1.1

1.8K 75 24
                                    

Afwezig laat ik de rand van het papier onder mijn duimnagel glijden. Mijn ogen zijn overal op gericht, behalve op de zorgvuldig neergekrabbelde woorden voor me. Het is nogal lastig om je te concentreren op examenstof als de consuls je vader gevangen houden en je geen idee hebt op welke manier ze hem aan het martelen zijn. Correctie: het is onmogelijk om je in die situatie te kunnen concentreren.

De eerste toetsen zijn al achter de rug, maar vanmiddag heb ik dierkunde en ik weet dat mijn vader graag zou willen dat ik slaag. Daarom doe ik nogmaals een poging om het tot me door te laten dringen wat er in mijn aantekeningen staat. Maar het is alsof mijn hersens vergeten zijn hoe ik moet lezen. Het lukt gewoon niet.

Een hand landt op mijn schouder. "Neem even pauze, liefje. Je zit al sinds vanmorgen vroeg te studeren."

Ik kijk op, recht in de ijsblauwe ogen van Arthur. "Nee. Ik wil dit halen, en wel met een zo hoog mogelijk cijfer. Je vader zal me misschien nooit meer journalist laten worden, maar ik wil hem op zijn minst laten zien dat het voor mij geen enkel probleem is om aan zijn voorwaarden te voldoen.

"Eigenwijs als altijd," verzucht Arthur terwijl hij opstaat en naar de kraan loopt om nog een glas water te pakken. Het begint inmiddels te wennen om hem in ons kleine huis te zien rondbanjeren. Het is bijna alsof hij hier altijd al heeft gewoond.

In plaats van mijn aandacht weer op mijn aantekeningen te richten, draai ik aan de ring die aan mijn rechterhand zit. Nadat Arthur en ik vorige week terugkeerden van onze huwelijksplechtigheid wilde ik het sieraad weer teruggeven aan mijn moeder, maar zij wilde het niet accepteren.

"Ik heb niet eens een man. Jij kunt er meer mee doen dan ik." Dat is wat ze zei. Volgens mij zat ze zo in angst over pap dat ze niet eens boos werd over het feit dat ze niet bij mijn huwelijk was geweest. Daar begon ze later op de avond pas over. De middag heeft ze voornamelijk besteed aan het beschimpen van de consuls en het stevig vasthouden van het witte balletje met de naam van mijn overleden oom erop.

Arthur zakt weer naast me neer. Over het ruwe tafelblad schuift hij een glas water naar me toe. "Hier, drink jij ook even wat."

Met tegenzin neem ik het glas aan. Ik wil helemaal niet drinken als ik niet zeker weet of mijn vader ook in staat is om dat te doen. Zouden de consuls hem in de afgelopen week iets te eten hebben gegeven? Mijn enige troost vind ik in de gedachte dat hij het gewend is om van weinig eten te leven. Ik ben vooral bang voor de andere manieren waarop hij gemarteld zou kunnen worden. Het is gekmakend om niet precies te weten wat ze met hem doen.

Arthurs hand strijkt over mijn rug. "We gaan de examens halen, samen je vader bevrijden en dan weg uit dit land. Dan heb je alles wat je ooit wilde."

"En jij dan?"

"Ik heb jou, dus ik heb ook alles wat ik ooit wilde."

"Je liegt. Liefde van je vader, dat is wat je altijd al gewild hebt." In het begin had ik dat niet door. Ik dacht dat Arthur gewoon een nog grotere hekel aan Nestor had dan ik. Tot ik ontdekte dat het om een speciaal soort haat gaat. Arthur haat Nestor niet omdat hij een vreselijke man is, maar omdat hij nooit enige blijk van liefde heeft getoond. Het valt zelfs te betwijfelen of de jongste consul überhaupt een hart heeft. De enige keer dat hij heeft laten zien dat Arthur meer voor hem betekent dan een willekeurig dier, was tijdens de Eliminatie. Hem inruilen voor een crimineel stelde in ieder geval zijn leven veilig. Maar dat is geen synoniem voor liefde.

De blik in Arthurs ogen verhardt. "Dat is niet realistisch. Mijn vader is niet in staat om iemand liefde te geven, wie dan ook." Behalve van zijn vrouw. Ik weet dat Arthur dat denkt. Nestor en Calypso hebben misschien geen relatie waar de vonken van afspatten, maar er moet toch iets zijn dat ze al zo lang bij elkaar houdt. Persoonlijk denk ik dat hun ijskoude persoonlijkheden aan elkaar vastgevroren zijn.

(Uitverkoren 3) De machtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu