7

37 1 0
                                    


'August!?' Roep ik verbaasd. August draait zijn hoofd. 'O, hey, Grace,' hij kijkt of hij betrapt is. En dat is hij ook.

'Wat doe jij hier?' August is de laatste persoon die ik hier zou aan treffen.

'Ik kom... umm...--,'

'Zwijg maar,' onderbreek ik hem. Ik leg de boterhammen op mijn bureau. 'Hoe ben je hier...,'

'Raam,' hij wijst naar de raam die open staat. Ik doe het raam toe en kijk nijdig naar August.

'Nu echt wat doe je hier?' Lach ik hem toe. Hij kijkt naar me en kijkt dan kamer rond. Ik volg zijn blik tot hij iets zegt; 'Gewoon,' ik trek een wenkbrauw op. 'Gewoon,' herhaal ik. 'Ja,' zegt hij hij rond kijken. Ik sla mijn armen over elkaar.

'Jij komt hier binnen zegt dat je het gewoon, doet? Ben je hier zeker niet voor Wren of zo,'

'Wren?' Zegt hij verbaast. Hij steek zijn handen in zijn zwarte zakken van zijn broek. 'Wren heeft hier niets mee te maken,'

'Ben je het zeker?' Vraag ik hem. Hij knikt. Zijn bruine haar vliegt alle kanten op.

'Wat kom je hier dan doen als je niet voor Wren kom?'

'Ik zei toch al; gewoon.' Zegt hij op een dreigende toon. Ik kijk weg.

'Is dit je kamer?' Vraagt hij van onderwerp veranderen.

'Nee. Van de Paus,' zeg ik sarcastisch. Een onnozele lach siert zijn mond. Wat komt hij hier doen? Daalt er langs mijn achterhoofd.

Ik ga op mijn bed zitten. August komt naast me zitten. De bovenste knopen van zijn witte blouse staan open. Ik zie dat hij een kleine hanger rond zijn nek draagt. Mijn voeten bungelen een beetje boven de grond maar de zijne komen helemaal tot aan de grond.

August zucht.

Het is een heel oncomfortabele sfeer tussen ons.

'I-ik-k,' begint hij. Zijn gezicht zit gefocust op zijn lange bleke vingers waar hij aan de nagels zit te prutsen.

'Wat,' vraag ik hem de hak door knopen. Hij zwijgt, en ik zwijg ook.

Zo, zitten we paar minuten. Maar het voelt als eeuwen. Ik kijk naar mijn klok en zie één uur er op staan.

'Nou, het demonische uur is gepasseerd je mach gerust zijn. Niets is je gebeurt,' zegt hij flauwtjes in mijn oor. dicht bij mij, ik voel haast zijn warme adem tegen mijn nek.

Het is een onaangenaam gevoel, maar dan ook weer prettig.

Ik een kleine lach siert mijn mond en ik draai me weg, zodat hij mijn gezicht niet kan zien, maar onze tenen vinden elkaar wel.

Ik voel het bloed stijgen naar mijn gezicht en begin te blozen.

'Wel,' begint hij. Ik kijk hem recht in zijn zwarte ogen aan. Kleine druppels zweet sieren zijn voorhoofd en vangen het licht op van in de kamer.

Hij doet zijn mond open maar ik ben eerder.

'Je hebt m'n vraag nog steeds niet beantwoord,' zeg ik. Hij glimlacht. Zijn zwarte ogen fonkelen.

'Wel, ik wacht,' zeg ik. Zijn glimlach verdwijnt. 'Ik moet gaan,' zegt hij en loopt mijn kamer uit.

Ik naar de verlaten gang en hoor August zachtjes weg lopen uit het huis. Ik staar waar hij maar minuten nog heeft gezeten. Een ijselijke koude komt op en vaagt de warme gloed weg die op mijn gezicht lag.

Ik laat me vallen op het bed en kijk naar de klok nog geen vijf minuten later. Ik besluit maar de deur dicht te doen en loop terug naar mijn bed.

Ik hoor gekraai van een kraai en draai me om naar het raam.

de Heksen Komen│a Southern Gothic TaleWhere stories live. Discover now