weer hetzelfde gevoel van krijg in mijn onderbuik. Hierna word ik een auto ingeduwd met geblindeerde ramen.

Foxface haar verhaal.Where stories live. Discover now