2.1

699 67 12
                                    

Het is dat Arthur mijn hand vasthoudt, anders was die slap langs mijn lichaam gevallen. Met een zachte ruk maak ik me alsnog los uit zijn greep. Mijn blik kruist de zijne en in zijn ogen zie ik dat hij al weet wat ik ga doen.

"Het spijt me," kan ik alleen maar fluisterend uitbrengen.

Nestor schraapt zijn keel om de aandacht weer naar zich toe te trekken. "Je mag met welke andere jongen dan ook trouwen. Zoek maar iemand uit. Ik zal ervoor zorgen dat je dit keer in ieder geval een eigen trouwring krijgt."

Hoofdschuddend staar ik naar de ring om mijn vinger. Ik wil geen eigen trouwring. Ik wil dat Arthur bij me blijft.

"Zo jongedame, aan jou de keuze. Ga je op deze eisen in of wordt het toch de doodstraf voor je dierbare vader?"

Het lukt me niet om mijn blik uit die van Arthur los te rukken. Ik wil nog honderd keer tegen hem zeggen dat het me spijt, nog duizend keer, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Dankzij mij is nu ook zijn toekomst kapot.

Arthur slaat zijn ene arm om mijn middel en de andere om mijn bovenlichaam. Als in slowmotion komen zijn lippen op me af. Zijn kus is zo intens dat het met naar adem doet happen.

Als hij eindelijk – duidelijk met tegenzin – zijn lippen van de mijne haalt, kijkt hij me nog één seconde lang doordringend aan voordat hij zich van me losmaakt en zwijgend naar zijn vader toe loopt. Vlak achter Nestor blijft hij staan en draait zich om, zijn blik strak op mij gericht.

De consul lijkt nog steeds te vragen om een antwoord, als is het overduidelijk wat ik zal doen. Hij wil het me horen zeggen.

Ik slik moeizaam. "Ik ga voor de eisen."

"Heel verstandig van je," vindt Nestor. "Dus waar wacht je nog op? Ga je je huwelijk nog ontbinden of hoe zit dat?"

"Ho even," klinkt een stem vanuit het volk. Met een paar grote passen stapt een gestalte op me af. Het is Marlon, mijn voormalig persoonlijk beveiliger, die naast me komt staan en de consul strak aankijkt. "Hoe weten we zeker dat u Vidar echt vrijlaat? We willen bewijs zien dat hij nog leeft en dat hij de rest van zijn dagen niet in gevangenschap zal doorbrengen."

Nestor knijpt zijn ogen tot spleetjes. "Bemoei je er niet mee, Acirus. Wil jij zijn plek innemen?"

"Ik wil bewijs," houdt Marlon vol.

"En waarom zou er iemand naar jou luisteren?"

Het wordt tijd dat ik ingrijp, voor dit nog verder uit de hand loopt. "Omdat ik anders het huwelijk niet ontbind en dus met Arthur getrouwd blijf. Pas als ik bewijs heb gezien, zal ik alle eisen inwilligen. Nog meer dan dat. Dan trouw ik met Marlon."

De jongen naast me knippert verward met zijn ogen. "Wacht, wat? Vraag je me nu ten huwelijk?"

Nee idioot, ik dwing je mijn spelletje mee te spelen. Maar dat zeg ik natuurlijk niet hardop. In plaats daarvan laat ik mijn hand in de zijne glijden. Liefjes glimlachend kijk ik hem aan. "Ja. Nu hoeven we onze liefde niet meer verborgen te houden. Eindelijk krijg ik de kans om met mijn echte, ware liefde te trouwen." Het kost me moeite om gelukzalig naar hem te blijven lachen terwijl ik dit zeg, maar het is voor het goede doel. Nestor laten denken dat hij mijn leven er alleen maar beter op maakt met die eisen van hem. Al weet ik bij nader inzien niet of dit wel zo'n goede zet is.

Als ik weer naar de consul wil kijken, maak ik de fout om de blik van Arthur te vangen. Hij ziet er door en door gekwetst uit. Niet alleen omdat ik afstand van hem heb genomen, maar ook vanwege Marlon. In zijn ogen is te zien dat hij het moeilijk vindt om in te schatten hoeveel er waar is van dit vreselijke toneelstukje. Ik hoop maar dat hij overtuigd genoeg is van mijn liefde voor hem om te begrijpen dat ik nooit iets met Marlon zou beginnen. Al kan ik het hem ook niet kwalijk nemen als hij dat wel zou doen. Marlon en ik hebben tenslotte al eens gezoend.

(Uitverkoren 3) De machtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu