* 27 *

182 11 8
                                    

p.o.v Selena

Ik word gewekt door Ophelie. Er is nog een meisje bij. Ze is ongeveer tien jaar en kijkt me glimlachend aan. 'Goedemorgen uwe majesteit' zeggen ze met een reverence.

'Goedemorgen' zeg ik glimlachend terwijl ik rechtop ga zitten.

'Dit is Iona majesteit' zegt Ophelie, 'uw oom bracht haar hier gisteren toen u sliep.'

'Fijn je te ontmoeten Iona' zeg ik glimlachend.

'Wederzijds prinses Selena' zegt ze.

'Hoe weet je dat' vraagt Ophelie.

'Mmh' vraagt Iona terwijl ze naar Ophelie kijkt, 'wat?'

'Haar naam, ik wist haar naam ook niet eerst.'

'Oh, gewoon.'

'Gewoon?'

Ze kijkt mij aan. 'Uw zus maakte mij' zegt ze, 'ik moest u vertellen dat prinses Helia me heeft gemaakt.'

'Wij kunnen mensen maken?'

'Als u de spreuk kent wel ja. Maar die zal u wel aan haar kunnen vragen want ze komt hierheen.'

'Ze wat?!'

Opeens komt Hades binnen. 'Goedemorgen nichtje' zegt hij grijnzend, 'ga je mee?'

'Uhm... ja... natuurlijk.'

Ik sta op en loop naar hem toe. 'Wacht even' zegt hij, 'wat is er nichtje?'

'Niets, moet er iets zijn?'

'Nee hoor, kom.'

Ik loop met hem mee naar de eetzaal. We ontbijten. Na het eten neemt hij me mee naar zijn werkkamer. Het is een bedompte kamer. Het bureau is zwart net als de muren. Er legen grijze planken op de vloer. Voor het bureau staan twee rode stoelen en de leren bureaustoel is ook rood. Hij gaat achter het bureau zitten. 'Wat is er Selena' vraagt hij.

'Niets, echt niet.'

'Je liegt tegen me nichtje, dat vind ik niet leuk.'

'Er is echt niets, dat zweer ik.'

Hij zucht en begint te mompelen. Weer komt er zwarte mist uit zijn handen wat een wolk om me heen vormt. 'Nogmaals nichtje' zegt hij, 'wat is er?'

'Helia heeft Iona gemaakt.'

Ik sla mijn hand voor mijn mond. Waarom zei ik dat?! Ik wilde de waarheid helemaal niet zeggen! 'Daar deed ze me dus aan denken' zegt hij, 'aan je zus.'

'Waarom kan ik niet liegen?'

'Ik heb de waarheidsspreuk op je uitgesproken. Je kan niet liegen en moet antwoord geven.'

Ik bijt op mijn lip. 'Waarom' vraag ik.

'Waarom ik het deed? Omdat ik het niet leuk vind dat mensen tegen me liegen.'

Er word geklopt. Meteen daarna komt er een demon binnen. 'Sire' zegt hij, 'er is iemand die u waarschijnlijk graag wil zien in de troonzaal.'

'Ik kom.'

Hij staat op, 'Nichtje, jij blijft hier.'

Ik knik. Hij loopt weg en sluit me op. Ik spring op en ren naar het raam. Die probeer ik te openen. Jammer genoeg lukt dat niet. Na een tijdje komt Hades grijnzend binnen. 'Wat was er' vraag ik.

'Nu heb ik jou en je zusje.'

'Zusje? Helia is hier?!'

'Wees maar niet verbaasd nichtje, dacht je echt dat ze je niet zo snel mogelijk zou willen redden?'

'Dat wel, maar ik hoopte dat ze haar verstand zou gebruiken en dat Abdias en de hoge meester haar tegen zouden kunnen houden.'

'Niet gebeurd, en jij blijft hier. Duidelijk?'

Ik sla mijn ogen neer en knik alleen maar. Hij loopt naar me toe en ik deins achteruit tot ik tegen de muur sta. 'Jij blijft hier' zegt hij, 'duidelijk?'

Ik knik, 'duidelijk.'

Hij gaat achter het bureau zitten. Ik ga op de stoel zitten. 'Waar is ze nu' vraag ik.

'In de kamer waar haar krachten afgepakt zullen worden.'

twin GirlsWhere stories live. Discover now