H1

15 1 0
                                    

Ik was boos. Boos op alles en iedereen. Welke idioot verhuist er nu met zijn gezin van België naar een of andere stomme stad in Amerika voor zijn werk. Wel, mijn vader. Ik ben Hanna de Backer, 12 jaar en verzot op katten. was helemaal klaar om naar de middelbare school in Gent te gaan en hup, goed nieuws: we verhuizen naar Minneapolis in Minnesota. Mam was natuurlijk onmiddellijk in de wolken. Ik hoopte dus dat mijn vrienden met me mee zouden leven, maar ze waren gewoon jaloers! Wie wil er nou aan de andere kant van de wereld gaan wonen. Waarom moet ik mee gaan als het een bedrijf van papa is. Ik kan er niets aan doen dat zijn solar-fabriek uitbrijd naar de VS.

Dus zo kwam het dat we nu aan het uitpakken waren in onze nieuwe villa. Hij was best wel mooi maar ik miste mijn echte thuis. Al zuchtend sleurde ik mijn koffer naar boven. De slaapkamers waren allemaal lichtblauw  geverfd, ik  haat lichtblauw. Maar er was er een groen. Ik rende er naartoe om hem in te palmen. Ik stopte al wat spullen in de mega kast. Net als de rest was het bed gigantisch.

Morgen zou de school al beginnen. Hopelijk waren er vriendelijke kinderen die me zouden helpen om mijn weg te vinden. Ik ging terug naar beneden om mijn ouders te helpen. Na een lange dag was het eindelijk slaaptijd. De volgende ochtend waste ik me snel en vertrok met de fiets naar school. Het was duidelijk dat iedereen met de fiets kwam. Je zou al moeten vechten om een goede plaats te vinden. Er liep een klein paadje tussen de struiken naar de cour. Het was imens groot maar er waren niet zoveel leerlingen. Ze stonden allemaal in kleine groepjes en zover mogelijk van de rest.

Ik vroeg aan een aantal andere leerlingen of ze me wilden helpen maar niemand reageerde. Een goed begin. Overal hoorde ik gefluister en ik voelde hoe de ogen in mijn rug boorden. Iedereen stond wel met zeker een goede vriend uit de lagere school te praten. Deze school was een doorstroming van het lager. Achter mij hoorde ik een zacht gebrom. Ik draaide  me om en zag een grote  limousine de kleine parking oprijden. Het was een glimmende zwarte schoonheid die zeker 5 meters lang was. Hij was zo groot dat er absoluut een twintigtal mensen in konden plus minibars, zetels en hoogtechnologische snufjes. Andere leerlingen keken ook en een paar rolden met hun ogen om vervolgens weer  verder te doen met wat ze bezig waren. Ik kon daarintegen niet wegkijken toen vier prachtige meisjes uitstapten.

Eentje had een zacht gekleurde huid en de ander had een harde krijtwitte huid. Ze waren zo verschillend van elkaar als water en vuur, maar toch leken ze als twee druppels water op elkaar. Aan de andere kant van de wagen stapte er iemand uit die eruitzag alsof ze elk moment in slaap kon vallen en iemand die haast doorschijnend was. Ik probeerde nog weg te kijken maar ze hadden me door. De witte wenkte mij. Bang liep ik dicherbij. "Nieuw in de stad?"vroeg de slaper. Haar stem klonk toonloos. Ik knikte zachtjes en wenste dat ik in de vloer kon wegzakken. De bleke sprak tegen de rest alsof ik er niet was:" Ze is bang van ons." "Dan is ze niet de eerste." Zei de doorschijnende. Ze lachten.

MonstersWhere stories live. Discover now