Hoofdstuk 2: De vrouw

1.8K 53 26
                                    

Misselijk van de geur, knijp ik mijn ogen dicht. Laat dit alsjeblieft een snelle, pijnloze dood worden. Stijf houd ik mijn ogen dicht, ik wil haar niet zien. Ik ben zo vreselijk bang. Maar mijn misselijkheid overheerst die angst. Haar adem is zo verschrikkelijk slecht, dat ik haar zo een pepermuntje aan zou bieden. Maar daar is het niet echt het goede moment voor want ik sta op het punt vermoord te worden.

Ineens zwaait de deur open. Een vreemd, fel, wit licht schijnt de kamer in. Hoe kan dat nou weer, het is zo'n beetje midden in de nacht op het moment. "Epilenios.." De vrouw kijkt me aan, twijfelend. Ik kan haar gedachten wel lezen. Zal ik dit hapje laten staan? Met een vliegensvlugge beweging draait ze haar om en zweeft de kamer uit, het witte licht in.

Wat is er zojuist gebeurd? Deze vrouw was duidelijk geen vrouw, als je begrijpt wat ik bedoel. Dit was een monsterlijk wezen. Ik zou toch bijna zeggen dat het een demoon was... Nee, ik moet niet zo raar doen. Waarschijnlijk word ik dalijk gewoon wakker en was het een enge, rare droom.

Ik schrik op uit mijn gedachten als Demi begint te hoesten. "Man, wat een vreselijke geur." Mompelt ze. Vreselijk is zacht uitgedrukt, deze geur is om van dood te gaan. Ik weet niet hoe vaak het woord 'dood' vandaag al wel niet in mijn hoofd is opgekomen, maar het is ongezond hoeveel het er wel niet is geweest. Ik heb geen idee wat ik moet zeggen, sprakeloos ben ik. Was dit echt een demoon? Ik heb wel eens horror films gekeken, maar vergeleken met de demonen uit die films, was deze de ergste.

"Gaat het.." Demi staat rustig op. Nee natuurlijk gaat het niet, ik ben zojuist ontvoerd terwijl ik naar school fietste, hardhandig meegenomen naar een of ander zwart schuurtje midden in een bos of zo, daarna opgesloten in een kelder en vervolgens een bijna doodervaring met een demoon gehad. Of het goed gaat? Nou, raad het eens.

"Ik blijf hier geen nacht langer." Vastberaden sta ik op. Ik sla mijn armen over elkaar. "We moeten hier weg Demi! Deze mensen hier horen in de gevangenis en zoals ik al zei, ik blijf hier geen nacht langer!" Ik voel woede in mij opkomen. "Wat wil je gaan doen? We zitten vast!" Ze wijst naar de deur, die natuurlijk weer dicht is geslagen. Ik zucht. "We komen hier wel weg, bovendien zijn er vast al mensen op zoek naar ons." We zijn nu al ongeveer 14 uur 'vermist', ik weet zeker dat ze al lang naar ons op zoek zijn. Mijn moeder zou al in paniek raken wanneer ik een half uurtje te laat zou komen, laat staan een hele nacht.

"Ik kan nu echt niet mee slapen." Demi gaat in het hoekje van de kamer zitten en legt haar hoofd in haar handen. "Ik weet het niet, Alysa. Er bestaat een kans dat wie hier voor altijd zitten."

Om heel eerlijk te zijn was ik verschrikkelijk uitgeput. Dus geloof het of niet, langzaam voelde ik mijn oogleden zwaarder worden, totdat ik ze echt niet meer open kon houden. Met de gedachten dat ik morgen sterk moet zijn, val ik in slaap.

-

"Ontbijt!"

Ik schrik wakker. In de deuropening staat een oude vrouw. Ze heeft 2 bordjes in haar hand met sneetjes bruin brood. Het is maar wat je een ontbijt noemt.. Bang kruip ik naar de muur. Deze vrouw ziet er niet gemeen uit, maar de oude man van gisteren zag er nou ook niet bepaald eng uit. Je weet het maar nooit. Na wat er gisteren is gebeurd, geloof ik ineens in demonen. Na die vrouw van vannacht, verbaast niks me echt meer. Wie weet verandert deze oude vrouw dalijk wel in een eenhoorn of zo. Ik zou er niet van op kijken, of misschien toch wel.

Voorzichtig zet de vrouw de bordjes op de grond. Demi zit nog steeds in het hoekje van de kamer. Ook zij is bang zie ik. Zonder iets te zeggen loopt ze de kamer uit en sluit de deur. Als ik me gewoon sterk had gevoeld, kon ik deze vrouw echt wel aan. Dan was hier misschien wel een einde aan gekomen. Maar ik ben nog steeds zo moe en ik heb zo'n vreselijke trek. Dat dit bruine brood er eigenlijk nog best smakelijk uit ziet.

De Kelder (Horror) VoltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu