Het was stom van haar om te denken dat het haar nooit zou overkomen.

Ze had er voorbereid op moeten zijn, ze had moeten weten dat ze zou verdrinken toen ze elke keer weer terug in Zach zijn armen was gestapt in plaats van weg te lopen, zoals ze dat bij menig man voor hem had gedaan.

En nu lag ze hier terwijl de pijn haar naar de diepte trok, haar de adem benam zonder dat ze iets er tegen kon ondernemen.

Ze hoorde de deurbel gaan, kromp in elkaar bij het voelen van een nieuwe steek terwijl ze naar haar dekbed reikte en het over haar hoofd trok op het moment dat de bel nogmaals scherp door haar woning galmde.

Ze wou dat ze de wereld kon buiten sluiten. De tijd terug kon draaien naar het moment dat ze Zach die voormiddag opgemerkt had met zijn zakenpartners.

Dat ze in plaats van op het ontbijt te wachten waar ze nog geen zes happen van had genomen, naar een ander restaurant zou zijn gegaan.

Ze wou dat ze hem nooit had leren kennen.

Ze snikte nu onbedaarlijk bij het besef dat ze een fout had gemaakt. Een immense, pijnlijke fout die niet zo snel goedgemaakt kon worden.

Jaide, had de gedachte nog niet eens compleet gevormd of ze voelde hoe haar lichaam verstijfde bij het horen van een sleutel die in het slot gestoken werd.

Ze liet het dekbed wat zakken toen ze hoorde hoe haar buiten deur opengedraaid werd en reikte naar haar nachtkastje om het mes en traangas flesje dat ze daar verstopt hield eruit te nemen. Als een mannen stem die haar naam riep haar hand in de lucht deed bevriezen.

"Nee!" Was het enige wat er vol ongeloof verslagen over haar lippen kwam.

Voordat ze haar hand weer onder haar dekbed stak om zichzelf ervan te weerhouden het mes alsnog uit de la te nemen en tegen zichzelf te gebruiken, bij het besef dat Zach daadwerkelijk in haar woning stond.

Ze vervloekte haar geluk en leven op dit moment en kon niks anders doen, dan het dekbed weer over haar hoofd trekken om de gênante moment af te wachten dat hij haar zonder twijfel zou ontdekken.

Ze zou de kans niet eens krijgen om de sporen van tranen en vertwijfeling van haar gezicht te wassen.

Als ze voelde hoe de matras achter haar lichtjes naar beneden zakte en het dekbed langzaam van haar hoofd getrokken werd.

Voor een kort moment wou ze zich eraan vast klampen maar ze wist dat wat hij zo te zien zou krijgen, beschamend genoeg was zonder met hem een trek wedstrijd te beginnen over haar dekbed.

Ze voelde zijn warme hand langzaam over haar hoofd glijden voordat hij haar haren voorzichtig van haar gezicht veegde en met een stem vol pijn fluisterde:

"Kleine toch wat doe je jezelf en mij toch aan?" Ze sloot haar ogen vol verdriet en pijn alleen om te voelen hoe hij haar gezicht vast nam en zachtjes zei:"kijk me aan Jaide, doe je ogen open en kijk me aan." Ze aarzelde kort en opende ze dan toch aangezien ze wist dat hij nergens heen zou gaan.

Ze keek naar hem op en zag haar pijn weerspiegeld in zijn ogen.

Ze wou zich opzetten om haar zelf uit de kwetsbare positie te richten waarin ze momenteel lag.

Maar zijn grip over haar gezicht weerhield haar daarvan.

Dus bleef ze liggen en kon niks anders doen dan hem aanstaren voordat hij na wat een eeuwigheid leek eindelijk zei:

"Ik zal niet weg lopen Jaide. Ik zal je niet laten gaan.

Hoe vaak je mij maar van je af duwt, zolang ik weet, zo lang ik voel dat er iets van jouw kant tegenover staat zal ik nergens heen gaan.

Tempted by Sin. (afgeschreven)Where stories live. Discover now